NOTULEN - GR

Zitting van maandag 27 juni 2022

 

Aanwezig:

Steven Michiels voorzitter

Karin Derua burgemeester

Hans De Locht, Annick DeKeyser, Denis Bosny, Audrey Bogaerts, Hans Crolschepenen

Bert Meulemans, Maurice Vanmeerbeeck, Steven Van Loock, Eddy Mortier, Ann Sleyp, Ann Morissens, Wouter Decat, Rodrigue Bijlsma, Sigrid Van Obbergen, Vincent Geerts, Willy Stroobants, Lies Asselman, Gert Verschueren, Michel Baert, Remi Serranne              raadsleden

Johan Smits algemeen directeur

Verontschuldigd:

Maria Luise Altmutter raadslid

Vanaf punt 23 vervoegt Bert Meulemans, raadslid de zitting.

 

 

Overzicht punten

Zitting van 27 06 2022

 

 

Openbare zitting

 

Notulen vorige zitting

 

De gemeenteraad keurt de notulen van de zitting van 23 mei 2022 goed mits de bemerking bij het punt droogte dat schepen Annick DeKeyser de documenten over het hemelwaterplan ter beschikking stelde zodat de gemeenteraadsleden het dossier de komende weken kunnen bestuderen en dat later toelichting door deskundigen en bespreking kan volgen.

 

Publicatiedatum: 04/10/2022
Overzicht punten

Zitting van 27 06 2022

 

 

Openbare zitting

 

Gunningsleidraad ontwerp nieuwbouw GBS Klimboom

 

Gelet op het meerjarenplan 2020-2025 waarin het project nieuwbouw gemeenteschool opgenomen is als prioritaire beleidsdoelstelling;

 

Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 29 november 2021 met betrekking tot de marktconsultatie voor de financiering van de nieuwbouw van de gemeenteschool met audit en technisch-financiële projectbegeleiding;

 

Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 17 januari 2022 met betrekking tot de toewijzing van de financiering en de projectbegeleiding voor de nieuwbouw van de gemeenteschool aan Belfius;

 

Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 28 maart 2022 om de ontwerpopdracht voor architectuur, stabiliteit, technieken, omgevingsaanleg en EPB-verslaggeving voor de nieuwbouw van de gemeentelijke basisschool 'Klimboom' te gunnen via een mededingingsprocedure met onderhandeling;

 

Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 28 maart 2022 waarbij de selectieleidraad van 16 maart 2022 voor deze opdracht goedgekeurd werd;

 

Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 16 mei 2022 waarbij onderstaand voorstel tot inpassing in het meerjarenplan van de actuele budgetbepaling goedgekeurd werd. De totale investeringskost wordt op 13.006.496,00 EUR inclusief btw geraamd voor nieuwbouw voor 450 leerlingen, erelonen ontwerpteam, aankoop gronden achter GBS, projectbegeleiding door Belfius en wedstrijdvergoeding kandidaat-ontwerpers. De werkingskost wordt geraamd op 315.000,00 EUR inclusief btw voor tijdelijke huisvesting (2 fasen gespreid over 3 jaren);

 

Overwegende het voorstel tot aanpassing van het meerjarenplan om een bijkomend investeringsbudget van 3.694.496,00 EUR te voorzien voor het project nieuwbouw GBS Klimboom alsook een bijkomende werkingskost van 315.000,00 EUR als volgt:

 

Verhoging gecumuleerd budgettair resultaat 2022

 

- Aanwending overschot jaarrekening 2021

2.500.000,00 EUR

Verhoging exploitatie inkomsten periode 2022-2025

 

- Herraming belastinginkomsten opcentiemen onroerende voorheffing

587.574,00 EUR

- Herraming belastinginkomsten aanvullende personenbelasting

71.352,00 EUR

Verlaging investeringsuitgaven

 

- IP-2020-48 Riolering, wegenis, fietspaden en voetpaden in 2025

250.000,00 EUR

- IP-2020-12 Uitvoering verkeersleefbaarheidsplan in 2025

250.000,00 EUR

- IP-2020-18 Sanering Goorbeek in 2025

295.504,00 EUR

- IP-2020-8 Opmaak ruimtelijke uitvoeringsplannen in 2024 en 2025

55.066,00 EUR

 

 

Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 13 juni 2022 tot goedkeuring van het selectieverslag waarbij vijf kandidaat-ontwerpers geselecteerd worden en op basis van de gunningsleidraad gevraagd zullen worden om een offerte in te dienen voor de ontwerpopdracht nieuwbouw GBS Klimboom te Boortmeerbeek voor architectuur, stabiliteit, technieken, omgevingsaanleg en EPB-verslaggeving;

 

Gelet op het ontwerp van gunningsleidraad van 9 juni 2022 voor de ontwerpopdracht voor architectuur, stabiliteit, technieken, omgevingsaanleg en EPB-verslaggeving voor de nieuwbouw van de gemeentelijke basisschool 'Klimboom' zoals opgenomen als bijlage bij dit besluit;

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

 

BESLUIT: 16 stemmen ja: Karin Derua, Hans De Locht, Annick DeKeyser, Denis Bosny, Audrey Bogaerts, Hans Crol, Maurice Vanmeerbeeck, Ann Sleyp, Ann Morissens, Wouter Decat, Rodrigue Bijlsma, Vincent Geerts, Willy Stroobants, Gert Verschueren, Remi Serranne en Steven Michiels.
5 onthoudingen: Steven Van Loock, Eddy Mortier, Sigrid Van Obbergen, Lies Asselman en Michel Baert.
 

art. 1

De gunningsleidraad van 9 juni 2022 voor de ontwerpopdracht voor architectuur, stabiliteit, technieken, omgevingsaanleg en EPB-verslaggeving voor de nieuwbouw van de gemeentelijke basisschool 'Klimboom' goed te keuren.

 

art. 2

De uiterste datum voor het indienen van offertes vast te stellen op 15 september 2022 om 12 uur.

 

art. 3

Het voorstel tot aanpassing van het meerjarenplan goed te keuren om een bijkomend investeringsbudget van 3.694.496,00 EUR te voorzien voor het project nieuwbouw GBS Klimboom alsook een bijkomende werkingskost van 315.000,00 EUR.

 

Publicatiedatum: 04/10/2022
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Zitting van 27 06 2022

 

 

Openbare zitting

 

Jaarrekening gemeente 2021

 

Gelet op het ontwerp van de jaarrekening voor het boekjaar 2021 zoals opgenomen als bijlage bij dit besluit;

 

Gelet op het gunstig advies van het managementteam van 8 juni 2022;

 

Gelet op artikel 41  lid 2, 3° en artikel 249 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

 

BESLUIT: 15 stemmen ja: Karin Derua, Hans De Locht, Annick DeKeyser, Denis Bosny, Audrey Bogaerts, Hans Crol, Maurice Vanmeerbeeck, Ann Sleyp, Rodrigue Bijlsma, Vincent Geerts, Willy Stroobants, Gert Verschueren, Michel Baert, Remi Serranne en Steven Michiels.
4 stemmen tegen: Steven Van Loock, Eddy Mortier, Sigrid Van Obbergen en Lies Asselman.
2 onthoudingen: Ann Morissens en Wouter Decat.
 

art. 1

Het deel van de gemeente in de geïntegreerde jaarrekening 2021, zoals opgenomen als bijlage bij dit besluit, vast te stellen.

 

art. 2

Dit besluit over te maken aan de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant.

 

Publicatiedatum: 04/10/2022
Overzicht punten

Zitting van 27 06 2022

 

 

Openbare zitting

 

Ondernemingsjaarrekening AGB Boortmeerbeek 2021 zoals voorzien in het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen

 

Gelet op het ontwerp van de ondernemingsjaarrekening voor het boekjaar 2021 van het AGB Boortmeerbeek zoals opgenomen als bijlage bij dit besluit;

 

Gelet op artikel 235 §4 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 waarin bepaald wordt dat de gemeenteraad jaarlijks beslist over de aan de bestuurders te verlenen kwijting, na goedkeuring van de rekeningen;

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

 

BESLUIT: 18 stemmen ja: Karin Derua, Hans De Locht, Annick DeKeyser, Denis Bosny, Audrey Bogaerts, Hans Crol, Maurice Vanmeerbeeck, Ann Sleyp, Ann Morissens, Wouter Decat, Rodrigue Bijlsma, Sigrid Van Obbergen, Vincent Geerts, Willy Stroobants, Gert Verschueren, Michel Baert, Remi Serranne en Steven Michiels.
3 stemmen tegen: Steven Van Loock, Eddy Mortier en Lies Asselman.
 

art. 1

De ondernemingsjaarrekening 2021 van het autonoom gemeentebedrijf Boortmeerbeek goed te keuren.

 

art.2

Kwijting te verlenen aan de bestuurders van het autonoom gemeentebedrijf Boortmeerbeek.

 

Publicatiedatum: 04/10/2022
Overzicht punten

Zitting van 27 06 2022

 

 

Openbare zitting

 

Kerkfabriek OLV van de Vrede - jaarrekening 2021

 

Gelet op het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten;

 

Gelet op de jaarrekening dienstjaar 2021 van de Kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw van de Vrede zoals goedgekeurd door de kerkraad op 12 mei 2022;

 

Overwegende dat alle bijlagen werden bijgevoegd;

 

Overwegende dat in het administratief onderzoek geen opmerkingen werden gemaakt;

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

 

BESLUIT: eenparig.
 

art. 1

Kennis te nemen van de jaarrekening dienstjaar 2021 van de kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw van de Vrede waarbij vastgesteld wordt dat volgende bedragen werden ingeschreven:

 

EXPLOITATIEBUDGET:

• ontvangsten 65.121,72 EUR

• uitgaven 61.380,20 EUR

• saldo 3.741,52 EUR

• overboekingen -7.993,26 EUR

• saldo -4.251,74 EUR

• overschot exploitatie 2020  34.075,48 EUR

• exploitatietoelage 0,00 EUR

• saldo 29.823,74 EUR

Het gemeentelijk aandeel bedraagt 3.647,00 EUR aan huisvestingstoelage.

 

INVESTERINGSBUDET:

• ontvangsten 376.305,65 EUR

• uitgaven 346.777,66 EUR

• saldo 29.527,99 EUR

• overboekingen 7.993,26 EUR

• saldo 37.521,25 EUR

• overschot investeringen 2020 0,00 EUR

• saldo 37.521,25 EUR

Het gemeentelijk aandeel bedraagt 0,00 EUR

 

art. 2

Deze voorgelegde jaarrekening gunstig te adviseren.

 

Publicatiedatum: 04/10/2022
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Zitting van 27 06 2022

 

 

Openbare zitting

 

Jaarrekening gemeente en OCMW 2021

 

Gelet op het ontwerp van de jaarrekening voor het boekjaar 2021 zoals opgenomen als bijlage bij dit besluit;

 

Gelet op het gunstig advies van het managementteam van 8 juni 2022;

 

Gelet op artikel 41 lid 2, 3° en artikel 249 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

 

BESLUIT: 15 stemmen ja: Karin Derua, Hans De Locht, Annick DeKeyser, Denis Bosny, Audrey Bogaerts, Hans Crol, Maurice Vanmeerbeeck, Ann Sleyp, Rodrigue Bijlsma, Vincent Geerts, Willy Stroobants, Gert Verschueren, Michel Baert, Remi Serranne en Steven Michiels.
4 stemmen tegen: Steven Van Loock, Eddy Mortier, Sigrid Van Obbergen en Lies Asselman.
2 onthoudingen: Ann Morissens en Wouter Decat.
 

art. 1

De geïntegreerde jaarrekening 2021 van de gemeente en het OCMW van Boortmeerbeek, zoals opgenomen als bijlage bij dit besluit, vast te stellen.

 

art. 2

Dit besluit over te maken aan de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant.

 

Publicatiedatum: 04/10/2022
Overzicht punten

Zitting van 27 06 2022

 

 

Openbare zitting

 

Werkingstoelage 2023 kerkfabriek OLV van de Vrede

 

Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 16 mei 2022 tot bevestiging van het principe van herbestemming van de kerk van Schiplaken tot openbare bibliotheek ten behoeve van de ontwijding zoals voorzien in het kerkenplan;

 

Overwegende dat bij een ontwijding de religieuze stukken die niet eigen aan het gebouw zijn, verwijderd moeten worden;

 

Overwegende de wens van de Kerkfabriek om de kerk van Boortmeerbeek in te richten met waardevol kerkelijk meubilair vanuit de ontwijde kerk van Schiplaken;

 

Overwegende dat de kostprijs voor verhuis van deze grote religieuze stukken uit de kerk van Schiplaken (retabel, altaren, kruisweg, heiligenbeelden en sacristiekasten) naar de kerk van Boortmeerbeek geraamd wordt op 55.000 EUR;

 

Overwegende de vraag van de Kerkfabriek aan de gemeente om deze verhuiskosten te financieren;

 

Overwegende dat in het meerjarenplan van de gemeente geen werkingstoelagen aan de Kerkfabriek voozien zijn voor de periode 2022-2025;

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

 

BESLUIT: eenparig.
 

art. 1

Voor het jaar 2023 een werkingstoelage ten belope van 55.000,00 EUR toe te kennen aan de Kerkfabriek O.L.V. van de Vrede ter financiering van de verhuiskosten van waardevol kerkelijk meubilair van de kerk van Schiplaken naar de kerk van Boortmeerbeek.

 

Publicatiedatum: 04/10/2022
Overzicht punten

Zitting van 27 06 2022

 

 

Openbare zitting

 

Amendement bij punt 2021/00310VK - toepassing Gemeentewegendecreet

 

Overwegende dat het billijk is dat de verkavelaar voetweg 78 uitrust als tweede ontsluiting en als trage verbinding tot aan de Kwijtveldstraat;


Overwegende dat deze officieel slechts 1,65m breed is, maar dat deze voetweg breder als privaatrechtelijke erfdienstbaarheid dienst deed als ontsluiting voor het achterliggend perceel van de voorliggende verkaveling;


Overwegende dat voor fietsverbindingen en een adequaat onderhoud een minimumbreedte van 3,30m wenselijk is;


Overwegende dat hiertoe een rooilijnplan dient opgemaakt;


Overwegende dat het billijk is dat de verkavelaar de kosten draagt voor de opmaak van het rooilijnplan en voor de verwerving en de inrichting van voetweg 78 als tweede ontsluiting en als trage verbinding met de Kwijtveldstraat;

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

 

BESLUIT: 12 stemmen ja: Karin Derua, Hans De Locht, Audrey Bogaerts, Hans Crol, Maurice Vanmeerbeeck, Steven Van Loock, Ann Sleyp, Rodrigue Bijlsma, Vincent Geerts, Lies Asselman, Gert Verschueren en Steven Michiels.
9 stemmen tegen: Annick DeKeyser, Denis Bosny, Eddy Mortier, Ann Morissens, Wouter Decat, Sigrid Van Obbergen, Willy Stroobants, Michel Baert en Remi Serranne.
 

art. 1

De vergunning is afhankelijk van het storten van de kosten voor de opmaak van het rooilijnplan en voor de verwerving en de verdere inrichting van voetweg 78 als trage verbinding van 3,3m tot aan de Kwijtveldstraat. Het college wordt belast met het opstellen van deze kostenraming en de verdere uitvoering.

 

Publicatiedatum: 04/10/2022
Overzicht punten

Zitting van 27 06 2022

 

 

Openbare zitting

 

2021/00310VK - toepassing Gemeentewegendecreet

 

De aanvraag gekend als 2021/00310VK (OMV_2021065395) werd ingediend door Jan Foqué, Landmeters en Schattingsbureel BVBA ter plaatse Wespelaarsebaan zn;

 

Gelet op het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen;

 

Gelet op het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening;

 

Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijk Ordening;

 

Gelet op het Omgevingsdecreet, in het bijzonder op artikel 31:

Ҥ1. Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.

De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.

§2. Als het college van burgemeester en schepenen niet de bevoegde overheid is, die in eerste aanleg over de aanvraag beslist, dan bezorgt de gemeente de beslissing van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg binnen zestig dagen na het verzoek aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15.”

 

Gelet op het Omgevingsbesluit, in het bijzonder op artikel 47:

“Als de vergunningsaanvraag wegenwerken omvat waarvoor de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, neemt de gemeenteraad daarover een besluit. De gemeenteraad neemt daarbij kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek. Uiterlijk tien dagen na de gemeenteraadszitting stelt de gemeente de gemeenteraadsbeslissing ter beschikking hetzij van de bevoegde omgevingsvergunningscommissie als die advies moet verlenen, hetzij van het bevoegde bestuur als geen advies van een omgevingsvergunningscommissie vereist is.”

 

Gelet op de toelichting bij het Omgevingsdecreet en -besluit:

“Het decreet betreffende de omgevingsvergunning herneemt de welbekende regeling van de tussenkomst van de gemeenteraad over de zaak van de wegen. Voor alle duidelijkheid wordt ook hier herhaald:

de bevoegde overheid mag rechtstreeks weigeren zonder het dossier aan de gemeenteraad voor te leggen;

de regeling geldt zowel voor aanvragen voor stedenbouwkundige handelingen als voor het verkavelen van gronden;

beslist de gemeenteraad ongunstig over de zaak van de wegen, dan kan de bevoegde overheid geen vergunning verlenen, ook niet in beroep;

de gemeenteraad spreekt zich enkel uit over de zaak van de wegen, niet over de vergunningsaanvraag;

de gemeenteraad bespreekt enkel de bezwaren die handelen over de zaak van de wegen, niet de andere bezwaarschriften.”

 

Gelet op de bepalingen dat elke beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet uitvoering geeft aan artikel 3 (doelstellingen) en aan artikel 4 (principes) van het decreet Gemeentewegen en dat elke aanvraag aan deze artikels getoetst dient te worden:

 

Artikel 3 (01/09/2019 - …)

Dit decreet heeft tot doel om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen.             

Om de doelstelling, vermeld in het eerste lid, te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op:             
1° de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau; 
2° de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.

 

Artikel 4 (01/09/2019 - …)

Bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet wordt minimaal rekening gehouden met de volgende principes:             
1° wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;
2° een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;             
3° de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;
4° wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;
5° bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen.

 

Overwegende de aanleiding en de context:

De aanvraag gekend als OMV_2021065395 werd ingediend door Jan Foque, Landmeters en Schattingsbureel BVBA Projects ter plaatse Wespelaarsebaan zn (het binnengebied tussen de Wespelaarsebaan, Kwijtveldstraat en de Hollestraat) bij de gemeente Boortmeerbeek op 10 december  2021 in kader van de omgevingsvergunningsprocedure voor het verkavelen van gronden. Voor deze aanvraag werd een nieuwe projectinhoudversie ter goedkeuring aangeboden op vrijdag 3 juni 2022 en geaccepteerd op maandag 13 juni 2022.

 

De aanvraag is volgens het geldende gewestplan gelegen in woongebied. Volgens de beleidsmatig gewenste ontwikkeling die door de Gemeente Boortmeerbeek werd goedgekeurd in 2019 is deze zone niet bestemd voor verdichting (10 wooneenheden per hectare wordt als maximaal beschouwd).

 

De omgevingsaanvraag beoogt het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor het verkavelen ven gronden (25 kavels voor bestemd voor open, halfopen en gesloten bebouwing), het wijzigen (verbreden) van een deel Buurtweg nr 78 en het uitvoeren van infrastructuurwerken waarbij eveneens:

een wegenis wordt aangelegd;

toekomstig openbaar domein wordt ingericht.

 

Het voorliggende project kent verschillende aspecten dewelke onderhevig zijn aan de toepassing van het decreet Gemeentewegen, allen hebben te maken met de door de aanvrager wenselijke realisatie van het eerder benoemde binnengebied.

Enerzijds is  er de aangevraagde gedeeltelijke verbreding van een deel van buurtweg nr 78. Deze trage verbinding blijft behouden doorheen het project.

Anderzijds werd er een rooilijnplan toegevoegd. Dit rooilijnplan beoogt de toekomstige overdracht van de wegenis dewelke enkel bestemd is voor bestemmingsverkeer en alle daarbij horende (groene) inrichtingen aan en het openbaar domein van de gemeente Boortmeerbeek.

 

Beoordeling:

In de voorliggende omgevingsvergunningsaanvraag wordt door de aanvrager een ontwerp van rooilijnplan toegevoegd. Het voornemen tot wijziging (verbreding) van een deel van het gemeenteweg 78 én het openen van een nieuwe wegenis voor bestemmingsverkeer geeft uitvoering aan artikel 3 (doelstellingen) en aan artikel 4 (principes) van het decreet Gemeentewegen; derhalve dient voorliggende omgevingsvergunningsaanvraag aan deze artikels getoetst te worden:

 

Artikel 3

Door het voorliggende ontwerp van een pijpenkop door de aanvrager is te door de aanvrager gewenste verkaveling enkel bereikbaar voor bestemmingsverkeer; doorgaand verkeer is enkel mogelijk in de context van de zachte weggebruiker. De verkaveling is eveneens verweven met gemeenteweg 78, dewelke ook enkel voor de zachte weggebruiker kan worden gebruikt. Deze verweving/maatregel geeft uitvoering aan de algemene doelstellingen van de gemeente Boortmeerbeek bepaald in zitting van de gemeenteraad van 11 mei 2020 voor het ‘Verkeersleefbaarheidsplan’ en het gemeentelijke actieplan ‘In 20 stappen naar een verkeersleefbare gemeente, daar deze plannen in deze zone geen acties vermelden.

Het gecreëerde  gemeentelijk beleidskader omvat een visie en operationele beleidskeuzes voor de gewenste ruimtelijke structuur van het gemeentelijk wegennet, alsook het afwegingskader voor de uitbouw van een fijnmazig netwerk van zachte verbindingen. In die context is de gemeente Boortmeerbeek bezig met de opmaak van een tragewegenplan. Uit het verkeersleefbaarheidsplan kunnen reeds volgend principe ontleed worden:

Werken aan een samenhangend netwerk van trage wegen met als doelstelling het fietsgebruik te stimuleren voor verplaatsingen met een beperkte afstand.

 

De ontsluiting van de ontworpen verkaveling gebeurt volledig via een nieuwe aantakking op de Wespelaarsebaan, en dit tussen Wespelaarsebaan nummer 100 en 108.

 

De aansluiting van de door de aanvrager gewenste verkaveling op de Wespelaarsebaan doorstaat de toets van de doelstelling van het Gemeentewegendecreet aangezien de ontsluiting van de voorgestelde ontwikkeling als veilig kan worden beschouwd:

De wegenis inclusief boordsteen in het voorliggende verkavelingsontwerp is op zijn breedste 5,15 meter breed (exclusief boordsteen/goot 4,85 meter breed). Deze breedte bestaat enerzijds uit een KWS-verharding/klinkerverharding van 4,25 meter breed, een overrijdbare kantstrook (boordsteen) van 30 centimeter ter hoogte van de open gracht en een kantstrook (opstaande boordsteen) inclusief rammelstrook (een met grasdallen verharde berm) van 60 centimeter breed. De rammelstrook is bedoelt als uitwijkstrook wanneer er onvoldoende ruimte is om te kruisen. Om te vermijden dat er in de berm geparkeerd kan worden en/of verder dan de rammelstrook uitgeweken kan worden, worden er om de 3 meter een bermplank voorzien.              
Een gemiddelde wagen heeft een breedte (spiegel tot spiegel) van 2,10 meter. De gemiddelde breedte van een bestelwagen of van een vrachtwagen ligt een stuk hoger. De verkavelaar stelt het regime van woonerf voor. De gemeente Boortmeerbeek is van oordeel dat de toegangsweg met de breedte van de rijweg van 4,85 meter exclusief boordsteen/goot doch inclusief rammelstrook (uitwijkstrook) op zich voor kruisende én gemengde verkeersstromen in een woonerf met beperkte mobiliteitsinvloed (minder dan 50 pae) als voldoende veilig beschouwd kan worden. De gemeente Boortmeerbeek hanteert in principe de norm van een breedte van 5 meter exclusief boordsteen doch inclusief goot als de overrijdbare breedte van een wegenis te bepalen.

Door de gekozen uitvoering conform de principes van een “solitaire oversteek” van het kruispunt van de toegangsweg van de verkaveling met Gemeenteweg 78 wordt zowel de veiligheid van de gebruiker van Gemeenteweg 78 als de toegangsweg tot de verkaveling gemaximaliseerd. Het kruispunt wordt voor de gebruikers van de toegangsweg aangekondigd door haaientanden op de wegenis, verkeersborden, accent-ledverlichting ingewerkt in de wegenis van het verkeersplateau en een verkeersplateau. Door het regime van een woonerf wordt de snelheid ook beperkt. De aankondiging van het kruispunt voor de gebruikers van Gemeenteweg 78 wordt geregeld door verkeersborden. Dit kruispunt wordt daardoor als kindveilig beschouwd.

 

Artikel 4

1° en 2° Door het voorliggende ontwerp van een pijpenkop door de aanvrager is de door de aanvrager gewenste verkaveling enkel bereikbaar voor bestemmingsverkeer; doorgaand verkeer is enkel mogelijk in de context van de zachte weggebruiker. De verkaveling is eveneens verweven met gemeenteweg 78, dewelke ook enkel voor de zachte weggebruiker kan worden gebruikt. Deze verweving/maatregel geeft uitvoering aan de algemene doelstellingen van de gemeente Boortmeerbeek bepaald in zitting van de gemeenteraad van 11 mei 2020 voor het ‘Verkeersleefbaarheidsplan’ en het gemeentelijke actieplan ‘In 20 stappen naar een verkeersleefbare gemeente, daar deze plannen in deze zone geen acties vermelden.

Het gecreëerde  gemeentelijk beleidskader omvat een visie en operationele beleidskeuzes voor de gewenste ruimtelijke structuur van het gemeentelijk wegennet, alsook het afwegingskader voor de uitbouw van een fijnmazig netwerk van zachte verbindingen. In die context is de gemeente Boortmeerbeek bezig met de opmaak van een tragewegenplan. Uit het verkeersleefbaarheidsplan kan reeds volgend principe ontleed worden:

Werken aan een samenhangend netwerk van trage wegen met als doelstelling het fietsgebruik te stimuleren voor verplaatsingen met een beperkte afstand.

 

3° De voorgestelde aanvraag ontsluit alle aanpalende percelen op een correcte wijze en creëert voor de percelen palende aan het toekomstige openbaar domein geen veiligheidsrisico.

 

4° Gelet op de specifieke ligging is de inpassing van de voorgestelde maatregel in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief afwezig.

 

5° Het voorgestelde ontwerp doet geen afbreuk aan eerdere beleidsbepalingen van gemeente Boortmeerbeek zoals het verkeersleefbaarheidsplan (zie hoger).

 

Artikel 12 van het decreet Gemeentewegen maakt het mogelijk om de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg op te nemen in een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, op voorwaarde dat het gevraagde past in het kader van de realisatie van de bestemming van de gronden. Die mogelijkheid geldt volgens het decreet slechts voor zover de omgevingsaanvraag een ontwerp van rooilijnplan bevat, dat voldoet aan de decretale eisen op het vlak van de vorm en inhoud van gemeentelijke rooilijnplannen of voor zover de aanvraag een grafisch plan met aanduiding van de op te heffen rooilijn bevat.

Voorliggende aanvraag bevat een rooilijnplan en de gemeenteraad kan derhalve een beslissing nemen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg.

 

Het openbaar onderzoek m.b.t. de omgevingsaanvraag voor het verkavelen van gronden en exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit loopt van 29/01/2022 tot en met 27/02/2022, werden 20 unieke bezwaarschriften ingediend. Deze bezwaarschriften beschrijven 11 elementen die betrekking hebben op de toepassing van het Gemeentewegendecreet:

 

In geval van een calamiteit kan de veiligheid op de verkaveling niet gegarandeerd worden door de smalle gezamenlijke in- en uitrit.

De wegenis inclusief boordsteen in het voorliggende verkavelingsontwerp is op zijn smalste 4,85 meter breed exclusief boordsteen/goot. Hierbij wordt de overrijdbare boordsteen en een verharde berm (rammelstrook in functie van uitwijkmanoeuvres) ter hoogte van de woningen meegeteld. Op deze toegangsweg voorziet de verkavelaar het regime van woonerf. Door de beperkte breedte van de wegenis (4,25 meter) wordt de snelheid op de toegangsweg van de verkaveling verder vertraagd. Een gemiddelde wagen heeft een breedte (spiegel tot spiegel) van 2,10 meter. De gemiddelde breedte van een bestelwagen of van een vrachtwagen ligt een stuk hoger.
De gemeente Boortmeerbeek is van oordeel dat de toegangsweg met de breedte van de rijweg van 4,25 meter exclusief boordsteen/goot op zich voor kruisende gemengde verkeersstromen als voldoende veilig beschouwd kan worden, daar er bij kruisende bewegingen waarvoor deze zone onvoldoende blijkt te zijn er uitwijkmogelijkheden zijn in verharde berm (rammelstrook) waardoor er bij kruisende bewegingen een maximale overrijdbare breedte van 4,85 meter ter beschikking is.             
 

De verkaveling is slechts beperkt ontsluitbaar door openbaar vervoer, zeker als de bushaltes langs de Wespelaarsebaan en de Hollestraat op het punt staan opgeheven te worden

Er zijn op dit moment geen plannen om de huidige bushaltes ter hoogte van de Hollestraat te verwijderen. Op dit moment wordt de Wespelaarsebaan bediend door lijn 284 en door de functionele lijnen 501 en 510 ( huidige bushaltes langs de Wespelaarsebaan). Op termijn bestaat de kans dat de deze halten niet meer zullen behoren tot het kernnet, maar eerder tot het aanvullend net zullen behoren.
De gemeente Boortmeerbeek heeft in zitting van de gemeenteraad van 11 mei 2020 het ‘Verkeersleefbaarheidsplan’ en het gemeentelijke actieplan ‘In 20 stappen naar een verkeersleefbare gemeente” goedgekeurd. Het verkeersleefbaarheidsplan wil enerzijds sluipverkeer terugdringen en anderzijds autogebruik terugdringen voor beperkte verplaatsingen. De verkaveling is vlakbij het “Rondje Boortmeerbeek” gelegen, waar de gemeente Boortmeerbeek de doelstelling heeft een ringweg voor de zachte weggebruiker te maken die het hele centrum van Boortmeerbeek op een kwalitatieve en veilige manier met elkaar verbindt.

 

We schatten 25 tot 50 wagens voor deze verkaveling, waar onvoldoende parkeerruimte voor werd voorzien.

In de verkaveling worden 42 parkeerplaatsen voor personenauto equivalenten (hierna PAE) voorzien met een privaat karakter en 12 parkeerplaatsen voor PAE met een publiek karakter. Er werden geen fietsparkeerplaatsen voorzien met een publiek karakter. Gezamenlijk worden er dus 54 parkeerplaatsen voor PAE voorzien voor 25 kavels. Voor wat betreft het parkeren voor de private woongelegenheden wordt een parkeerratio van 1,68 parkeerplaats per woongelegenheid gehaald. Voor bezoekers zijn er 12 parkeerplaatsen voorzien.

 

Tijdens piekuren is de Wespelaarsebaan en Boortmeerbeek-centrum reeds een mobiliteitsknelpunt, zeker met knip-beleid van de gemeente. Lokaal verkeer heeft een sterk negatieve impact op de mobiliteit, waarmee de woon- en leefkwaliteit sterk omlaag gaat.

Het verkeersleefbaarheidsplan heeft bepaald dat de Wespelaarsebaan samen met de Rijmenamsebaan en de Audenhovenlaan als hoofdwegen beschouwd worden voor de ontsluiting van het centrum van Boortmeerbeek. Er zijn geen recente telling gebeurd op de verkeersdrukte langs de Wespelaarsebaan. Het zou echter niet onlogisch zijn dat de verkeersdrukte op de drie hoofdassen beperkt is toegenomen door de plaatsing van een verkeersfilter in de Beringstraat.             
 

Door de bocht van de Wespelaarsebaan is het voor ons als eigenaar van een woning langs de Wespelaarsebaan al niet eenvoudig om de Wespelaarsebaan op te rijden. Wat met de veiligheid door deze extra aantakking eveneens in de bocht?

De toegang tot de verkaveling voor gemotoriseerd verkeer ligt in een flauwe bocht van de Wespelaarsebaan, waar het snelheidsregime 50 km/u bedraagt. De ontworpen woningen (kavel 1 en 2) langs de Wespelaarsebaan zijn op +- 10m gelegen vanaf de rand van het fietspad van de Wespelaarsebaan. De bestaande woning links is gelegen op +- 11,50m vanaf de Wespelaarsebaan. In de zone tussen de voorgevels van deze woningen en het fietspad/rooilijn, is het verboden om constructies zoals afsluitingen te voorzien die hoger zijn dan 1m boven het maaiveld, net met als doelstelling om het zich op het verkeer op de voorliggende baan – in dit geval de Wespelaarsebaan – en dus ook de veiligheid om het openbaar domein te maximaliseren. Het feit dat de verkavelaar de toegangsweg tot de verkaveling ondergeschikt maakt aan de Wespelaarsebaan (stopstreep), dienen de gebruikers van deze toegangsweg bij het verlaten van de ontworpen verkaveling te stoppen en pas te vertrekken wanneer ze zeker zijn van gegarandeerde veiligheid tijdens hun manoeuvre om de Wespelaarsebaan op te rijden.

 

Voetweg nummer 78 is een historische weg die wordt opgenomen in de verkaveling. Door deze buurtweg te laten kruisen met nieuwe verhardingen, wordt buurtweg 78 opgeheven

De gemeenteweg blijft bestaan. De ontwikkelaar heeft ervoor gekozen de gemeenteweg 78 maximaal te integreren in de ontwikkeling. De ontwikkelaar stelt een verbreding van de buurtweg voor (naar 2,25 meter resp 2,52 meter, afhankelijk van de ligging) in plaats van de in de Atlas der Buurtwegen vastgestelde breedte van 1,65 meter. De kruising met voorgestelde wegenis wordt visueel aangekondigd door een materialisatie in een andere straatsteen (rode betonklinkers) dan de Gemeenteweg zelf (beton). Vlak voor de kruising met Gemeenteweg 78 voorziet de ontwikkelaar ook een verkeersdrempel die toegang heeft tot een verkeersplateau die de snelheid van het verkeer op de ontworpen ontsluitingsweg zal vertragen dan het reeds vooropgestelde regime van Woonerf.  Bijkomend wordt het kruispunt met de Gemeenteweg 78 verder aangeduid met haaientanden en verkeersborden waaruit blijkt dat de gebruiker van Gemeenteweg 78 voorrang heeft. Het kruispunt wordt verder geaccentueerd door de het inwerken van led-accentverlichting in de wegenis.
Door de gekozen uitvoering conform de principes van een “solitaire oversteek” van het kruispunt van de toegangsweg van de verkaveling met Gemeenteweg 78 wordt zowel de veiligheid van de gebruiker van Gemeenteweg 78 als de toegangsweg tot de verkaveling gemaximaliseerd. Het kruispunt wordt voor de gebruikers van de toegangsweg aangekondigd door haaientanden op de wegenis, verkeersborden, accent-ledverlichting ingewerkt in de wegenis van het verkeersplateau en een verkeersplateau. Door het regime van een woonerf wordt de snelheid ook beperkt. De aankondiging van het kruispunt voor de gebruikers van Gemeenteweg 78 wordt geregeld door verkeersborden. Dit kruispunt wordt daardoor als kindveilig beschouwd.

 
 

De verplichte aanduiding van de minwaarde/meerwaarde is niet terug te vinden op het rooilijnplan.

Het Gemeentewegendecreet bevat geen bepaling op grond waarvan de schatting van de waardevermeerdering of – vermindering achterwege gelaten mag worden, ook niet als duidelijk is dat de grond waarop de wegenis wordt aangelegd, gratis overgedragen wordt aan de gemeente. Integendeel: artikel 28, §4, van het Gemeentewegendecreet zegt dat de regeling rond meer -en minwaarde van paragraaf 1 tot 3 van het artikel geen afbreuk doet aan de mogelijkheid om gratis grondafstand als last op te leggen. Volgens het Gemeentewegendecreet moet de vaststelling van min- en meerwaarde in het aanvraagdossier van een vergunning zitten (artikel 12, §2, gecombineerd met artikel 16 of artikel 20), hoewel op dat moment nog niet vaststaat of bij de vergunningsbeslissing al dan niet grondafstand als last wordt opgelegd.

Artikel 16 en artikel 20 van het Gemeentewegendecreet bepalen dat het rooilijnplan resp. het grafisch plan de eventuele waardevermeerdering bevat. Artikel 28 van het Gemeentewegendecreet bepaalt dat de waardevermindering of -vermeerdering wordt vastgesteld door een landmeter-expert, aangesteld door de gemeente. Juridisch volgt hieruit dat de kandidaat-vergunningsaanvrager nog voor het indienen van een vergunningsaanvraag het college van burgemeester en schepenen zou moeten vragen om een landmeter-expert aan te stellen in functie van het vaststellen van de min/meerwaarde.

De aanvrager van de voorliggende ontwikkeling heeft aan de Gemeente Boortmeerbeek een schatting gevraagd van de waardevermindering of -vermeerdering. De schatting werd uitgevoerd door Landmeter Cuyt waarvan een rapport werd gemaakt dd. 3/09/2021. De geschatte meerwaarde bedraagt € 380.000,00. Het schattingsverslag werd aan de aanvrager bezorgd en maakt deel uit van voorliggend dossier.

 

Er is geen plan terug te vinden over de opheffing van voetweg 78.

De gemeenteweg blijft bestaan. De ontwikkelaar heeft ervoor gekozen de gemeenteweg 78 maximaal te integreren in de ontwikkeling. De ontwikkelaar stelt een verbreding van de buurtweg voor (naar 2,25 meter resp 2,52 meter, afhankelijk van de ligging) in plaats van de in de Atlas der Buurtwegen vastgestelde breedte van 1,65 meter.

 

Voetweg 78 wordt gebruikt als achteruitgang voor meerdere private tuinen, die mogelijkheid moet behouden blijven.

De gemeenteweg blijft bestaan. De ontwikkelaar heeft ervoor gekozen de gemeenteweg 78 maximaal te integreren in de ontwikkeling. De ontwikkelaar stelt een verbreding van de buurtweg voor (naar 2,25 meter resp 2,52 meter, afhankelijk van de ligging) in plaats van de in de Atlas der Buurtwegen vastgestelde breedte van 1,65 meter. Deze Gemeenteweg wordt gezien als openbaar domein, waardoor iedereen deze weg kan gebruiken voor zover deze weg dat gebruik toelaat. Dat biedt ook de mogelijkheden aan aanpalende eigenaars om deze gemeenteweg blijvend te gebruiken voor hun trage ontsluiting.

 

Voetweg 78 wordt verhard, wat tegenstrijdig is met de definitie van “trage weg”. Wat met bromfietsen en quads?

Een trage weg wordt gedefinieerd als een openbare weg die hoofdzakelijk gebruikt wordt door niet-gemotoriseerd verkeer. Aangezien een trage weg, zoals in deze context, een deel uitmaakt van het netwerk van openbare wegen zijn ook de verkeersregels van deze openbare wegen op deze trage weg van toepassing. Trage wegen zijn vaker verhard op plaatsen waar drukte verwacht wordt, en dit zowel in functie van het comfort van de gebruiker van de trage weg als in functie van de onderhoudslast van de gemeente op deze trage weg.
Een trage weg kan bovendien enkel gebruikt worden conform haar vastgelegde breedte. In dit geval 1,65m tot aan de ontworpen verkaveling en 2,25 meter resp 2,52 meter in het plangebied. In het plangebied wordt de doorgang over gemeenteweg 78 beperkt in breedte, door het feit dat de aanvrager hier verkeerspaaltjes heeft voorzien. Deze verhogen echter de kans op ongevallen in het donker, waardoor er bijzondere aandacht moet gaan naar de zichtbaarheid van deze verkeerspaaltjes. Fluvius heeft een verlichtingspaal voorzien ter hoogte van de oversteekplaats om de zichtbaarheid te maximaliseren. De het plaatsen van verkeerspaaltjes wordt de maximale toegelaten breedte beperkt tot maximaal 1,20 meter (resp 1 meter op de smalste plaats). Voor wat betreft de doorgangsmogelijkheid voor bromfietsen en quads of gelijkaardige voervoersmodi, in het geval dat deze smaller zijn dan de maximale doorgangsbreedte, kan de gemeenteraad opdracht geven aan het college van burgemeester en schepenen om een verbod op doorgang voor dergelijke voertuigen af te vaardigen. Het college van burgemeester en schepenen kan dergelijke maatregelen ook zelfstandig nemen.             
 

Het aanvraagdossier bevat geen elementen waaruit blijkt in hoeverre het voorgestelde wegentracé rekening houdt met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 en in voorkomend geval het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het gemeentewegendecreet.

Een project waarbij er een toepassing van het Gemeentewegendecreet noodzakelijk is, vraagt een beoordeling van de Gemeenteraad. Het is de Gemeenteraad die dient te motiveren waarom een project al dan niet voldoende rekening houdt met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het Gemeentewegendecreet. Artikel 6 is voor de gemeente Boortmeerbeek niet van toepassing, aangezien er geen goedgekeurd gemeentelijk beleidskader ter beschikking voor het gemeentewegendecreet.

 

Niemand kan een gemeenteweg aanleggen, wijzigen, verplaatsen of opheffen zonder voorafgaande goedkeuring van de gemeenteraad. Het is tevens de uitdrukkelijke bevoegdheid van de gemeente om de ligging en de breedte van de gemeentewegen op haar grondgebied vast te leggen in gemeentelijke rooilijnplannen, dit ongeacht de eigenaar van de grond.

 

Artikel 16 en artikel 20 van het Decreet houdende de Gemeentewegen bepalen dat het rooilijnplan resp. het grafisch plan de eventuele waardevermeerdering bevat. Artikel 28 van het Gemeentewegendecreet bepaalt dat de waardevermindering of -vermeerdering wordt vastgesteld door een landmeter-expert, aangesteld door de gemeente. Juridisch volgt hieruit dat de kandidaat-vergunningsaanvrager nog voor het indienen van een vergunningsaanvraag het college van burgemeester en schepenen zou moeten vragen om een landmeter-expert aan te stellen in functie van het vaststellen van de min/meerwaarde. De aanvrager van de voorliggende ontwikkeling heeft aan de Gemeente Boortmeerbeek een schatting gevraagd van de waardevermindering of -vermeerdering. De schatting werd uitgevoerd door Landmeter Cuyt waarvan een rapport werd gemaakt dd. 3/09/2021. De geschatte meerwaarde bedraagt € 380.000,00.

 

Voorliggende aanvraag bevat een inrichtingsplan en bijhorende meetstaat. Voor de inrichting van het toekomstige openbaar domein wordt er echter gevraagd aan de ontwikkelaar, zoals gebruikelijk, om in overleg te treden met het college van burgemeester en schepenen in kader van een bijgestuurd inrichtingsplan en de bijhorende meetstaat en dit in een volgende fase van het dossier ter goedkeuring aan de Gemeenteraad van Boortmeerbeek.             

 

Op woensdag 13 oktober 2021 werd het voorliggende dossier besproken op de GECORO van Boortmeerbeek. De GECORO heeft het dossier negatief geadviseerd om de volgende redenen:

De GECORO hanteert de principes van de Beleidsmatig Gewenste Ontwikkeling. Er wordt voor de zone waarin het plangebied gelegen is een maximale woondichtheid van 10 we/ha geambieerd. De aanvraag schiet met +- 19 we/ha ruim voorbij aan het streefdoel van de Beleidsmatig Gewenste Ontwikkeling.

De GECORO is van mening dat een dergelijke verkaveling over voldoende parkeerplaatsen moet beschikken. Er wordt gesteld dat het niet de bedoeling kan zijn dat de parkeerdruk in de omliggende straten verhoogd wordt omdat er in het plangebied potentieel te weinig parkeerplaatsen voorzien worden, op eigen terrein of op het toekomstige openbaar domein.

 

Overwegende dat het billijk is dat de verkavelaar voetweg 78 uitrust als tweede ontsluiting en als trage verbinding tot aan de Kwijtveldstraat;


Overwegende dat deze officieel slechts 1,65m breed is, maar dat deze voetweg breder als privaatrechtelijke erfdienstbaarheid dienst deed als ontsluiting voor het achterliggend perceel van de voorliggende verkaveling;


Overwegende dat voor fietsverbindingen en een adequaat onderhoud een minimumbreedte van 3,30m wenselijk is;


Overwegende dat hiertoe een rooilijnplan dient opgemaakt;


Overwegende dat het billijk is dat de verkavelaar de kosten draagt voor de opmaak van het rooilijnplan en voor de verwerving en de inrichting van voetweg 78 als tweede ontsluiting en als trage verbinding met de Kwijtveldstraat;

 

Gelet op het decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

 

Overwegende dat gestemd wordt over het voorgestelde besluit en het toegevoegde amendement waarvan de uitslag de verwerping inhoudt;

 

BESLUIT: 9 stemmen ja: Annick DeKeyser, Denis Bosny, Steven Van Loock, Eddy Mortier, Sigrid Van Obbergen, Willy Stroobants, Lies Asselman, Michel Baert en Remi Serranne.
11 stemmen tegen: Karin Derua, Hans De Locht, Audrey Bogaerts, Hans Crol, Maurice Vanmeerbeeck, Ann Sleyp, Ann Morissens, Wouter Decat, Rodrigue Bijlsma, Vincent Geerts en Gert Verschueren.
1 onthouding: Steven Michiels.
 

art. 1

De rooilijn van de nieuw aan te leggen openbaar domein conform het rooilijnplan van 30 mei 2022 zoals gevoegd bij de omgevingsvergunningsaanvraag voor het verkavelen van gronden met kenmerk OMV_2021065395 (gemeentelijk kenmerk 2021/00310VK) wordt niet vastgelegd volgens datzelfde rooilijnplan.

 

art. 2

De gemeenteraad keurt voorliggende beslissing over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg zoals aangeduid op het bijgevoegde ontwerp van 30 mei 2022 zoals gevoegd bij de omgevingsvergunningsaanvraag voor het verkavelen van gronden met kenmerk OMV_2021065395 (gemeentelijk kenmerk 2021/00310VK) niet goed.             

 

art. 3

Door de verwerping vervallen volgende voorgestelde voorwaarden;

De ontwikkelaar dient een negatief bodemattest voor te leggen dat betrekking heeft op de hierbij af te stane gronden, afgeleverd door OVAM.

De afstanddoener verklaart dat hij geen weet heeft van bodemverontreiniging die schade kan berokkenen aan het gemeentebestuur van Boortmeerbeek of aan derden, of die aanleiding kan geven tot een saneringsverplichting, tot gebruikersbeperkingen of tot andere maatregelen die de overheid in dit verband kan opleggen.

 

De grondafstand dient gerealiseerd te worden voorafgaand aan de definitieve oplevering van het openbaar domein aan de gemeente Boortmeerbeek. 

Alle kosten, rechten en honoraria verbonden aan deze grondafstand zijn ten laste van de ontwikkelaar.

De ontwikkelaar dient een afschrift van de notariële akte te bezorgen aan de gemeente Boortmeerbeek om aan te tonen dat deze voorwaarde werd nageleefd.

 

art. 4

De vergunning is afhankelijk van het storten van de kosten voor de opmaak van het rooilijnplan en voor de verwerving en de verdere inrichting van voetweg 78 als trage verbinding van 3,3m tot aan de Kwijtveldstraat. Het college wordt belast met het opstellen van deze kostenraming en de verdere uitvoering.

Door de verwerping valt de opvolging van dit bij amendement toegevoegde artikel.

 

art. 5

§1. Tegen deze beslissing is overeenkomstig de artn. 24 en 25 van het decreet Gemeentewegen administratief beroep mogelijk bij de Vlaamse Regering.

 

§2. Conform de artn. 31/1 en 56 van het Omgevingsdecreet moet eerst een beroep ingesteld worden tegen de beslissing van de gemeenteraad aangaande de “zaak der wegen” en vervolgens tegen de beslissing aangaande de omgevingsvergunning.

 

Publicatiedatum: 04/10/2022
Overzicht punten

Zitting van 27 06 2022

 

 

Openbare zitting

 

2022/00025OD - toepassing Gemeentewegendecreet

 

De aanvraag gekend als 2022/00025OD (OMV_2022014142) werd ingediend op 11 februari 2022 door Campau BVBA ter plaatse Dorpsstraat 3-5-7;

 

Gelet op het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen;

 

Gelet op het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening;

 

Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijk Ordening;

 

Gelet op het Omgevingsdecreet, in het bijzonder op artikel 31:

Ҥ1. Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.

De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.

§2. Als het college van burgemeester en schepenen niet de bevoegde overheid is, die in eerste aanleg over de aanvraag beslist, dan bezorgt de gemeente de beslissing van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg binnen zestig dagen na het verzoek aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15.”

 

Gelet op het Omgevingsbesluit, in het bijzonder op artikel 47:

“Als de vergunningsaanvraag wegenwerken omvat waarvoor de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, neemt de gemeenteraad daarover een besluit. De gemeenteraad neemt daarbij kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek. Uiterlijk tien dagen na de gemeenteraadszitting stelt de gemeente de gemeenteraadsbeslissing ter beschikking hetzij van de bevoegde omgevingsvergunningscommissie als die advies moet verlenen, hetzij van het bevoegde bestuur als geen advies van een omgevingsvergunningscommissie vereist is.”

 

Gelet op de toelichting bij het Omgevingsdecreet en -besluit:

“Het decreet betreffende de omgevingsvergunning herneemt de welbekende regeling van de tussenkomst van de gemeenteraad over de zaak van de wegen. Voor alle duidelijkheid wordt ook hier herhaald:

de bevoegde overheid mag rechtstreeks weigeren zonder het dossier aan de gemeenteraad voor te leggen;

de regeling geldt zowel voor aanvragen voor stedenbouwkundige handelingen als voor stedenbouwkundige handelingen;

beslist de gemeenteraad ongunstig over de zaak van de wegen, dan kan de bevoegde overheid geen vergunning verlenen, ook niet in beroep;

de gemeenteraad spreekt zich enkel uit over de zaak van de wegen, niet over de vergunningsaanvraag;

de gemeenteraad bespreekt enkel de bezwaren die handelen over de zaak van de wegen, niet de andere bezwaarschriften.”

 

Gelet op de bepalingen dat elke beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet uitvoering geeft aan artikel 3 (doelstellingen) en aan artikel 4 (principes) van het decreet Gemeentewegen en dat elke aanvraag aan deze artikels getoetst dient te worden:

 

Artikel 3 (1 september 2019 - …)

Dit decreet heeft tot doel om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen.             

Om de doelstelling, vermeld in het eerste lid, te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op:             
1° de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau; 
2° de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.

 

Artikel 4 (1 september 2019 - …)

Bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet wordt minimaal rekening gehouden met de volgende principes:             
1° wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;
2° een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;             
3° de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;
4° wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;
5° bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen.

 

Overwegende de aanleiding en de context:

De aanvraag gekend als 2022/00025OD (OMV_2022014142) werd ingediend door Campau BVBA ter plaatse Dorpsstraat 3-5-7 (tussen kledingwinkel Mimate en de realisatie van het RUP Mouterijsite) bij de gemeente Boortmeerbeek op 11 februari 2022 in kader van de omgevingsvergunningsprocedure voor het uitvoeren van stedenbouwkundige handeling én ingedeelde inrichtingen en activiteiten. De aanvraag kadert in het slopen van 3 eengezinswoningen en het bouwen van een meergezinswoning met 7 wooneenheden op een perceel van 270m² (zonder handelsgelijksvloers; werkelijke dichtheid van 259 we/ha) met een gemiddelde netto nuttige vloeroppervlakte van 72m² (twee slaapkamers per appartement). Het gedeelte ingedeelde inrichting en activiteit kadert in de exploitatie van een warmtepomp met een vermogen van 27,4 kW conform rubriek 16.3.2°a) (klasse 3) en de exploitatie van een tijdelijke bronbemaling. Het parkeren wordt voorzien op een tweede locatie, meerbepaald in de ondergrondse parking van de Mouterijsite. Hierdoor wordt de gevel niet gebroken door een garagepoort.

 

De aanvraag is volgens het geldende gewestplan gelegen in woongebied. Sinds 17 januari 2013 is het RUP Mouterijsite van toepassing op de site, waarbij het projectgebied gelegen is in 3 verschillende zones: zone voor openbare wegenis (OW), zone voor wonen 4 (W4) en zone voor tuinen (T). Volgens de beleidsmatig gewenste ontwikkeling die door de Gemeente Boortmeerbeek werd goedgekeurd in 2019 is deze zone bestemd voor verdichting als zijnde de kern van Boortmeerbeek.

 

De omgevingsaanvraag beoogt het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor slopen van 3 eengezinswoningen en het bouwen van een meergezinswoning met 7 wooneenheden waarbij eveneens:

het voetpad wordt verbreed en opnieuw wordt aangelegd conform suggestie van rooilijn opgenomen in het RUP Mouterijsite;

 

Het voorliggende project wenst de suggestie tot rooilijn zoals opgenomen in het RUP Mouterijsite te realiseren conform bijgevoegd rooilijnplan. De aanvrager heeft geen belofte tot gratis grondafstand toegevoegd aan het dossier, wordt dat wel geïnsinueerd.

 

Beoordeling:

In de voorliggende omgevingsvergunningsaanvraag wordt door de aanvrager een ontwerp van rooilijnplan toegevoegd. Het voornemen tot wijziging (verbreding) van een deel van de Dorpsstraat geeft uitvoering aan artikel 3 (doelstellingen) en aan artikel 4 (principes) van het decreet Gemeentewegen; derhalve dient voorliggende omgevingsvergunningsaanvraag aan deze artikels getoetst te worden:

 

Artikel 3

Door de realisatie van de openbare wegenis zoals vooropgesteld in het RUP Mouterijsite wordt het eerder beperkte bestaande voetbad aan de oneven kant van de Dorpsstraat kwalitatief verbeterd door de toevoeging van 27,80m² afkomstig van het projectgebied. De bestaande woningen springen immers maximaal 3 meter uit ten opzichte van de gewenste rooilijn. Door de bestaande toestand wordt de doorgang van de zachte weggebruiker naar de Mouterijsite langs de Dorpsstraat bemoeilijkt.

 

Het voorliggende ontwerp zal de toestand ter plaatse voor wat betreft de openbare wegenis bestemd voor de zachte weggebruiker (voetgangers) gevoelig verbeteren.

 

De aansluiting van de door de aanvrager gewenste ontwikkeling ter plaatse Dorpsstraat 3-5-7 zoals hierboven beschreven doorstaat de toets van de doelstelling van het Gemeentewegendecreet. De herwaardering/opwaardering van het voetbad ter hoogte van het projectgebied bevordert de veiligheid en het gebruiksgemak van het voetpad ter plaatse.

 

Artikel 4

1° Door de realisatie van de openbare wegenis zoals vooropgesteld in het RUP Mouterijsite wordt het eerder beperkte bestaande voetbad aan de oneven kant van de Dorpsstraat kwalitatief verbeterd door de toevoeging van 27,80m² afkomstig van het projectgebied. De bestaande woningen springen immers maximaal 3 meter uit ten opzichte van de gewenste rooilijn van het RUP Mouterijsite. Door de bestaande toestand wordt de doorgang van de zachte weggebruiker naar de Mouterijsite langs de Dorpsstraat bemoeilijkt.

 

Het voorliggende ontwerp zal de toestand ter plaatse voor wat betreft de openbare wegenis bestemd voor de zachte weggebruiker (voetgangers) gevoelig verbeteren.

 

De aansluiting van de door de aanvrager gewenste ontwikkeling ter plaatse Dorpsstraat 3-5-7 zoals hierboven beschreven doorstaat de toets van de doelstelling van het Gemeentewegendecreet. De herwaardering/opwaardering van het voetbad ter hoogte van het projectgebied bevordert de veiligheid en het gebruiksgemak van het voetpad ter plaatse.

 

2° De ontworpen rooilijn op de projectsite realiseert de beoogde rooilijn uit het RUP Mouterijsite, waarbij de goedkeuring van het RUP Mouterijsite kan gekaderd worden als ten behoeve van het algemeen belang.

 

3° De voorgestelde aanvraag ontsluit enkel de percelen van het projectgebied en bevorderd de circulatie van de voetgangers in het centrum van Boortmeerbeek.

 

4° Gelet op de specifieke ligging is de inpassing van de voorgestelde maatregel in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief afwezig.

 

5° Het voorgestelde ontwerp doet geen afbreuk aan eerdere beleidsbepalingen van gemeente Boortmeerbeek zoals het verkeersleefbaarheidsplan.

 

Artikel 12 van het decreet Gemeentewegen maakt het mogelijk om de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg op te nemen in een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen, op voorwaarde dat het gevraagde past in het kader van de realisatie van de bestemming van de gronden. Die mogelijkheid geldt volgens het decreet slechts voor zover de omgevingsaanvraag een ontwerp van rooilijnplan bevat, dat voldoet aan de decretale eisen op het vlak van de vorm en inhoud van gemeentelijke rooilijnplannen of voor zover de aanvraag een grafisch plan met aanduiding van de op te heffen rooilijn bevat.

Voorliggende aanvraag bevat een rooilijnplan en de gemeenteraad kan derhalve een beslissing nemen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg.

 

Het openbaar onderzoek m.b.t. de omgevingsaanvraag voor stedenbouwkundige handelingen en exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit loopt van 6 maart 2022 tot en met 4 april 2022, werden 2 unieke bezwaarschriften ingediend. Deze bezwaarschriften beschrijven 0 elementen die betrekking hebben op de toepassing van het Gemeentewegendecreet. Naar aanleiding van een wijzigingsverzoek van de aanvrager (in functie van een negatief extern advies) werd de aanvraag gewijzigd op 2 mei 2022. Er werd een nieuw openbaar onderzoek georganiseerd van 12 mei 2022 tot en met 10 juni 2022. Tijdens dit openbaar onderzoek werden 0 unieke bezwaren ingediend.

 

Niemand kan een gemeenteweg aanleggen, wijzigen, verplaatsen of opheffen zonder voorafgaande goedkeuring van de gemeenteraad. Het is tevens de uitdrukkelijke bevoegdheid van de gemeente om de ligging en de breedte van de gemeentewegen op haar grondgebied vast te leggen in gemeentelijke rooilijnplannen, dit ongeacht de eigenaar van de grond.

 

Artikel 16 en artikel 20 van het Decreet houdende de Gemeentewegen bepalen dat het rooilijnplan resp. het grafisch plan de eventuele waardevermeerdering bevat. Artikel 28 van het Gemeentewegendecreet bepaalt dat de waardevermindering of -vermeerdering wordt vastgesteld door een landmeter-expert, aangesteld door de gemeente. Juridisch volgt hieruit dat de kandidaat-vergunningsaanvrager nog voor het indienen van een vergunningsaanvraag het college van burgemeester en schepenen zou moeten vragen om een landmeter-expert aan te stellen in functie van het vaststellen van de min/meerwaarde. De aanvrager van de voorliggende ontwikkeling heeft aan de Gemeente Boortmeerbeek een schatting gevraagd van de waardevermindering of -vermeerdering. De schatting werd uitgevoerd door Landmeter Cuyt waarvan een rapport werd gemaakt dd. 25 januari 2022. De geschatte minwaarde bedraagt € 6.200,00 EUR.

 

Voorliggende aanvraag bevat een inrichtingsplan en bijhorende meetstaat. Voor de inrichting van het toekomstige openbaar domein wordt er echter gevraagd aan de ontwikkelaar, zoals gebruikelijk, om in overleg te treden met het college van burgemeester en schepenen in kader van een bijgestuurd inrichtingsplan en de bijhorende meetstaat en dit in een volgende fase van het dossier ter goedkeuring aan de Gemeenteraad van Boortmeerbeek.             

 

Gelet op het decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

 

BESLUIT: eenparig.
 

art. 1

De rooilijn voor het gedeelte van de Dorpsstraat waarop het rooilijnplan van 26 augustus 2021 zoals gevoegd bij de omgevingsvergunningsaanvraag voor stedenbouwkundige handelingen met kenmerk OMV_2022014142 (gemeentelijk kenmerk 2022/00025OD) wordt vastgelegd volgens datzelfde rooilijnplan.

 

art. 2

De gemeenteraad keurt voorliggende beslissing over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg zoals aangeduid op het bijgevoegde ontwerp van 26 augustus 2021 zoals gevoegd bij de omgevingsvergunningsaanvraag voor stedenbouwkundige handelingen met kenmerk OMV_2022014142 (gemeentelijk kenmerk 2022/00025OD) goed.             
Het desbetreffende lot kan worden beschreven als 27,80a groot, van vorm gelijkend op een parallellogram en bestemd voor gratis grondafstand. De gemiddelde diepte bedraagt gemiddeld ± 2,5 meter en de geschatte diepte betreft gemiddeld ±13,25 meter volledig gelegen langs de Dorpsstraat. Dit lot zal gratis aan de gemeente Boortmeerbeek worden afgestaan om gevoegd te worden bij het openbaar wegdomein. Voor dit gedeelde van het plangebied wordt de rooilijn van de Dorpsstraat juridisch vastgelegd door middel van bijgevoegd rooilijnplan.

 

art. 3

De ontwikkelaar moet een negatief bodemattest voorleggen dat betrekking heeft op de hierbij af te stane gronden, afgeleverd door OVAM.

De afstanddoener verklaart dat hij geen weet heeft van bodemverontreiniging die schade kan berokkenen aan het gemeentebestuur van Boortmeerbeek of aan derden, of die aanleiding kan geven tot een saneringsverplichting, tot gebruikersbeperkingen of tot andere maatregelen die de overheid in dit verband kan opleggen.

 

art. 4

De grondafstand moet uiterlijk bij de eerste verkoop van een bouwlot gebeuren en dit bij het verlijden van de desbetreffende akte.

Alle kosten, rechten en honoraria verbonden aan deze grondafstand zijn ten laste van de ontwikkelaar.

De ontwikkelaar dient een afschrift van de notariële akte te bezorgen aan de gemeente Boortmeerbeek om aan te tonen dat deze voorwaarde werd nageleefd.

 

art. 5

§1. Tegen deze beslissing is overeenkomstig de artn. 24 en 25 van het decreet Gemeentewegen administratief beroep mogelijk bij de Vlaamse Regering.

 

§2. Conform de artn. 31/1 en 56 van het Omgevingsdecreet moet eerst een beroep ingesteld worden tegen de beslissing van de gemeenteraad aangaande de “zaak der wegen” en vervolgens tegen de beslissing aangaande de omgevingsvergunning.

 

art. 6
Dit besluit van de gemeenteraad is nietig:

wanneer de omgevingsvergunningsaanvraag voor stedenbouwkundige handelingen met dossiernummer OMV_2022014142 (gemeentelijk kenmerk 2022/00025OD) niet wordt verleend, of wanneer deze in administratief of jurisdictioneel beroep wordt vernietigd;

wanneer het voorwerp van de omgevingsvergunning niet binnen de in de vergunning voorziene of wettelijke termijn wordt gerealiseerd.

 

Publicatiedatum: 04/10/2022
Overzicht punten

Zitting van 27 06 2022

 

 

Openbare zitting

 

Kosteloze grondafstand restperceel Salvialaan

 

Gelet op de e-mail van Ibens Landmeters uit Kontich namens Segro Management van 25 oktober 2022 houdende de vraag om een restperceel af te staan aan de gemeente Boortmeerbeek;

 

Overwegende dat een strook grond wordt afgestaan om te worden ingelijfd in het openbaar domein van de gemeente;

 

Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 8 november 2021  houdende de beslissing om het restperceel in de de Salvialaan, kadastraal gekend als afdeling 2, sectie B en perceelnummer 462Z met een geschatte oppervlakte van 29m2 kosteloos over te nemen en toe te voegen aan het privaat patrimonium van de gemeente Boortmeerbeek;

 

Gelet op de ontwerpakte;

 

Gelet op het uittreksel van het kadastraal bescheiden;

 

Gelet op het hypothecair getuigschrift van de eigendom;

 

Gelet op het bodemattest;

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

 

BESLUIT: eenparig.
 

art. 1

Een perceel grond, kadastraal gekend als afdeling 2, sectie B en perceelnummer en met gereserveerd perceelnummer 462Z, met een geschatte oppervlakte van 29 m² kosteloos over te nemen en in te lijven in het openbaar domein.

 

art. 2

Karin Mathilda Derua, burgemeester, ingevolge het delegatiebesluit van 28 januari 2019 van de voorzitter Steven Michiels, en Johan Petrus Robert Smits, algemeen directeur, de volmacht te verlenen de akte van de grondafstand in naam van de gemeente Boortmeerbeek te ondertekenen.

 

Publicatiedatum: 04/10/2022
Overzicht punten

Zitting van 27 06 2022

 

 

Openbare zitting

 

Project digibanken

 

Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 24 januari 2022 betreffende de deelname aan het project digibanken in de schoot van IGO div;

 

Gelet op het mailbericht van de projectverantwoordelijke van IGO div van 8 juni 2022 betreffende het verdere verloop van de subsidieaanvraag;

 

Overwegende dat het noodzakelijk is het project, dat via het gemeentebestuur moet verlopen, te laten opvolgen door het college van burgemeester en schepenen en de overeenkomst namens de gemeenteraad af te sluiten op basis van de nu gekende elementen;

 

Overwegende dat de gemeenteraad principieel het opzet van het project digibanken onderschrijft;

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

 

BESLUIT: eenparig.
 

art. 1

Een overeenkomst met IGO div en de deelnemende gemeenten af te sluiten over de indiening van een gesubsidieerd project digibanken.

 

art. 2

De tekst van de overeenkomst als volgt goed te keuren:

"IGO div, vertegenwoordigd door Geert Van Aerschot, algemeen directeur, De Vunt 17 te 3220 Holsbeek, verder de promotor en uitvoerder genoemd, en de gemeente Boortmeerbeek, vertegenwoordigd door de heer Johan Smits, algemeen directeur en mevrouw Karin Derua, burgemeester, Pastorijstraat 2 te 3190 Boortmeerbeek, en de overige deelnemende gemeenten, verder de partners genoemd, komen het volgende overeen:

Artikel 1

In deze overeenkomst leggen IGO div (promotor) en de overige partners een aantal onderlinge afspraken vast die verbonden zijn aan de uitvoering van een overeengekomen  samenwerkingsstrategie. Het hoofddoel is de uitvoering van het digibankenproject ‘DIGIDO(e)’ zoals verderop omschreven in deze overeenkomst. De uitvoering van deze samenwerkingsovereenkomst is onder voorbehoud van de goedkeuring van het projectvoorstel door de Vlaamse Gemeenschap, Departement Werk en Sociale Economie.

Artikel 2

De overeenkomst wordt afgesloten voor de duur van het project, 2 jaar, met begindatum² 1 januari 2023 en einddatum 31 december 2024. Deze termijn valt samen met de periode waarvoor subsidiëring mogelijk is. De partners engageren zich om ook na deze periode van 2 jaar het project op een duurzame manier trachten verder te zetten. De wijze waarop zal tijdens de looptijd van het implementatietraject verder uitgewerkt worden en afhankelijk zijn van de resultaten van het project en de evaluatie van de werking tijdens het 2e projectjaar.

Artikel 3

Het departement Werk en Sociale Economie van Vlaamse Gemeenschap lanceerde een projectoproep ’Digibanken’ die deel uitmaakt van het Nationale Plan voor Herstel en Veerkracht binnen het Europese Herstelfonds (RRF). IGO div diende als promotor in opdracht van de gemeenten Aarschot, Bierbeek, Begijnendijk, Boortmeerbeek, Haacht, Herent en Scherpenheuvel-Zichem een projectvoorstel in voor een voortraject met als titel ‘Digibanken IGO’ en mocht na goedkeuring door het Departement Werk en Sociale Economie een voortraject aanvatten op 1 mei 2022. Tijdens het voortraject (periode 01 mei 2022 tot 31 augustus 2022) wordt er ingezet op de verdere uitwerking en bekrachtiging van de samenwerkingsstrategie met bijhorende begroting en het project met het oog op een opstart in het implementatietraject. Bij het indienen van de rapportering van het voortraject, uiterlijk op 31 augustus 2022, zal IGO div deze samenwerkingsovereenkomst, de bijhorende samenwerkingsstrategie tussen de partners en de projectbegroting indienen.

Artikel 4

IGO div en de gemeenten Aarschot, Bierbeek, Begijnendijk, Boortmeerbeek, Haacht, Herent en Scherpenheuvel-Zichem hebben de ambitie om de digitale kloof te verkleinen. Via dit gezamenlijk project wordt er ingezet op digitale inclusie van mensen in een kwetsbare positie middels een laagdrempelige toegang tot het gebruik van digitale technologie, de versterking van digitale vaardigheden én ondersteuning op maat. Iedereen digitaal op weg met IGO in de gemeenten Aarschot, Bierbeek, Begijnendijk, Boortmeerbeek, Haacht, Herent en Scherpenheuvel-Zichem dus. Er werd voor de naam ‘DIGIDO(e)’ gekozen voor het project, waarbij ‘DIGI’ verwijst naar de digibank, ‘Do’ staat voor doen (activeren van kwetsbaren) en de (e) staat voor ‘iedereen, inclusief’. Het project ‘DIGIDO(e)’ is opgezet rond 3 globale doelstellingen (toegang, vaardigheden en ondersteuning op maat):

1. Gelijke toegang tot digitale technologie door laptops, schermen en andere hardware voorwaardelijk beschikbaar te stellen.

2. Via opleiding en kennisdeling digitale vaardigheden versterken, zowel persoonlijke vaardigheden als technische vaardigheden, bijvoorbeeld door IT materiaal te herstellen.

3. Via begeleiding zorgen voor een verbeterde digitale toegang tot essentiële diensten zoals de digitale dienstverlening vanuit de Vlaamse overheid, Tax on-web… De digibanken zullen lokaal toegankelijk zijn vanuit het principe dat het essentieel is een aanbod te organiseren dat zich dicht bij de mensen situeert én waarbij er outreachend wordt gewerkt. Daarmee wordt getracht de drempel naar hulp en ondersteuning zo laag mogelijk te maken. Toeleiding en doorverwijzing vanuit de werking van de verschillende partners is daarbij erg belangrijk. Het aanbod van de digibank ‘DIGIDO(e)’ voor de kwetsbare doelgroep omvat in grote lijnen volgende elementen: het verkrijgen/uitlenen van een digitaal toestel, begeleiding en ondersteuning bij digitale en/of technische vragen en de organisatie van diverse workshops en/of lessenreeksen inzake het opdoen of aanscherpen van digitale basisvaardigheden en het gebruik van digitale essentiële diensten. De vooropgestelde resultaten die het project Digibanken tijdens het implementatietraject beoogt, staan nader omschreven in de samenwerkingsstrategie. Het betreffende document maakt integraal deel uit van het ingediende projectvoorstel en wordt toegevoegd aan deze samenwerkingsovereenkomst. Elk lokaal digibankenproject verbindt er zich door het intekenen op het implementatietraject toe om minimaal 1.000 personen behorende tot de doelgroep te bereiken binnen de gesubsidieerde projectperiode.

Artikel 5

IGO div zal enerzijds de rol van promotor van het project ‘DIGIDO(e)’ opnemen met het oog op het indienen van een aanvraag bij het Departement Werk en Sociale Economie voor een implementatietraject en anderzijds zowel een coördinerende als uitvoerende rol opnemen na goedkeuring. Dit houdt onder meer in dat IGO div : - In staat voor het dagelijks beheer en de globale coördinatie; - de kwaliteitsvolle werking van de overlegvergaderingen en eventuele activiteiten implementeert, organiseert, coördineert, coacht, bewaakt, evalueert; - de administratie m.b.t. het project verzorgt; - is belast met alle financiële verrichtingen en maakt jaarlijks een begroting en afrekening op die aan de partners wordt voorgelegd; - in staat voor een vlotte interne en externe communicatie; - de projectstuurgroep organiseert, opvolgt en verantwoordelijk is voor de opmaak van verslagen en het jaarverslag; - het personeel aanwerft en sturing geeft aan de projectmedewerkers; - in staat voor de informatiedoorstroom van de subsidiërende overheid naar de partners en omgekeerd; - de afstemming, ontwikkeling en het onderhoud van de samenwerking bewaakt en stuurt. IGO div zal een projectstuurgroep oprichten die 2 keer per jaar samen komt. Daarin zijn minimaal de projectpartners die worden vermeld in deze overeenkomst afgevaardigd. De projectstuurgroep bespreekt periodiek de globale en praktische projectopvolging, de strategie, het inhoudelijke projectverloop, de rapportering inzake algemene, financiële en administratieve zaken, signaalfunctie naar hogere overheden enz. Om de rol van promotor en coördinator naar behoren in te kunnen vullen, zal IGO div voor de volledige duur het nodige personeel inzetten op B-niveau. Dit personeel zal zowel coördinerende als uitvoerende taken opnemen. Wat betreft de concrete uitvoering zal de medewerker van IGO div op basis van de afspraken in de samenwerkingsstrategie regelmatig aanwezig zijn in de verschillende gemeenten en als aanspreekpunt zijn voor de partners, doorverwijzers enz. 5/11 De gemeenten Aarschot, Bierbeek, Begijnendijk, Boortmeerbeek, Haacht, Herent en Scherpenheuvel-Zichem zullen in hun rol als partner(s): - lokaal infrastructuur (zowel wat informatica als gebouwen betreft) ter beschikking stellen voor de praktische uitvoering van het project. Dit houdt onder andere in er voor de periodes dat de projectmedewerker(s) aanwezig zijn in de gemeenten, voorzien wordt in huisvesting (bureau, stoel, …) en technische computerinfrastructuur (internetaansluiting, printmogelijkheid, …). Dit wordt nader vermeld in de samenwerkingsstrategie; - hun communicatiekanalen ter beschikking stellen voor diverse communicatiedoeleinden tijdens de uitvoering van het project; - het project zowel binnen hun interne werking als extern bekend maken; - hun medewerkers (gemeente, OCMW) inschakelen om de toeleiding vanuit de diverse dienstverlening van het lokaal bestuur naar het project te verzorgen; - Informaticamateriaal (laptops, smartphones, tablets,…) dat in aanmerking komt om hergebruikt te worden, toe leiden naar IGO div en/of 1 of meerdere partners die zijn aangeduid om dergelijk materiaal te ‘refurbishen’ opdat het in gebruik kan genomen worden binnen de werking van de digibank; - Een mandataris/medewerker afvaardigen die aanwezig is op de jaarlijkse stuurgroep vergaderingen; Er worden voor de concrete uitvoering van de 3 doelstellingen van het project en enkele specifieke opdrachten zoals de organisatie van workshops en lessenreeksen inzake digitale vaardigheden, het herstellen (refurbishen) van laptops, tablets en smartphones die vanuit het project en de partners toe geleid worden enz. ook samenwerkingsovereenkomsten met andere partners aangegaan door IGO div als promotor. Indien noodzakelijk zal IGO div daarvoor ook gebruik maken van de regelgeving op overheidsopdrachten. Dit alles zal ook nader omschreven worden in de samenwerkingsstrategie.

Artikel 6

Als promotor zal IGO div de aanvraag voor een implementatietraject indienen én beheert het de subsidies die toegekend worden. IGO div verbindt zich er toe om de ontvangen subsidies volgens de modaliteiten omschreven in deze overeenkomst en de samenwerkingsstrategie, over te maken aan de partners. IGO div betaalt pas subsidies uit aan de partners die daar aanspraak op maken nadat het zelf de subsidies heeft ontvangen van het Departement Werk en Sociale Economie. De financiële criteria en regels van de Vlaamse Gemeenschap, Departement Werk en Sociale Economie, zijn van toepassing en bindend voor alle contracterende partijen.  IGO div maakt een meerjarenbegroting op voor de looptijd van het project. Deze zal maakt samen met de samenwerkingsstrategie deel uit van deze overeenkomst. Indien vereist voor de afrekening ter attentie van de subsidieverstrekkers, leveren de partners aan IGO div bewijzen met betrekking tot de gemaakte kosten. Alle in deze overeenkomst vermelde partners worden beschouwd als mede-uitvoerders en verbinden zich er toe om alle maatregelen te nemen om de acties waarvoor ze verantwoordelijk zijn, zoals omschreven in de samenwerkingsstrategie, tot een goed einde te brengen. De kosten die niet subsidiabel zijn, die voortkomen uit het feit dat de subsidies voor het project ontoereikend zijn om de effectief gemaakte kosten te dekken en/of voortkomen uit eventuele terugvorderingen van reeds verstrekte subsidies door het Departement Werk en Sociale Economie, worden verdeeld tussen de deelnemende gemeenten op basis van het inwonersaantal. Hiertoe stuurt IGO een jaarlijkse afrekeningsfactuur aan de betreffende gemeenten. Zolang IGO div kan genieten van de erkenning als kostendelende vereniging en de deelnemende gemeenten vennoot blijven van IGO div, is er geen BTW verschuldigd op de vermelde bedragen. Alle betalingen gebeuren door storting op het rekeningnummer BE36 7364 0325 0181 van IGO div, met vermelding van de gestructureerde mededeling. Alle betalingen geschieden binnen 30 kalenderdagen na facturatiedatum. Facturen die op de vervaldag niet betaald zijn, zullen van rechtswegen en zonder voorafgaande ingebrekestelling verhoogd worden met een verwijlinterest van 8,5% op jaarbasis op het verschuldigde bedrag, te rekenen vanaf de factuurdatum en dit tot aan de gehele voldoening, waarbij elk gedeelte van een maand voor een gehele maand wordt gerekend. Voormelde verwijlinterest zal overeenkomstig art. 1154 van het BW worden gekapitaliseerd.

Artikel 7

Alle partners verbinden zich er toe de regels van de Vlaamse Gemeenschap, Departement Werk en Sociale Economie, inzake communicatie en publiciteit te volgen. Dit omvat een verplicht te gebruiken communicatiepakket. Dit pakket wordt gebruikt bij de briefwisseling, bij gebeurtenissen zoals conferenties, vakbeurzen, contacten met de media, op documenten aangaande het project, bij de aanmaak van audiovisueel materiaal en op publicaties. Het specifieke digibanken-logo wordt duidelijk vermeld op alle communicatiedragers die gericht zijn op het informeren van alle externe doelgroepen, de media en het grote publiek. De partners gebruiken het logo van zodra ze naar buiten komen met alle communicatie-acties rond het project, het promoten ervan en de bekendmaking van de resultaten. De partners verbinden zich er daarnaast toe om alle mogelijke behaalde resultaten in het kader van het project (producten, instrumenten, methodes, …) publiek te maken en eveneens de overdracht naar derde partijen mogelijk te maken.

Artikel 8

De partners verbinden zich er toe loyaal samen te werken om het partnerschap en het project tot een goed einde te brengen, binnen het kader van de projectaanvraag en de verdere beslissingen die daaromtrent binnen het partnerschap worden genomen. Daarnaast verbinden de partners zich er middels deelname aan het project toe om de toepasselijke wettelijke en reglementaire bepalingen, opgelegd door de hogere overheden en subsidieverstrekkers, na te leven. Indien een partner nalaat enige verplichting volgend uit deze overeenkomst en de toepasselijke wettelijke en reglementaire bepalingen na te leven of een beslissing van de promotor of stuurgroep miskent, is hij ten volle aansprakelijk voor alle nadelige gevolgen die daaruit zouden voortvloeien voor het partnerschap, voor één of meerdere partners of voor enige derden. Indien een partner niet tegemoet komt aan de hierboven vernoemde verplichtingen en/of zich gedraagt op een wijze die strijdig is met de goede uitvoering van het project, kan hij uitgesloten worden van het partnerschap. De betrokken partner wordt voorafgaand aan een beslissing tot uitsluiting schriftelijk op de hoogte gesteld, wordt gehoord omtrent de feiten die hem ten laste worden gelegd en krijgt de kans om binnen een termijn van 30 dagen de noodzakelijke rechtzettingen te verrichten. De beslissing tot uitsluiting wordt genomen door het partnerschap, met eenparigheid van stemmen van de overige, niet bij de feiten betrokken partners. Een partner kan zich enkel terugtrekken uit het project en het partnerschap, mits geen afbreuk wordt gedaan aan de aard van het project. Ingeval de terugtrekking een budgetverstoring met zich meebrengt, is de betrokken partner ten volle aansprakelijk voor alle nadelige gevolgen die daaruit zouden voortvloeien voor één of meerdere partners. De betreffende partner verbindt zich er toe om bijkomende middelen ter beschikking te stellen om het budget opnieuw in evenwicht te brengen en de andere partners te vrijwaren.

Artikel 9

Alle partners verbinden zich er toe om bij wijzigingen aan de huidige overeenkomst (bijv. samenstelling, taakverdeling, financiële aspecten…) een addendum aan de huidige overeenkomst toe te voegen en deze ter goedkeuring aan de beslissingsorganen van de respectievelijke deelnemers voor te leggen.

Artikel 10

Wat deze overeenkomst betreft, zijn de contactpersonen Geert Van Aerschot, algemeen Directeur, voor IGO div en Johan Smits, algemeen directeur voor gemeente Boortmeerbeek.

Voor de uitvoering zijn de contactpersonen:

• voor IGO div: Martine Bosscher, teamcoach Mens

• voor IGO div: Beriel Mertens, Manager Beleidsondersteuning

• voor gemeente Boortmeerbeek: Katrien Willekens, diensthoofd sociale dienst

Artikel 11

IGO div hecht groot belang aan de persoonlijke levenssfeer en verwerkt de persoonsgegevens die haar worden verstrekt met de grootste zorg. Het privacybeleid van IGO div valt onder het algemeen gevoerde informatieveiligheidsbeleid en is te consulteren op https://www.igo.be/igo/privacyverklaring.

Artikel 12

Betwistingen

De partnerschapsovereenkomst wordt beheerst door het Belgisch recht, inbegrepen de relevante Europese wetgeving en reglementering. Alle geschillen in verband met de uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst worden beslecht door de bevoegde rechtbank van het arrondissement Leuven."

 

art. 3

In afwachting van de verdere uitrol het college van burgemeester en schepenen te machtigen met IGO div en de deelnemende gemeenten verdere afspraken over de invulling van het project te maken teneinde de subsidiëring maximaal te vrijwaren.

 

art. 4

De burgemeester Karin Derua, bij delegatie door de voorzitter van de gemeenteraad van 15 december 2021, en Johan Smits, algemeen directeur, te machtigen de overeenkomst met IGO div en de deelnemende gemeenten namens de gemeenteraad te ondertekenen.

 

Publicatiedatum: 04/10/2022
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Zitting van 27 06 2022

 

 

Openbare zitting

 

Statuten, huishoudelijk reglement en afsprakennota gemeentelijke adviesraad voor milieu en natuur (MAR)

 

Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 21 december 2009 betreffende de vaststelling van de statuten, het huishoudelijk reglement en de afsprakennota voor de gemeentelijke adviesraad voor natuur en milieu (MAR);

 

Overwegende dat de gewijzigde wetgeving en de evolutie in de werking van de milieuadviesraad Boortmeerbeek een wijziging van de statuten, het huishoudelijk reglement en de afsprakennota met de milieuadviesraad Boortmeerbeek noodzakelijk maken;

 

Gelet op het advies van de milieuadviesraad van 10 mei 2022;

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

 

BESLUIT: eenparig.
 

art. 1

De statuten van de milieuadviesraad Boortmeerbeek te hernieuwen en als volgt vast te stellen:

 

1. NAAM EN ZETEL

 

Artikel 1

De gemeentelijke adviesraad voor milieu en natuur van Boortmeerbeek draagt de naam ‘Milieuadviesraad Boortmeerbeek’, hierna MAR genoemd.
De zetel van de MAR is gevestigd in het gemeentehuis van de gemeente Boortmeerbeek.

 

Artikel 2

De MAR is een door de gemeenteraad opgerichte adviesraad die onafhankelijk is van andere publieke/privé organisaties en organen.

De MAR stelt autonoom zijn agenda op en brengt advies uit over milieu, klimaat- en natuuraangelegenheden zoals bepaald in haar doelstellingen.
Deze agenda wordt door burgemeester en schepenen goedgekeurd. Zij zullen voornamelijk waken over de wettelijke aspecten.

 

2. DOELSTELLINGEN

 

Artikel 3 – Algemeen

De MAR staat het gemeentebestuur in al zijn geledingen bij door het verlenen van zinvolle en gefundeerde adviezen over het gemeentelijk milieu-, klimaat- en natuurbeleid teneinde, het behoud en het herstel van de natuur, het landschap en het leefmilieu in de gemeente Boortmeerbeek te verbeteren:

        Hetzij op verzoek van het college van burgemeester en schepenen of van de gemeenteraad;

        Hetzij op eigen initiatief.

Artikel 4 – Onderwerpen adviesverlening

In een afsprakennota tussen de MAR en het gemeentebestuur wordt vastgelegd over welke onderwerpen het gemeentebestuur in ieder geval het advies van de MAR vraagt.

 

3. SAMENSTELLING VAN DE MAR

 

Artikel 5

De MAR is samengesteld uit stemgerechtigde leden, niet-stemgerechtigde leden, deskundigen, waarnemers en de gemeentelijke milieuambtenaar.
De stemgerechtigde en niet-stemgerechtigde leden moeten gedomicilieerd zijn in de gemeente Boortmeerbeek.

De stemgerechtigde leden van de MAR kiezen een voorzitter en ondervoorzitter.

Het samenwerken met andere gemeentelijke adviesraden wordt aangemoedigd.

Ten hoogste twee derde van de stemgerechtigde leden is van hetzelfde geslacht.
 

§1. De stemgerechtigde leden zijn:

        Vertegenwoordigers die effectief lid zijn van een vereniging, instelling of organisatie waarvan de werking zich situeert op het grondgebied van de gemeente Boortmeerbeek en die in haar werking belangstelling stelt in de milieu-, klimaat- of natuurproblematiek. Het betreft dus afgevaardigden van de volgende organisaties:

        Milieu- en natuurverenigingen;

        Jachtverenigingen;

        Onderwijsinstellingen;

        Sociaal-culturele organisaties en vormingsorganisaties;

        Beroepsgroepen en –organisaties.

Verenigingen, instellingen of organisaties duiden bij het begin van de legislatuur nominatief een plaatsvervanger aan die bij afwezigheid van de titularis stemgerechtigd is.

        Onafhankelijke geïnteresseerde inwoners met enige deskundigheid inzake milieu en natuur, hetzij door vorming, hetzij door bijscholing, hetzij beroepshalve, kunnen eveneens lid worden van de MAR.
Onafhankelijke geïnteresseerde inwoners mogen geen plaatsvervanger aanduiden.

Elke afgevaardigde kan slechts één vereniging vertegenwoordigen. De stemgerechtigde afgevaardigde (of zijn plaatsvervanger) mag geen gemeentelijk politiek mandaat uitoefenen in de gemeenteraad, OCMW-raad of Bijzonder comité.

 

§2. De niet- stemgerechtigde leden zijn:

        Vertegenwoordigers die effectief lid zijn van een vereniging maar waarvan de vereniging niet als stemgerechtigd in de MAR vertegenwoordigd kan opgenomen worden;

        Vertegenwoordigers die effectief lid zijn van een vereniging maar waarvan de vertegenwoordiger niet als stemgerechtigd in de MAR kan opgenomen worden;

        Schepen van leefmilieu en/of burgemeester als coördinatie-element tussen het gemeentebestuur en de adviesraad;

        Elke fractie in de gemeenteraad mag één vertegenwoordiger aanduiden.

        De algemeen directeur of zijn afgevaardigde.

Niet-stemgerechtigde leden kunnen deelnemen aan de discussies. Deze personen kunnen geenszins drukken op het formuleren van het advies.
De onafhankelijke werking van de MAR mag hierdoor niet in het gedrang komen.

§3. De deskundigen:

 

De MAR kan beslissen om, in functie van het te behandelen onderwerp, een beroep te doen op externe deskundigen. Deze deskundigen hebben geen stemrecht.

Een vertegenwoordiger van de intergemeentelijke milieudienst van de intercommunale Interleuven kan de vergadering altijd als deskundige bijwonen.

 

§4. Waarnemers

 

Elk lid van de gemeenteraad, ook al is het niet aangeduid als een niet-stemgerechtigd lid, kan te allen tijde de vergadering van de MAR bijwonen.
Zij mogen geen enkele tussenkomst doen.

 

§5. Voorzitter, ondervoorzitter en secretaris

 

De voorzitter en de ondervoorzitter van de MAR worden individueel gekozen door, maar niet noodzakelijk uit, de stemgerechtigde leden. De stemming hieromtrent is geheim.

De voorzitter en de ondervoorzitter van de MAR mogen geen politiek mandaat bekleden. Om verkozen te zijn tot voorzitter, of ondervoorzitter, dient de kandidaat de gewone meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen te behalen.

Voorzitter en ondervoorzitter worden voor een maximumtermijn van drie jaar verkozen. Zij zijn her verkiesbaar.

Het mandaat van deze nieuwe verkozen of her verkozen Voorzitter, en ondervoorzitter eindigt bij het einde van de betrokken legislatuur.

De milieuambtenaar vervult de rol van secretaris. Bij afwezigheid van de secretaris op een vergadering, stelt de raad een lid aan om het ontwerp verslag van de vergadering op te stellen.

 

§ 6. Werkgroep

 

De MAR kan beslissen tijdelijk een ad hoc werkgroep op te richten.
Deze werkgroep is samengesteld uit stemgerechtigde leden, eventueel aangevuld met deskundigen.  
Deze werkgroep brengt verslag uit op de MAR-vergaderingen en kan geen autonome beslissingen nemen.

 

§ 7. Stemmen

 

De Mar streeft naar consensus tussen de stemgerechtigden over de adviezen.

Indien geen consensus bereikt wordt, dient door de stemgerechtigden hoofdelijk gestemd te worden.

Ieder stemgerechtigd lid kan te allen tijde de hoofdelijke stemming vragen.

 

Een advies/stemming kan maar gebeuren als minstens 1/3 van de stemgerechtigden aanwezig is.

 

Bij stemming wordt het advies goedgekeurd bij gewone meerderheid.

Bij wijzigingen aan de statuten, huishoudelijk reglement en /of afsprakennota of eventuele tuchtmaatregel/ uitsluiting van een lid moet minstens 3/4van de stemgerechtigden aanwezig zijn en is een meerderheid van 2/3 der stemmen vereist

Bij gelijk aantal stemmen wordt een tweede maal gestemd. Indien hierbij opnieuw een gelijk aantal stemmen wordt genoteerd, wordt het advies verworpen.

Het stemresultaat (aantal ja/ neen/ onthouding) wordt in het verslag vermeld

 

Artikel 6

De gemeenteraad bepaalt volgens de procedure opgenomen in artikel 304 van het Decreet over het Lokaal Bestuur, de samenstelling van de MAR en houdt hierbij rekening met een aantal evenwichten:

        Het aantal stemgerechtigde leden van de MAR bestaat voor minstens één derde uit vertegenwoordigers van milieu- en natuurverenigingen;

        Mannen en vrouwen zijn voor ten minste één derde vertegenwoordigd binnen het aantal stemgerechtigde leden;

        Het aantal niet-stemgerechtigde leden bedraagt maximaal de helft van het aantal stemgerechtigde leden.

4. INSTALLATIE VAN EN TOETREDING TOT DE MAR

 

Artikel 7 – Installatie van de raad

Bij het begin van een bestuursperiode doet het college van burgemeester en schepenen een publieke oproep tot geïnteresseerde kandidaten en verenigingen. Daarvoor gebruikt zij de gemeentelijke kanalen die haar op dat ogenblik ter beschikking staan (nieuwsbrief, website, lichtkrant, …).

 

Personen die zich kandidaat willen stellen voor het lidmaatschap van de MAR moeten op basis van artikel 5 §1 en 2 van dit statuut hun gemotiveerde kandidatuur schriftelijk richten aan het college van burgemeester en schepenen.
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de geldigheid van de kandidaturen.
Personen wiens kandidatuur wordt aanvaard, worden aan de gemeenteraad voorgedragen tot lid van de MAR. Zij worden door het college van burgemeester en schepenen uitgenodigd op de installatievergadering van de MAR.
Binnen een termijn van 6 maanden na de aanvang van de nieuwe bestuursperiode moet de MAR geïnstalleerd zijn.

 

Artikel 8 – Toetreding tot de MAR tijdens de bestuursperiode

In de loop van de bestuursperiode kunnen geïnteresseerde burgers of verenigingen zich bij het college van burgemeester en schepenen kandidaat stellen.
In geval van ontslag van één der leden kan de gemeenteraad uit deze kandidaten een vervanger aanduiden met in acht name van de bepalingen in artikel 6 van dit statuut.

 

Zo het aantal kandidaten dat zich op die manier meldt zo samengesteld is dat de voorwaarden van artikel 6 van dit staat vervuld blijven, kan de gemeenteraad tot uitbreiding besluiten.
 

5. ALGEMENE WERKING

 

Artikel 9 – Taakverdeling

De taken van de voorzitter:

        Het voorzitten van de vergaderingen van de MAR;

        Het vertegenwoordigen van de MAR;

        Het opstellen van de agenda van de vergaderingen, in overleg met het college van burgemeester en schepenen;

        Het uitnodigen van deskundigen, in functie van de te behandelen agendapunten;

        Het contact met het gemeentebestuur.

De taak van de ondervoorzitter:

        Vervanging van de voorzitter en uitvoering van zijn takenpakket bij afwezigheid van deze;

        Ondersteuning van de voorzitter bij zijn taken, o.a. via overleg tussen de vergaderingen.

De taken van de milieuambtenaar:

        Het opmaken en versturen van de uitnodigingen, alsook het versturen van de verslagen en briefwisseling;

        Het zorgen voor de nodige toelichting bij de administratieve stukken dewelke noodzakelijkerwijze bij de bespreking gehanteerd worden;

        Het waarnemen van de secretariaatswerkzaamheden;

        Redactionele taken;

        Verzamelen van informatie;

        Opstellen en bijhouden van de verslagen, het ontwerp van jaarverslag, de adviezen en briefwisseling in overleg met de voorzitter;

        Het voorleggen van de adviezen van de MAR aan het college van burgmeester en schepenen en het eraan gegeven gevolg laten agenderen op de MAR-agenda;

        Bijhouden van het archief

        Voorleggen van de adviezen van de MAR aan het college van burgemeester en schepenen en het gevolg ervan laten agenderen op de MAR-dagorde.

6. DUUR VAN HET MANDAAT

 

Artikel 10 – Lidmaatschap

Het lidmaatschap van de MAR loopt gelijk met de duur van het mandaat van de leden van de gemeenteraad maar blijft geldig tot de MAR effectief vernieuwd is.

 

Artikel 11 – Ontbinding van de MAR

In functie van nieuwe regelgeving kan de MAR te allen tijde ontbonden worden om vervolgens opnieuw samengesteld te worden conform de nieuwe richtlijnen.

 

Artikel 12 – Beëindiging lidmaatschap

Het lidmaatschap eindigt:

        Door persoonlijk ontslag. Indien het betreffende lid een vereniging of organisatie vertegenwoordigt, wordt door het college van burgemeester en schepenen aan die vereniging de kans geboden een nieuwe vertegenwoordiger aan te duiden. De nieuwe kandida(a)t(e) volgt de procedure conform artikel 8 van de statuten.

        Wanneer een vereniging met een vertegenwoordiger in de MAR ophoudt te bestaan;

        Wanneer een vereniging de opdracht van haar vertegenwoordiger intrekt. Wanneer zij gedurende één jaar niet in zijn vervanging voorziet, wordt de vereniging ambtshalve geacht geen lid meer te zijn van de MAR;

        Bij overlijden;

        Wanneer het lid niet meer in de gemeente Boortmeerbeek woont;

        Door uitsluiting door het college van burgemeester en schepenen wanneer:

        Een lid de doelstellingen, de richtlijnen, de statuten niet naleeft;

        Een lid vijf opeenvolgende afwezigheden telt zonder melding vooraf. Indien het betreffende lid een vereniging of organisatie vertegenwoordigt, wordt door het college van burgemeester en schepenen aan die vereniging de kans geboden een nieuwe vertegenwoordiger aan te duiden. De nieuwe kandida(a)t(e) volgt de procedure conform artikel 8 van de statuten. Wanneer meer dan ¼ van de stemgerechtigde leden ontslag heeft genomen, zal een oproep tot kandidaatstelling gebeuren.

 

7. ONDERSTEUNING VAN DE MAR

 

Artikel 13

De gemeente stimuleert de werking van de MAR door voldoende financiële, logistieke en educatieve ondersteuning te verlenen.

De concrete ondersteuningsinitiatieven worden omschreven in de afsprakennota.

 

8. REGLEMENT VAN INWENDIGE ORDE EN AFSPRAKENNOTA

 

Artikel 14

De MAR stelt een huishoudelijk reglement op dat de interne werking van de MAR en de niet in de statuten voorziene procedures en taken regelt. Dit reglement zal ter bekrachtiging voorgelegd worden aan de gemeenteraad.

De MAR voegt aan het huishoudelijk reglement een afsprakennota toe, waarin de verhouding tussen de MAR en het gemeentebestuur wordt geregeld.
 

9. WIJZIGING VAN DE STATUTEN

 

Artikel 15

Vooraleer tot een statutaire wijziging over te gaan, vraagt de gemeenteraad advies aan de MAR. Een advies over een statutenwijziging moet vooraf duidelijk geagendeerd worden. Het advies over de statutenwijziging is pas aanvaard wanneer het de goedkeuring krijgt van 2/3 van de aanwezige stemgerechtigde leden en bij aanwezigheid van minstens 1/3 van de stemgerechtigde leden. Indien dit aantal niet wordt bereikt, worden de verschillende adviezen elk met hun stem  aantal aan de gemeenteraad overgemaakt.

 

art. 2

Het huishoudelijk reglement van de milieuadviesraad Boortmeerbeek als volgt vast te stellen:

 

  1. De MAR vergadert minstens 5 maal per jaar. Data voor vergaderingen worden in principe vastgelegd bij het begin van elk kalenderjaar. Het wijzigen van de vastgelegde data wordt zoveel mogelijk vermeden.

 

  1. Op initiatief van het college van burgemeester en schepenen of op verzoek van minstens 3 stemgerechtigde leden van de MAR moet de voorzitter binnen de veertien werkdagen een extra vergadering beleggen. De agendapunten voor zulke extra vergadering wordt minstens vijf werkdagen vooraf aan de leden van de MAR meegedeeld.

 

  1. De agenda en eventuele te bespreken stukken worden ten laatste 1 week
    (7 kalenderdagen) vóór de vergadering verstuurd.

 

  1. Agenda en stukken kunnen per e-mail verstuurd worden. Een afdruk van dergelijke elektronische correspondentie zal, eventueel in een beknopte versie, bezorgd worden aan MAR leden die aangeven niet over e-mail te beschikken.

 

  1. MAR-leden die niet op een vergadering aanwezig kunnen zijn, mogen hun visie op agendapunten schriftelijk of per e-mail aan de voorzitter bezorgen vóór de vergadering. Dergelijke opmerkingen zullen op de vergadering voorgelegd worden door de voorzitter en zullen aldus mede overwogen worden in het formuleren van een advies.

 

  1. In geval van dringende zaken kan de voorzitter een consultatie van de MAR leden via e-mail organiseren. Formele adviezen moeten echter in principe tijdens een vergadering geformuleerd te worden, zo nodig door het inlassen van een extra vergadering.

 

  1. Bij hoogdringendheid kan een advies schriftelijk of via e-mail goedgekeurd worden door de MAR leden. Om een geldig advies te kunnen formuleren moet, over het advies nog door tenminste 4 MAR leden, waarvan tenminste 3 stemgerechtigde leden, een mening schriftelijk worden geformuleerd. De voorzitter en de ondervoorzitter geven hun goedkeuring. Het hoogdringend advies wordt in de volgende vergadering bekrachtigd.

 

  1. Adviezen van de MAR aan het college van burgemeester en schepenen wordt rechtstreeks op de agenda van het college van burgemeester en schepenen geagendeerd door de secretaris. De formulering wordt op voorhand besproken met de voorzitter.
     
  2. De MAR verbindt er zich toe om binnen de 75 werkdagen na een vraag tot advies van het college van burgemeester en schepenen een schriftelijk en gemotiveerd advies te geven aan het college van burgemeester en schepenen.

 

  1. Het schepencollege brengt de MAR tegen de eerstvolgende vergadering op de hoogte van het gevolg dat aan het door de MAR uitgebrachte advies werd gegeven.

 

art. 3

De afsprakennota met de milieuadviesraad Boortmeerbeek als volgt vast te stellen:

 

Referentie: Reglement MAR Artikel 4 en 13

Het college van burgemeester en schepenen zal in elk geval het advies van de MAR vragen over volgende onderwerpen:

 

        Het klimaatactieplan

        Belangrijke wijzingen in het milieubeleid, met inbegrip van de tijdslijn en de budgettering

        Wijzigingen in het natuurbeleid

        Gemeentelijke subsidiereglementen betreffende natuur, milieu  en energie.

        Externe verbintenissen (vb. charters) betreffende klimaat, natuur en milieu.

 

Het college van burgemeester en schepenen informeert de MAR over de aanvragen voor klasse 1 en 2 omgevingsvergunningen en andere omgevingsvergunningen met een relevante impact op de natuur en het milieu.  Zij worden in de mate van het mogelijke vóór goedkeuring van het dossier vermeld op de vergadering. Als dit niet mogelijk is, zal deze informatie per mail naar de leden worden verzonden.

 

Referentie: Reglement MAR Artikel 13

De gemeente stelt een werkingsbudget ter beschikking van de MAR. Dit budget kan aangewend worden voor volgende doelstellingen:

 

  1. Kosten voor vormingsinitiatieven MAR leden
  2. Kosten voor het advies van deskundigen
  3. Educatieve excursies

 

Wanneer de MAR uitgaven wenst te doen, treedt zij daarover in dialoog met het college van burgemeester en schepenen zodat de boekhoudkundige regels en de interne controle van de gemeente gerespecteerd kunnen worden.  In die zin moet door de administratie voor deze uitgaven een voorafgaandelijk advies gegeven worden.

 

art. 4

De milieuadviesraad Boortmeerbeek in kennis te stellen van dit besluit en het college van burgemeester en schepenen opdracht te geven uitvoering te geven aan dit besluit.

 

Publicatiedatum: 04/10/2022
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Zitting van 27 06 2022

 

 

Openbare zitting

 

Aanpassing arbeidsreglement onderwijs

 

Gelet op artikel 4 §5 van het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs;

 

Gelet op de artikelen 4, 19 tot en met 21 en 23bis van het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs, na wijziging;

 

Gelet op artikel 73 §1, 1°, 2° en 6°, hoofdstuk IX-personeelsformatie in het basisonderwijs en hoofdstuk X-opdracht van het personeel in het basisonderwijs, afdeling 2-prestatieregeling van het decreet van 25 februari 1997 en latere wijzigingen betreffende het basisonderwijs, ;

 

Gelet op artikel 182 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

 

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juni 1990 en latere wijzigingen betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de salarisschalen en de bezoldigingsregeling in het gewoon basisonderwijs;

 

Gelet op de artikelen 18, 19, 20 en 34 van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1992 en latere wijzigingen betreffende de verdeling van betrekkingen, de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie, de wedertewerkstelling en de toekenning van een wachtgeld of wachtgeldtoelage;

 

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 17 juni 1997 en latere wijzigingen betreffende de personeelsformatie in het gewoon basisonderwijs;

 

Gelet op de wet van 8 april 1965 en latere wijzigingen tot instelling van de arbeidsreglementen;

 

Gelet op het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding;

 

Gelet op het decreet van 2 april 2004  betreffende de participatie op school en de Vlaamse Onderwijsraad;

 

Gelet op de wet van 19 december 1974 tot regeling van de relaties tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel;

 

Gelet op het model van arbeidsreglement van OVSG;

 

Overwegende dat een goede schoolorganisatie steunt op duidelijke afspraken tussen het personeel en het schoolbestuur;

 

Overwegende dat alle personen die onder gezag arbeid verrichten in het gemeentelijk onderwijs, moeten worden geïnformeerd over de voorwaarden die op hun arbeidsverhouding van toepassing zijn;

 

Overwegende dat het decreet rechtspositie en het decreet basisonderwijs voldoende ruimte laten om lokaal en autonoom concrete afspraken te maken rond rechten en plichten van het personeel en het schoolbestuur;

 

Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 25 april 2022 met betrekking tot de goedkeuring van het arbeidsreglement van de gemeentelijke basisschool;

 

Gelet op de bespreking van dit arbeidsreglement op het ABOC van 9 juni 2022;

 

Gelet op artikel 182 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

 

BESLUIT: eenparig.
 

art. 1 

Het besluit van de gemeenteraad van 25 april 2022 met betrekking tot het arbeidsreglement van de gemeentelijke basisschool in te trekken.

 

art.2

Een afschrift van dit besluit en van het gewijzigde arbeidsreglement ter kennisgeving te bezorgen aan de personen die onder gezag arbeid verrichten in de gemeentelijke instelling vermeld in art.2.

 

art. 3

Het gewijzigde arbeidsreglement voor de personen die onder gezag arbeid verrichten in de Gemeentelijke Basisschool Boortmeerbeek, Beringstraat 107, 3190 Boortmeerbeek als volgt goed te keuren (zie bijlage).

 

art.4

Een afschrift van dit besluit ter kennisgeving te bezorgen aan de directeur-coördinator van de Scholengemeenschap Midden Vlaams-Brabant. 

 

Publicatiedatum: 04/10/2022
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Zitting van 27 06 2022

 

 

Openbare zitting

 

Schoolreglement 2022-2023

 

Het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997: de artikelen 37 bis§2 , 20, 13, 27 bis §2, 14/0, 14/1,53 en 11 quater §3 en §4;

 

Overwegende dat een schoolbestuur voor elk van zijn basisscholen een schoolreglement moet opstellen dat de betrekkingen tussen het schoolbestuur en de ouders en de leerlingen regelt;

 

Overwegende dat meer specifieke afspraken na overleg in de schoolraad worden opgenomen in de infobrochure;

 

Overwegende dat het schoolreglement gewoon basisonderwijs en de infobrochure bij elke inschrijving van een leerling en nadien bij elke wijziging, ter beschikking worden gesteld (op papier of via een elektronische drager) aan de ouders, die ondertekenen voor akkoord;

 

Overwegende dat het huidige schoolreglement gewoon basisonderwijs (inclusief de infobrochure), door de gemeenteraad goedgekeurd op 28 juni 2021, aan actualisatie toe is wegens gewijzigde regelgeving  en de noodzaak om sommige artikelen te verduidelijken en/of te verfijnen (gewijzigde contactgegevens e.d.m.);

 

Overwegende dat een gewijzigd schoolreglement ten vroegste uitwerking kan hebben in het daaropvolgende schooljaar, tenzij die wijziging het rechtstreekse gevolg is van nieuwe regelgeving;

 

Overwegende het model schoolreglement van de Onderwijsvereniging van de Steden en Gemeenten als basis voor het schoolreglement gewoon basisonderwijs wordt genomen;

 

Overwegende dat aan de voorwaarden vermeld in art. 21 van het decreet van 2 april 2004 betreffende participatie op school en de Vlaamse Onderwijsraad wordt voldaan;

 

Gelet op het overleg in de schoolraad van 14 juni 2022;

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

 

BESLUIT: eenparig.
 

art.1

Het bestaande schoolreglement gewoon basisonderwijs, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 juni 2022, wordt vervangen door een geactualiseerd schoolreglement.

 

art. 2      

Het schoolreglement als volgt goed te keuren:

1.Beginselverklaring neutraliteit

 

Beginselverklaring neutraliteit
van het stedelijk en gemeentelijk onderwijs

 

Het onderwijs van steden en gemeenten is een openbare dienst en moet per definitie beantwoorden aan de principes van neutraliteit. Deze principes worden vastgelegd in een lokaal pedagogisch, agogisch of artistiek project, in het schoolreglement en in het schoolwerkplan. Ook voor de onderwijspraktijk (keuze van leerplannen en leermethodes) zijn ze richtinggevend. Schoolbesturen, schoolteams, cursisten, leerlingen en ouders stemmen hiermee in en dragen de neutraliteit van het stedelijk en gemeentelijk onderwijs mee uit.

 

Wettelijk kader

 

Open voor iedereen
Scholen, centra en academies zijn toegankelijk voor iedereen die van hun aanbod wil genieten volgens artikel 6bis van de Schoolpactwet van 29 mei 1959. Dit artikel bepaalt dat een officiële school ‘een open karakter heeft door open te staan voor alle leerlingen, ongeacht de ideologische, filosofische of godsdienstige opvattingen van de ouders en de leerlingen’.

 

Belgische Grondwet en Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en van het Kind
Scholen, centra en academies respecteren in hun werking de internationaalrechtelijke en grondwettelijke beginselen inzake de rechten van de mens en van het kind.

 

Democratisch burgerschap versterken
Scholen, centra en academies respecteren de principes van de democratische rechtsstaat en versterken deze door hun aanbod, door de manier waarop ze zich organiseren, door een participatieve cultuur te stimuleren en door zelf model te staan voor een democratische samenleving.

 

Actief pluralisme

 

Verbondenheid stimuleren
Scholen, centra en academies gaan uit van de gemeenschappelijke waarden, overtuigingen, aspiraties … die mensen met elkaar delen, over en door alle mogelijke verschillen heen. Tegelijk spreken ze hun verwachtingen hieromtrent uit tegenover leerlingen, ouders en cursisten. Ze maken in hun curriculum plaats voor gemeenschappelijke waarden. Door hun aanpak stimuleren ze de verbondenheid tussen mensen in hun eigen leer- en leefgemeenschap en in de samenleving.

 

Diversiteit erkennen en respecteren
Scholen, centra en academies erkennen en respecteren de diversiteit bij hun leerlingen en cursisten op het vlak van filosofische, levensbeschouwelijke en religieuze overtuiging, sociale, etnische en talige achtergrond, nationaliteit, huidskleur, gender en seksuele voorkeur. Tegelijk stellen ze duidelijk de verwachting dat leerlingen, ouders en cursisten de aanwezige verschillen eveneens respecteren, dat ze bereid zijn te luisteren naar elkaar en begrip opbrengen voor andere opvattingen.

 

Diversiteit als meerwaarde benutten
Voor het realiseren van hun doelen vertrekken scholen, centra en academies van de meerwaarde die diversiteit biedt. Als dat mogelijk en relevant is, spelen ze in op de verschillen tussen leerlingen en cursisten door hun aanpak en door het aanbieden van inhoud (curriculum). Ze doen dat onder meer door een kritische dialoog tussen levensbeschouwingen en overtuigingen te stimuleren.

 

Lokaal verankerd, open op de wereld en op de toekomst

 

Lokale verankering
Scholen, centra en academies zijn sterk verweven met de lokale overheid en omgeving. Ze gaan actief op zoek naar samenwerking met andere scholen, buurtbewoners, (groot-)ouders, socio-economische partners of andere partners uit de wijk-, sport-, welzijns-, jeugd- en cultuursector.

 

Wereldburgerschap
Scholen, centra en academies zijn niet alleen verankerd in de lokale gemeenschap, maar ze staan ook open voor een wereld gekenmerkt door globalisering en internationalisering.

 

Duurzaamheid
Scholen, centra en academies erkennen de noodzaak om met het oog op de toekomst ecologisch duurzame en gezonde keuzes te maken en ze vertalen die overtuiging in hun aanbod en in hun manier van werken.

 

2. Pedagogisch project 

Welkom in GBS Klimboom.

 

 

Wie zijn we?

Wij zijn de gemeenteschool van Boortmeerbeek en we behoren tot het officieel gesubsidieerd onderwijs. Wij volgen de leerplannen van OVSG, goedgekeurd en geënt op de eindtermen bepaald door de Vlaamse Overheid. Onze school biedt onderwijs aan jongens en meisjes vanaf de leeftijd van 2 jaar en zes maanden.

Het schoolbestuur is het gemeentebestuur van Boortmeerbeek, Pastorijstraat 2.
Als openbare instelling staat onze school open voor alle kinderen, welke ook de levensopvatting van de ouders is.
De vrije keuze van een levensbeschouwelijk vak is dan ook gewaarborgd.

 

 

I. Fundamentele uitgangspunten van onze school

 

Wij zijn er voor iedereen

De school staat open voor iedereen. Op onze school zijn alle kinderen welkom, ongeacht hun filosofische of ideologische overtuiging, sociale of etnische afkomst, geslacht of nationaliteit.

 

Elk kind is uniek

Elk kind is verschillend van elkaar wat maakt dat we allemaal uniek zijn. Omgaan met deze diversiteit is een kunst maar ook een plicht binnen ons onderwijs. Als school gaan we positief om met al deze verschillen. Door met elkaar in dialoog te gaan zal de verscheidenheid een positieve erkenning krijgen.

 

Mijn mening telt

Kinderen leren om respectvol om te gaan met de mening van anderen. We streven naar een schoolklimaat waarin elk kind zijn eigen mening kan ontwikkelen maar ook leert open staan voor de mening van anderen.

 

Samen kunnen we meer

De school vindt het belangrijk dat kinderen samen leren spelen en samen tot leren komen. Samenwerking tussen de kinderen resulteert in een positieve sfeer tussen de kinderen. We willen onze jongeren brengen tot sociale, dynamische, creatieve jongeren.

 

Iedereen is gelijk

Onze school zorgt voor een onderwijs waarbij alle kinderen gelijke onderwijskansen krijgen die gelijk staan aan de mogelijkheden van de kinderen. Door kinderen te leren opkomen voor zichzelf en te werken aan zelfredzaamheid willen we onze kinderen een goede start geven in de samenleving.

 

Ik en mezelf

De school streeft een totale ontwikkeling van de persoonlijkheid na. De school geeft voldoende aandacht aan de cognitieve vaardigheden maar hiernaast krijgen ook de motorische en de sociale vaardigheden een belangrijke rol in ons onderwijs. Bij elk kind wordt er rekening gehouden met de geaardheid, de bekwaamheid, de leefwereld, de interesses en de talenten.

 

Zorgzaam

We creëren een schoolklimaat waar elk kind zich goed kan voelen, er wordt onderwijs aangeboden op maat van elk kind. Door de samenwerking tussen ouders, het schoolteam en externen kan de school goed inspelen op de individuele noden en mogelijkheden van elk kind.

Onze school treedt compenserend op voor kansarme leerlingen door bewust te proberen de gevolgen om te buigen van een ongelijke sociale positie.

 

Respect voor elkaar

Respect tonen voor elkaar staat hoog aangeschreven op school. Elk kind toont het nodige respect voor elkaar, voor materialen en voor het leefmilieu. Kinderen leren luisteren naar elkaar maar ook openstaan voor de mening van anderen is belangrijk.

We willen kinderen bewust maken van het belang van een gezonde en aangename leefomgeving en willen hen hiertoe aansporen om hier actief aan deel te nemen.

 

Ik in de wereld

Onze school wil kinderen van de toekomst voortbrengen. Dit doen we door de kinderen een brede kijk op de wereld te geven waarbij een multiculturele samenleving, het mondiale gebeuren en het Europese burgerschap zeker centraal staan. 

Onze school brengt de leerlingen de gedachte bij van het Europese burgerschap en vraagt aandacht voor het mondiale gebeuren en het multiculturele gemeenschapsleven.

 

Mensenrechten

Onze school draagt de beginselen uit die vervat zijn in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en van het Kind, neemt er de verdediging van op. Daarom worden vooroordelen, discriminatie Zij wijst vooroordelen, discriminatie en indoctrinatie van de hand.

 

 

II. Visie op basisonderwijs

 

In de uitgangspunten bij de ontwikkelingsdoelen en eindtermen voor het basisonderwijs gaan we uit van een aantal fundamentele elementen in de ontwikkeling van kinderen. Deze elementen situeren zich in drie velden, namelijk:

 

1. het veld van de basiskenmerken die de kern vormen:

- het beschikken over een positief zelfbeeld;

- gemotiveerd zijn;

- zelf initiatief nemen.

 

2. het veld van de algemene ontwikkeling dat doelen omvat van meer algemene aard. Deze doelen zijn zowel in leergebieden als in leergebiedoverschrijdende thema’s impliciet of expliciet terug te vinden, namelijk:

- kunnen communiceren en samenwerken;

- zelfstandigheid aan de dag leggen;

- creatief en probleemoplossend omgaan met de omringende wereld;

- zelfgestuurd leren.

 

3. het veld van de specifieke ontwikkeling dat doelen omvat waarvan men de inhouden kan ordenen volgens leergebieden die in het onderwijs meer  specifiek aan de orde zijn:

lichamelijke opvoeding;

- muzische vorming;

- taal;( Nederlands, Frans …)

- wereldoriëntatie;

- wiskunde.

 

Deze drie ontwikkelingsvelden zijn geënt op “de wereld”, in zijn ruime betekenis.  Het is de werkelijkheid waarin het kind gaat functioneren. Het kind leert de werkelijkheid begrijpen, wordt vaardig en ontwikkelt een positieve houding.

 

In de visie op basisonderwijs bij de leerplannen heeft OVSG de kenmerken van goed basisonderwijs omschreven. Deze kenmerken zijn:

- samenhang;

- totale persoonlijkheidsontwikkeling;

- zorgverbreding;

- actief leren;

- continuë ontwikkelingslijn.

 

3. Schoolreglement

 

Inhoud

 

Hoofdstuk1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 2 Engagementsverklaring

Hoofdstuk 3 Sponsoring

Hoofdstuk 4       Kostenbeheersing

Hoofdstuk 5 Extra-murosactiviteiten

Hoofdstuk 6 Huiswerk, agenda’s, evaluatie ,rapporten en schoolloopbaan

Hoofdstuk 7 Afwezigheden en te laat komen

Hoofdstuk 8 Schending van de leefregels, preventieve schorsing, tijdelijke en definitieve uitsluiting

Hoofdstuk 9 Getuigschrift basisonderwijs

Hoofdstuk 10 Onderwijs aan huis en synchroon internetonderwijs

Hoofdstuk 11 Schoolraad,ouderraad en leerlingenraad

Hoofdstuk 12 Leerlingengegevens en privacy

Hoofdstuk 13 ICT-materiaal ter beschikking gesteld door de school ,gebruik van Smartphone, eigen tablet / laptop, trackers of andere gelijkaardige toestellen, internet en sociale media

Hoofdstuk 14 Absoluut en permanent algemeen rookverbod …

Hoofdstuk 15 Leerlingenbegeleiding

 

Hoofdstuk 1 Algemene Bepalingen

 

Artikel 1

 

Het schoolreglement regelt de verhouding tussen leerlingen en hun ouders enerzijds en de school/het schoolbestuur anderzijds.

 

Artikel 2

 

De ouders ondertekenen het schoolreglement, de infobrochure en het pedagogisch project van de school voor akkoord. Dit is een inschrijvingsvoorwaarde.

Het schoolreglement wordt door de directeur voorafgaand aan elke inschrijving van de leerling schriftelijk of via elektronische drager en met toelichting, indien de ouders dit wensen (schoolwebsite, e-mail, …) ter beschikking gesteld. Bij elke wijziging van het schoolreglement informeert de directeur de ouders schriftelijk of via elektronische drager en met toelichting, indien de ouders dit wensen. De ouders verklaren zich opnieuw schriftelijk akkoord. Indien de ouders zich met de wijziging niet akkoord verklaren, dan wordt aan de inschrijving van het kind een einde gesteld op 31 augustus van het lopende schooljaar. De school vraagt de ouders of ze ook een papieren versie van het schoolreglement en/of eventuele wijzigingen wensen en stelt deze ter beschikking.

 

Ouders kunnen ook digitaal hun akkoord geven voor wijzigingen aan het pedagogisch project of schoolreglement.

 

Artikel 3

 

Dit schoolreglement eerbiedigt de internationaalrechtelijke en grondwettelijke beginselen inzake de rechten van de mens en van het kind in het bijzonder.

 

Artikel 4

 

Voor de toepassing van dit schoolreglementwordt verstaan onder:

 

 Aangetekend:

met aangetekende brief of tegen afgifte van een gedateerd ontvangstbewijs.

 

 Extra-murosactiviteiten:

activiteiten van één of méér schooldagen die plaatsvinden buiten de schoolmuren en worden

georganiseerd voor één of meer leerlingengroepen.

 

 Klassenraad:

team van personeelsleden dat onder leiding van de directeur samen de verantwoordelijkheid

draagt of zal dragen voor de begeleiding van en het onderwijs aan een bepaalde leerlingengroep

of individuele leerling.

 

 Leerlingen:

de kinderen die regelmatig zijn ingeschreven in de basisschool.

 

 Regelmatige leerling:

        voldoet aan de toelatingsvoorwaarden

        is slechts in één school ingeschreven

        in het lager onderwijs of als zes- en zevenjarige in het kleuteronderwijs: altijd aanwezig, behalve bij gewettigde afwezigheid;

                       - vijfjarige in het kleuteronderwijs : voldoende aanwezig (minstens 290 halve

                         dagen )

 

                      - deelnemen aan alle onderwijsactiviteiten die voor de leerlingengroep of de

                         leerling worden georganiseerd, behoudens vrijstelling .Deelnemen aan het

                         taalbad of een ander taalintegratietraject wordt beschouwd als een

                         onderwijsactiviteit die voor de leerlingengroep of de leerling wordt

                         georganiseerd.

 

 Toelatingsvoorwaarden:

Om toegelaten te worden in het kleuteronderwijs moet een kind ten minste twee en een half jaar oud zijn. Als een kleuter, op het moment van de inschrijving nog geen drie jaar is, kan hij in het basisonderwijs slechts toegelaten worden op één van de volgende instapdagen:

        de eerste schooldag na de zomervakantie;

        de eerste schooldag na de herfstvakantie;

        de eerste schooldag na de kerstvakantie;

        de eerste schooldag van februari;

        de eerste schooldag na de krokusvakantie;

        de eerste schooldag na de paasvakantie;

        de eerste schooldag na Hemelvaart.

  

Om toegelaten te worden tot het gewoon lager onderwijs moet een leerling zes jaar zijn voor 1 januari van het lopende schooljaar. Als hij nog niet de leeftijd van zeven jaar heeft bereikt of zal bereiken voor 1 januari van het lopende schooljaar, moet hij bovendien aan de volgende voorwaarden voldoen :

1.Ten minste 290 halve dagen aanwezig geweest zijn in het voorgaande schooljaar  in een door de Vlaamse Gemeenschap erkende Nederlandstalige school voor kleuteronderwijs (halve dagen aanwezigheid in de rijdende kleuterschool worden beschouwd als aanwezigheid) mits :

 

        een gunstig advies van de klassenraad van de school waar de leerling voorafgaand aan de instap in het gewoon lager onderwijs kleuteronderwijs gevolgd heeft. Dit advies omvat de mate waarin de leerling het Nederlands voldoende beheerst om het gewoon lager onderwijs te kunnen starten.

 

        bij ongunstig advies van de klassenraad van de kleuterschool over de mate waarin de leerling het Nederlands voldoende beheerst om het gewoon lager onderwijs te kunnen,  wordt de leerling ook toegelaten tot het lager onderwijs maar dan moet de leerling een taalintegratietraject volgen.

 

2. Leerlingen die in het voorgaande schooljaar ingeschreven waren in een erkende Nederlandstalige school voor kleuteronderwijs en geen 290 halve dagen daadwerkelijk aanwezig geweest zijn, kunnen enkel toegelaten worden mits:

        een gunstig advies van de klassenraad van de school waar de leerling    laatst kleuteronderwijs volgde.

        bij ongunstig advies van de klassenraad van het kleuteronderwijs omwille van de beheersing van het Nederlands, een gunstige beslissing van de klassenraad lager onderwijs voor de inschrijving in die school en het volgen van een taalintegratietraject.

        bij ongunstig advies van de klassenraad van het kleuteronderwijs,  omwille van andere redenen dan de beheersing van het Nederlands, een gunstige beslissing van de klassenraad lager onderwijs voor de inschrijving in die school.

 

3. Voor leerlingen die geen kleuteronderwijs gevolgd hebben, beslist de klassenraad van de

school voor lager onderwijs na een taalscreening of deze leerling al dan niet toelating krijgt tot

het reguliere traject, of een taalintegratietraject in het gewoon lager onderwijs.

Bij weigering van toelating tot het lager onderwijs door de klassenraad lager onderwijs, beslist

de klassenraad van de school voor kleuteronderwijs of de leerling in het kleuteronderwijs het

reguliere traject en/of een taalintegratietraject volgt.

 

 

4.Leerlingen waarvan nog niet vaststaat dat ze voldoen aan de toelatingsvoorwaarden worden

onder ontbindende voorwaarde ingeschreven in het lager onderwijs. Indien de klassenraad

lager onderwijs na de start van het schooljaar een negatieve beslissing neemt over de toelating

tot het lager onderwijs, moet de school voor het kleuteronderwijs waar de leerling vorig jaar les

volgde, verplicht de leerling in overcapaciteit inschrijven.

 

5.Een jaar vroeger naar het lager onderwijs: Als vijfjarigen worden beschouwd, al wie vijf jaar

geworden is vóór 1 januari van het lopende schooljaar.

 

a.Een vijfjarige leerling die het voorgaande schooljaar was ingeschreven in een erkende school voor Nederlandstalig onderwijs kan enkel toegelaten worden mits:

 

     Een gunstig advies van de klassenraad van de school waar de leerling laatst kleuteronderwijs volgde.

     bij ongunstig advies van de klassenraad van het kleuteronderwijs omwille van de beheersing van het Nederlands :een gunstige beslissing van de klassenraad lager onderwijs en het volgen van een taalintegratietraject in het lager onderwijs.

     bij ongunstig advies van de klassenraad van het kleuteronderwijs, omwille van andere redenen :een gunstige beslissing van de klassenraad lager onderwijs .

 

Na kennisneming van en toelichting bij het advies van het CLB en na het gunstig advies of de gunstige beslissing door de klassenraad, nemen de ouders de uiteindelijke beslissing over de vervroegde instap.

 

b. Een vijfjarige leerling die het voorgaande schooljaar niet ingeschreven was in een erkende school voor Nederlandstalig onderwijs :

 

     een gunstige beslissing van de klassenraad van de school voor lager    onderwijs

     de klassenraad lager onderwijs beslist ook of de leerling toegelaten wordt in een regulier traject en/ of taalintegratietraject.’.

     Bij weigering van toelating tot het lager onderwijs door de klassenraad lager onderwijs, beslist de klassenraad van de school voor kleuteronderwijs of de leerling in het kleuteronderwijs het reguliere traject en/of een taalintegratietraject volgt.

 

Na kennisneming van en toelichting bij het advies van het CLB en na toelating door de klassenraad lager onderwijs , nemen de ouders de uiteindelijke beslissing over de vervroegde instap.

     

  Voor zij-instromers van 7 jaar of ouder gelden de bovenstaande voorwaarden niet. De

  klassenraad zal de beslissing nemen na een oriënterend gesprek met de ouders.

                                   

 Leerlingengroep:

een aantal leerlingen dat samen voor een bepaalde periode eenzelfde opvoedings- of

onderwijsactiviteit volgt.

 

 Ouders:

de personen die het ouderlijk gezag uitoefenen of in rechte of in feite de minderjarige onder

hun bewaring hebben.

 

 Pedagogisch project:

het geheel van de fundamentele uitgangspunten dat door een schoolbestuur voor een school en

haar werking wordt bepaald.

 

10° School:

het pedagogisch geheel, waar onderwijs wordt georganiseerd en dat onder leiding staat van de

directeur.

 

11° Schoolbestuur:

de inrichtende macht die verantwoordelijk is voor de sch(o)ol(en) van de gemeente, nl. de

gemeenteraad. Inzake daden van dagelijks beheer is het college van burgemeester en

schepenen bevoegd.

 

12° Schoolraad:

is een officieel inspraakorgaan waarin ouders, personeel, en personen van de lokale

gemeenschap vertegenwoordigd zijn.

 

13° Werkdag:

weekdagen van maandag tot vrijdag, met uitzondering van feestdagen en dagen die vallen

tijdens de herfst-, kerst-, krokus- en paasvakantie.

 

14° Schooldag:

een dag waarop leerlinggebonden activiteiten georganiseerd zijn, met uitzondering van

zaterdag, zondag en de schoolvakanties.

 

 

Hoofdstuk 2  Engagementsverklaring

 

Artikel 5

 

§1  Oudercontacten

 

De school organiseert op geregelde tijdstippen oudercontacten. De ouders en de school zelf kunnen op eigen initiatief bijkomende oudercontacten voorstellen.

De ouder(s) woont (wonen) de oudercontacten bij.

 

In de infobrochure staan de concrete data.

 

§2 Voldoende aanwezigheid

 

De ouders zorgen ervoor dat hun kind elke schooldag en op tijd naar school komt.

 

§3  Deelnemen aan individuele begeleiding

 

Sommige kinderen hebben nood aan een individuele begeleiding. Voor kinderen die daar nood aan hebben, werkt de school vormen van individuele ondersteuning uit en ze maakt daarover afspraken met de ouders zoals voorzien in het zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid van de school.

De ouders ondersteunen op een positieve manier de maatregelen die in samenspraak genomen zijn.

 

§4 Nederlands is de onderwijstaal van de school.

 

Ouders moedigen hun kind(eren) aan om Nederlands te leren.

Ouders ondersteunen de initiatieven en de maatregelen die de school neemt om de eventuele taalachterstand van hun kind(eren) weg te werken.

 

Hoofdstuk 3   Sponsoring

 

Artikel 6

§1 De school werkt voor het bereiken van de eindtermen en het nastreven van ontwikkelingsdoelen met de middelen die door de Vlaamse Gemeenschap en door het schoolbestuur ter beschikking worden gesteld.

 

§2 Om de bijdragen van de ouders voor niet-eindterm gebonden onderwijskosten te beperken, kan de school gebruik maken van geldelijke en niet-geldelijke ondersteuning door derden.

 

§3 Dergelijke ondersteuning in de vorm van mededelingen die rechtstreeks of onrechtstreeks tot doel hebben de verkoop van producten of diensten te bevorderen, kan enkel in geval van facultatieve activiteiten en na overleg in de schoolraad.

 

§ 4 De school zal in geval van dergelijke ondersteuning enkel vermelden dat de activiteit of een gedeelte van de activiteit ingericht werd door middel van een gift, een schenking, een gratis prestatie of een prestatie verricht onder de reële prijs door een bij name genoemde natuurlijke persoon, rechtspersoon of feitelijke vereniging.

 

§5 De bedoelde mededelingen kunnen enkel indien:

 

1° deze mededelingen verenigbaar zijn met de pedagogische en

onderwijskundige taken en doelstellingen van de school;

2° deze mededelingen de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de

betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van de school niet in het gedrang

brengen.

 

§6 In geval van vragen of problemen met betrekking tot de geldelijke of niet-geldelijke ondersteuning door derden, richt men zich tot het schoolbestuur.

 

Hoofdstuk 4  Kostenbeheersing

 

Artikel 7

 

§1  Kosteloos

 

Het schoolbestuur vraagt geen direct of indirect inschrijvingsgeld.

Het schoolbestuur vraagt geen bijdrage voor onderwijs gebonden kosten die noodzakelijk zijn

om een eindterm te realiseren of een ontwikkelingsdoel na te streven.

 

De school biedt volgende materialen gratis ter beschikking, maar ze blijven eigendom van de

school. Materialen die worden uitgeleend door de school voor huistaken, worden de volgende

dag terug meegebracht.

 

Lijst met materialen

Voorbeelden

Bewegingsmateriaal

touwen, (klim)toestellen, driewielers,…

Constructiemateriaal

 

Karton, hout, hechtingen, gereedschap, katrollen, tandwielen, bouwdozen, …

Handboeken, schriften, werkboeken en -blaadjes, fotokopieën, software

 

ICT-materiaal

 

Computers inclusief internet, tv, radio, telefoon,…

Informatiebronnen

 

(Verklarend) woordenboek, (kinder)krant, jeugdencyclopedie, documentatiecentrum, cd-rom, dvd, klank- en beeldmateriaal, …

Kinderliteratuur

 

Prentenboeken, (voor)leesboeken,  kinderromans, poëzie, strips, …

Knutselmateriaal

Lijm, schaar, grondstoffen, textiel, …

Leer- en ontwikkelingsmateriaal

 

Spelmateriaal, lees- en rekenmateriaal, denkspellen, materiaal voor socio-emotionele ontwikkeling, …

Meetmateriaal

 

Lat, graadboog, geodriehoek, tekendriehoek, klok (analoog en digitaal), thermometer, weegschaal, …

Multimediamateriaal

 

Audiovisuele toestellen, fototoestel, casetterecorder, dvd-speler, …

Muziekinstrumenten

Trommels, fluiten, …

Planningsmateriaal

Schoolagenda, kalender, dagindeling, …

Schrijfgerief

Potlood, pen, …

Tekengerief

Stiften, kleurpotloden, verf, penselen, …

Atlas, globe, kaarten, kompas, passer, tweetalige alfabetische woordenlijst, zakrekenmachine

 

 

§2 Scherpe maximumfactuur

 

Het schoolbestuur kan echter een beperkte bijdrage vragen voor kosten die ze maakt om de eindtermen en de ontwikkelingsdoelen te verlevendigen.

Dit gebeurt steeds na overleg met de schoolraad.

Het gaat over volgende bijdragen:

  1. de toegangsprijs voor het zwembad, met uitzondering van de leerlingengroep waarvoor   de toegangsprijs door de Vlaamse Gemeenschap wordt gedragen;
  2. de toegangsprijs bij pedagogisch-didactische uitstappen;
  3. de deelnamekosten bij eendaagse extra-murosactiviteiten;
  4. de vervoerskosten bij pedagogisch-didactische uitstappen, eendaagse extra-murosactiviteiten en zwemmen, met uitzondering van de leerlingengroep waarvoor de vervoerkosten naar het zwembad door de Vlaamse Gemeenschap worden gedragen;
  5. de aankoopprijs van turn- en zwemkledij;
  6. de kosten voor occasionele activiteiten, projecten en feestactiviteiten;
  1. …..

 

Maximumbijdrage per schooljaar:

Kleuter : 50 euro

Leerling lager onderwijs: 95 euro

 

De school vraagt een ouderbijdrage voor:

 

Kleuter

Lager

Klas

Wat

 

Bedrag

 

Klas

 

Wat

 

Bedrag

 

K0 tot en met K3

 

Leeruitstappen

Culturele workshops

Sportactiviteiten

 

 

 

Totaal per jaar

 

50

 

L1- L6

 

Sportdag

Leeruitstappen en projecten

Toneelvoorstellingen

Musea en Culturele workshops

 

Totaal per jaar

 

95

 

 

Vanaf de instap na Pasen wordt de ouderbijdrage voor de instappers beperkt tot € 30.

 

§3 Minder scherpe maximumfactuur

 

Voor meerdaagse extra-murosactiviteiten kan enkel in de lagere school een bijdrage gevraagd

worden. Dit gebeurt na overleg met de schoolraad.

 

Deze bijdrage mag maximaal 480 euro bedragen voor de volledige schoolloopbaan lager

onderwijs.

 

De school organiseert voor de volgende klas(sen) meerdaagse activiteiten.

 

Leerjaar

Wat

Bijdrage door de ouders

L5-6

Plattelandsklassen

€ 180

 

 

 

 

 

 

 

 

§4 Bijdrageregeling

 

De school biedt volgende diensten en materialen aan tegen betaling:

 

  1. vervoer en deelname aan buitenschoolse activiteiten (o.a. Stichting Vlaamse Schoolsport);
  2. buitenschoolse opvang;
  3. warme maaltijden
  4. nieuwjaarsbrieven;
  5. klasfoto’s;
  6. steunacties.

 

De ouders kiezen of ze hier gebruik van maken of niet. De school gebruikt deze

materialen/diensten niet in haar activiteiten en lessen.

 

§5 Basisuitrusting

 

De school verwacht dat de leerlingen over volgende zaken beschikken. De basisuitrusting valt ten laste van de ouders.

 

Kleuter

Lager

 

Wat?

 

Wat?

 

Boekentas

 

Boekentas

 

Drinkbus en brooddoos

 

Drinkbus + brooddoos

 

Koekendoosje + fruitdoosje

 

Koekendoosje + fruitdoosje

 

Fietshelm + fluohesje

 

Fluohesje + fietshelm

Vanaf K3

 

Turnzak van de school + witte turnpantoffels

 

Turnuitrusting van de school + turnzak

 

Zwemzak + zwemgerief

L1 – L4

Zwemzak + zwemgerief

 

 

 

Kaftpapier

 

§6      Facturatie

 

De leerlingen brengen geen geld mee naar school, behalve in uitzonderlijke gevallen waarvoor men een briefje meekrijgt. Maandelijks ontvangen ouders een factuur met een gedetailleerde afrekening. Eventuele bemerkingen aangaande de factuur, moeten binnen de veertien dagen aan de directie of de administratieve medewerker bezorgd worden. Na deze termijn wordt de factuur als onbetwist en eisbaar beschouwd.

 

Ouders zijn, ongeacht hun burgerlijke staat, hoofdelijk gehouden tot het betalen van de schoolrekening. Dat betekent dat we beide ouders kunnen aanspreken om de volledige rekening te betalen. We kunnen dus niet ingaan op een vraag om de schoolrekening te splitsen. Als ouders het niet eens zijn over het betalen van de schoolrekening, bezorgen we jullie een identieke schoolrekening. Zolang die rekening niet volledig betaald is, blijven beide ouders elk het volledige restbedrag verschuldigd, ongeacht de afspraken die ze met elkaar gemaakt hebben.

 

§7 Invordering

 

Indien de factuur onbetaald blijft na de vervaldag zal de school per mail een kosteloze herinnering sturen. Als de betaling na veertien dagen nog steeds niet in orde is, dan wordt de invorderingsprocedure opgestart. Deze procedure omvat twee fasen, namelijk de minnelijke invordering en de gedwongen invordering (dwangbevel).

In de fasen van de minnelijke invordering worden de volgende stappen ondernomen:

        Er wordt een niet aangetekende herinnering verstuurd zonder aanrekening van kosten en vervaldagverhoging met 30 dagen.

        Bij niet-betaling wordt een eerste aangetekende aanmaning verstuurd met aanrekening van 7.5 euro als administratieve kost en vervaldagverhoging met 20 dagen.

        Bij niet-betaling wordt een laatste aangetekende aanmaning verstuurd met aanrekening van 15 euro als administratieve kost en vervaldagverhoging met 10 dagen.

 

Op vraag van de schuldenaar is het mogelijk om een afbetalingsplan op te stellen. Dit dient door de financieel directeur aanvaard en opgesteld te worden en ondertekend door de schuldenaar.

 

Indien de procedure van de minnelijke invordering volledig is doorlopen en de factuur onbetaald blijft, zal de financieel directeur een dwangbevel voorleggen een de gemeenteraad. Indien de gemeenteraad het dwangbevel viseert en uitvoerbaar verklaart, zal dit bij gerechtsdeurwaardersexploot betekend worden. Dat exploot sluit de verjaring.

 

Hoofdstuk 5 Extra-murosactiviteiten

 

Artikel 8

 

Extra-murosactiviteiten zijn activiteiten van één of meerdere schooldagen die plaats vinden buiten de schoolmuren en worden georganiseerd voor één of meer leerlingengroepen.

 

De school streeft ernaar dat alle leerlingen deelnemen aan de extra-murosactiviteiten, aangezien ze deel uitmaken van het leerprogramma.

 

De ouders worden tijdig geïnformeerd over de geplande extra-murosactiviteiten.

 

Ouders hebben echter het recht om hun kinderen niet mee te laten gaan op extra-murosactiviteiten van een volledige dag of meer. Ze moeten deze weigering schriftelijk kenbaar maken aan de school.

 

Als de leerling niet deelneemt dan moet de leerling toch op school aanwezig zijn. Voor deze leerlingen voorziet de school een aangepast programma.

 

Activiteiten die volledig buiten de schooluren georganiseerd worden, vallen hier niet onder.

 

Hoofdstuk 6 Huiswerk, agenda’s, rapporten, evaluatie en schoolloopbaan

 

Artikel 9 Huiswerkbeleid

 

Waarom geven wij huiswerk?

Huiswerk maken ziet onze school als een onderdeel van het leerproces. De school zet er ook op in dat kinderen huiswerk steeds zelfstandig kunnen maken. Het is de taak van de leerkracht om kinderen voor te bereiden op het zelfstandig maken van taken.

Huiswerk dient er in de eerste plaats voor om bepaalde delen van de leerstof thuis nog even verder in te oefenen. Naarmate de leeftijd moeten kinderen een bepaalde leerhouding aanleren waarbij het plannen en het leren leren meer centraal komt te staan. 

 

Wat wil de school hiermee bereiken?

Door huiswerk te geven willen we kinderen even laten stilstaan bij wat ze die dag geleerd hebben, zo kunnen we kinderen de aangeboden leerstof van die dag leren een plaats te geven. Verder zetten we huiswerk ook in in de vorm van pre-teaching, leerlingen de les al even laten bekijken van de volgende dag. Zo wordt de voorkennis al even opgeroepen en staan kinderen al even stil bij wat er de volgende dag zal komen. Verder wordt huiswerk ook ingezet om het automatiseren te bevorderen, een belangrijk onderdeel van het leerproces.

 

Algemeen zet de school de stap van differentiatie ook verder in bij het geven van huiswerk. Leerlingen zullen huiswerk krijgen naargelang hun noden.

 

Algemeen:

Leerkracht ondertekent de agenda wekelijks, net zoals de ouders, bij een nota wordt ook de nota ondertekend en wordt er verwacht dat ouders ook deze nota ondertekenen.

Leerkracht kijkt de agenda minstens 1 keer per week na, en dagelijks als leerlingen elke dag zelf hun agenda inschrijven.

 

1e leerjaar:

Leerkracht schrijft de agenda in tot en met het derde trimester. Nadien schrijven de leerlingen de agenda zelf in.

Huiswerk wordt ingeschreven op maandag, dinsdag en donderdag. Dit omvat één taak of één les.

Een taak wordt pas meegeven na november, de focus ligt tot dan op het leren lezen.

Verder biedt de leerkracht nog een leesrups aan, hier worden kinderen mee aangespoord om elke dag een kwartier te lezen.

 

2de leerjaar:

Leerling vult zijn agenda zelf in, er is huiswerk op maandag, dinsdag en donderdag. In het tweede leerjaar ligt de focus van het huiswerk op het vlot lezen en het inoefenen van de tafels. Een les van WO wordt niet verwacht om thuis in te oefenen. Huistaken zijn gericht op rekenen en schrijven. In de agenda zullen telkens twee zaken genoteerd staan: een taak en een les of een combinatie.

Grotere toetsen, zoals een tafeltoets, worden twee weken op voorhand meegegeven.

In september wordt er gestart met de leesrups, dit met hetzelfde systeem van het eerste leerjaar.

 

3de leerjaar:

Er is huiswerk op maandag, dinsdag en donderdag en de leerling schrijft zelf zijn agenda in. In het derde leerjaar gaan we verder met de focus te leggen op het automatiseren van de tafels en het vlot lezen. Net zoals in het tweede leerjaar is er een taak en een les of een combinatie. Een les houdt in dat ze tafels moeten automatiseren of een tekst voorbereidend lezen. WO wordt thuis niet ingeoefend als les, een voorbereidende taak kan wel.

Net zoals in het tweede leerjaar worden grotere tafeltoetsen op voorhand aangekondigd.

 

4de leerjaar:

Op maandag schrijft de leerling zijn huiswerk in voor de rest van de week, ook telkens op maandag, dinsdag en op donderdag is er huiswerk. Het huiswerk omvat 1 taak en 1 les of 2 taken en lezen.

Toetsen worden aangekondigd in het agenda voor wiskunde, taaldenken en spelling. Maar evenzeer kunnen onaangekondigde toetsen blijven plaatsvinden.

Verder wordt een actuataak ook op voorhand ingeschreven.

Bij lessen wordt er verwezen naar rekenwijzer en spellingweter. In het vierde leerjaar wordt Bingel ook ingezet als huiswerk.

 

Derde graad:

Huiswerk wordt telkens op één dag ingeschreven voor de daaropvolgende week.

Leerkrachten krijgen vrijheid om enkele open ruimtes te laten in het agenda om in te spelen op noden van de klas.

Lessen worden nog steeds één week op voorhand doorgegeven voor rekenen, taaldenken, woordenschat, herhalingstoets Frans en wereldoriëntatie. Bij lessen wordt er steeds gerefereerd naar rekenwijzer, spellingweter, handboek of een werkblad.

 

Verder laten de leerkrachten enkele open ruimtes in het agenda, dit kan zijn voor kleinere lesjes en enkele huistaken. 

 

Waarom doen we dit?

Leerlingen zullen ook in het secundair moeten omgaan met leerstof die ze moeten verwerken op korte tijd. We bieden een evenwicht aan tussen korte en lange termijn van huiswerk inschrijven in het agenda.

 

Bingel is een instrument dat wordt ingezet om digitaal huiswerk mee te geven en toetsen te laten voorbereiden. Leerkrachten bieden ook extra inoefenmateriaal aan, dit is steeds vrijblijvend.

 

Huiswerk in de vakantie?

Huiswerk wordt niet meegegeven tijdens de vakantie. Wat wel kan is dat er vanuit zorg een remediërend pakketje meegaat met een begeleidende brief.

Na een vakantie zal er op maandag huiswerk worden meegegeven voor de komende week.

 

Samen maken wij huiswerk!

Huiswerk is iets waar zowel de school als de ouders mee bezig kunnen zijn. Het is belangrijk om op te volgen waar uw kind mee bezig is, een gezonde betrokkenheid tonen naar de schoolse prestaties is zeker belangrijk voor het welbevinden van uw kind.

 

Artikel 10 Agenda 

 

Alle leerlingen van de lagere school beschikken over een schriftelijke agenda.

Leerlingen ( of leerkrachten) schrijven hier huiswerk en lessen in, ook zaken die niet mogen vergeten worden zullen hierin genoteerd worden.

De leerlingen van het eerste en tweede graad schrijven huiswerk in op maandag, dinsdag en donderdag.

Vanaf het vijfde leerjaar is er elke dag huiswerk.

 

De leerlingen van de kleuterschool hebben geen schriftelijk heen- en weerschriftje, we gebruiken Teams om ouders op de hoogte te brengen. Leraren zetten hier de weekbriefjes op en andere mededelingen. Verder beschikt ook nog elke leerling uit de kleuterschool over een oranje mapje met de identificatiegegevens in, ook kunnen via dit mapje andere opmerkingen tot bij de school geraken.

 

Artikel 11 Evaluatie en rapport

    

Een samenvatting van de evaluatiegegevens van de leerling wordt neergeschreven in een rapport. Dit rapport wordt bezorgd aan de ouders, die ondertekenen voor kennisneming. Het rapport wordt, ondertekend terugbezorgd aan de groepsleraar.

 

De kleuterschool heeft geen rapport voor de ouders, via oudercontacten of andere gesprekken worden ouders op de hoogte gebracht over de vorderingen van hun kind.

 

In de lagere school is er 4 keer per schooljaar een evaluatieperiode: een herfstrapport, een winterrapport, een lenterapport en een zomerrapport.

 

Op het rapport wordt er geëvalueerd met cijfers en er wordt ook geëvalueerd met symbolen bij deelgebieden waar de accenten meer op de vaardigheden liggen. De school gebruikt een uniforme manier van evalueren.

 

Elke evaluatie bestaat uit resultaten van toetsen, resultaten vanuit het leerlingvolgsysteem en observaties door verschillende leerkrachten. Het doel van evalueren is om het leerproces en ontwikkelingsproces van elke leerling te kunnen bijsturen op maat van het kind. Als de nood er is zal er een gesprek worden georganiseerd vanuit de school om bepaalde opmerkingen met ouders te kunnen bespreken.

 

Een evaluatie gebeurt door een vakleerkracht, een klasleerkracht en nog andere betrokken leerkrachten. Deze evaluatiegegevens worden besproken met ouders op een oudercontact maar ook op een klassenraad worden deze resultaten besproken om een correct beeld te kunnen vormen van deze leerling.

 

Artikel 12 Schoolloopbaan

 

§1 Op voorwaarde dat aan alle toelatingsvoorwaarden voldaan is, nemen de ouders van de leerling de eindbeslissing inzake:

        de overgang van kleuter- naar lager onderwijs, na kennisneming van en toelichting bij de adviezen van de klassenraad en van het CLB.

        een jaar langer in het kleuteronderwijs, na kennisname en toelichting bij de adviezen van de klassenraad en het CLB.

        het volgen van nog één schooljaar lager onderwijs, als de leerling 14 jaar wordt voor 1 januari van het lopende schooljaar, en dit na kennisneming van en toelichting bij het gunstig advies van de klassenraad en het advies van het CLB.

        voor een verlengd verblijf voor leerlingen met een getuigschrift basisonderwijs en voor  leerlingen die 14 jaar worden voor 1 januari van het lopende schooljaar is een gunstig advies nodig van de klassenraad van de school waar de leerling het voorafgaande schooljaar lager onderwijs volgde.

§2  Vroeger naar het lager onderwijs:

               a.Een vijfjarige leerling die het voorgaande schooljaar was ingeschreven in een erkende

               school voor Nederlandstalig onderwijs kan enkel toegelaten worden mits:

 

     Een gunstig advies van de klassenraad van de school waar de leerling laatst kleuteronderwijs volgde.

     bij ongunstig advies van de klassenraad van het kleuteronderwijs omwille van de beheersing van het Nederlands: een gunstige beslissing van de klassenraad lager onderwijs en het volgen van een taalintegratietraject in het lager onderwijs.

     bij ongunstig advies van de klassenraad van het kleuteronderwijs, omwille van andere redenen: een gunstige beslissing van de klassenraad lager onderwijs.

              Na kennisneming van en toelichting bij het advies van het CLB en na het gunstig advies of               de gunstige beslissing door de klassenraad, nemen de ouders de uiteindelijke beslissing                 over de vervroegde instap.

 

                  b. Een vijfjarige leerling die het voorgaande schooljaar niet ingeschreven was in een

                  erkende school voor Nederlandstalig onderwijs :

 

     een gunstige beslissing van de klassenraad van de school voor lager onderwijs

     de klassenraad lager onderwijs beslist ook of de leerling toegelaten wordt in een regulier traject en/ of taalintegratietraject’.

     Bij weigering van toelating tot het lager onderwijs door de klassenraad lager onderwijs, beslist de klassenraad van de school voor kleuteronderwijs of de leerling in het kleuteronderwijs het reguliere traject en/of een taalintegratietraject volgt.

Na kennisneming van en toelichting bij het advies van het CLB en na toelating door de klassenraad lager onderwijs, nemen de ouders de uiteindelijke beslissing over de vervroegde instap.

 

§3    In alle andere gevallen neemt de school de eindbeslissing inzake het al dan niet

                zittenblijven of versnellen van de schoolloopbaan van de leerling.

                Een school die beslist het leerproces van een leerling te onderbreken door deze leerling

                het aanbod van het afgelopen schooljaar gedurende het daaropvolgende schooljaar

                nogmaals  te laten volgen, neemt deze beslissing na overleg met het CLB. De beslissing

                wordt aan de ouders schriftelijk gemotiveerd en mondeling toegelicht. De school deelt

                mee welke bijzondere aandachtspunten er in het daaropvolgende schooljaar voor de

                leerling zijn. In het leerlingendossier bewaart de school de adviezen van de klassenraad

                en het CLB en/of het bewijsstuk waaruit blijkt dat ouders kennis hebben genomen en

                toelichting hebben gekregen bij het advies van de klassenraad en CLB.

 

Hoofdstuk 7 Afwezigheden en te laat komen

 

Artikel 13 Afwezigheden

 

Zowel voor kleuters als voor leerlingen lager onderwijs is een voldoende aanwezigheid noodzakelijk  voor een vlotte schoolloopbaan.

 

Ouders dienen de school te verwittigen bij een afwezigheid, telefonisch of per mail gericht aan het

secretariaat.             

 

§1 Kleuteronderwijs


Er is geen medisch attest nodig voor afwezigheden van kleuters.

 

Voor leerlingen in het kleuteronderwijs die vijf jaar worden voor 1 januari van het schooljaar is er een leerplicht van minimaal 290 halve dagen aanwezigheid per schooljaar. Voor de berekening van dat aantal halve dagen aanwezigheid in functie van de leerplicht en de regelmatigheid van de leerling kunnen de afwezigheden die door de directie als aanvaardbaar geacht worden meegerekend worden.

 

Voor zes-en zevenjarigen in het kleuteronderwijs of een vijfjarige die vervroegd instapt in het lager onderwijs ,moeten de afwezigheden gewettigd worden volgens dezelfde regels als in het lager onderwijs.

 

§2 Lager onderwijs

 

 Afwezigheid wegens ziekte:

                           

a) een verklaring van ziekte ondertekend en gedateerd door een ouder. Dit kan hoogstens vier maal per schooljaar worden ingediend. De verklaring vermeldt de naam van de leerling, de klasgroep, de reden van afwezigheid, de begindatum en de vermoedelijke einddatum.

 

b) een medisch attest:

 

        als de ouders al vier maal in een schooljaar zelf een verklaring wegens ziekte hebben ingediend;

        bij een afwezigheid wegens ziekte van meer dan drie opeenvolgende kalenderdagen;

 

 Afwezigheid van rechtswege:

 

Bij een afwezigheid van rechtswege bezorgen de ouders aan het secretariaat een ondertekende verklaring of een officieel document. De verklaring vermeldt de naam van de leerling, de klasgroep, de reden van afwezigheid, de begindatum en de vermoedelijke einddatum.
Het gaat om volgende gevallen:

        het bijwonen van een familieraad;

        het bijwonen van een begrafenis- of huwelijksplechtigheid van een persoon die onder hetzelfde dak woont als de leerling of van een bloed- of aanverwant van de leerling;

        de oproeping of dagvaarding voor de rechtbank;

        het onderworpen worden aan maatregelen in het kader van de bijzondere jeugdzorg en de jeugdbescherming;

        de onbereikbaarheid of ontoegankelijkheid van de school door overmacht;

        het beleven van feestdagen die inherent zijn aan de door de grondwet erkende levensbeschouwelijke overtuiging van een leerling.

        het actief deelnemen in het kader van een individuele selectie of lidmaatschap van een vereniging als topsportbelofte aan sportieve manifestaties. Maximaal 10 al dan niet gespreide halve schooldagen per schooljaar.

 

 Afwezigheid mits voorafgaandelijke toestemming van de directeur:

 

Bij een afwezigheid met toestemming van de directeur bezorgen de ouders aan de directeur een ondertekende verklaring of een officieel document. De verklaring vermeldt de naam van de leerling, de klasgroep, de reden van afwezigheid, de begindatum en de vermoedelijke einddatum.
 

 Afwezigheid wegens verplaatsingen van de trekkende bevolking:


In uitzonderlijke omstandigheden kan de afwezigheid van kinderen van binnenschippers, kermis- en circusexploitanten en -artiesten en woonwagenbewoners gewettigd zijn om de ouders te vergezellen tijdens hun verplaatsingen.
De afspraken over de modaliteiten aangaande het onderwijs op afstand en aangaande de communicatie tussen de school en de ouders worden vastgelegd in een overeenkomst tussen de directeur en de ouders.
 

 Afwezigheden voor topsport voor de sporten tennis, zwemmen en gymnastiek mits toestemming van de directie:


Deze categorie afwezigheden kan slechts worden toegestaan voor maximaal zes lestijden per week (verplaatsingen inbegrepen) en kan enkel als de school voor de betrokken topsportbelofte over een dossier beschikt dat volgende elementen bevat:

        een gemotiveerde aanvraag van de ouders;

        een verklaring van een bij de Vlaamse sportfederatie aangesloten sportfederatie;

        een medisch attest van een sportarts verbonden aan een erkend keuringscentrum van de Vlaamse Gemeenschap;

        een akkoord van de directie.

 

 6° Afwezigheden omwille van revalidatie tijdens de lestijden:

 

a) de afwezigheid omwille van revalidatie na ziekte of ongeval, en dit gedurende maximaal 150 minuten per week, verplaatsing inbegrepen.

 

Om een beslissing te kunnen nemen, moet de school beschikken over een dossier dat minstens de volgende elementen bevat:

        een verklaring van de ouders waarom de revalidatie tijdens de lestijden moet plaatsvinden;

        een medisch attest waaruit de noodzakelijkheid, de frequentie en de duur  van de revalidatie blijkt;

        een advies, geformuleerd door het CLB, na overleg met de klassenraad en de ouders;

        een toestemming van de directeur voor een periode die de duur van de behandeling, vermeld in het medisch attest, niet kan overschrijden.

 

Uitzonderlijk kunnen de 150 minuten overschreden worden, mits gunstig advies van de arts van het CLB, in overleg met de klassenraad en de ouders.

 

b) de afwezigheid gedurende maximaal 150 minuten per week, verplaatsing inbegrepen van leerlingen met een specifieke onderwijsgerelateerde behoefte waarvoor een handelingsgericht advies is gegeven .

 

Om een beslissing te kunnen nemen, moet de school beschikken over een dossier dat ten minste de volgende elementen bevat:

          een verklaring van de ouders waarom de revalidatie tijdens de lestijden moet plaatsvinden;

          een advies, geformuleerd door het CLB in overleg met de klassenraad en de ouders;

          een samenwerkingsovereenkomst tussen de school en de revalidatieverstrekker. De revalidatieverstrekker bezorgt op het einde van elk schooljaar een evaluatieverslag;

          een toestemming van de directeur, die jaarlijks vernieuwd en gemotiveerd moet worden, rekening houdend met het evaluatieverslag waarvan sprake in punt 3).

 

In uitzonderlijke omstandigheden en mits gunstig advies van het CLB in overleg met de klassenraad en de ouders, kan de maximumduur van 150 minuten voor leerplichtige kleuters uitgebreid worden tot 200 minuten, verplaatsing inbegrepen.

 

Voor leerlingen die vallen onder de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2003 betreffende de integratie van leerlingen met een matige of ernstige verstandelijke handicap in het gewoon lager en secundair onderwijs kan de afwezigheid maximaal 250 minuten per week bedragen, verplaatsing inbegrepen.

 

7° Afwezigheden omwille van preventieve schorsing en tijdelijke en definitieve uitsluiting :

 

Een afwezigheid omwille van een preventieve schorsing, een tijdelijke of definitieve uitsluiting en waarbij de school gemotiveerd heeft dat opvang in de school  niet haalbaar is ,is een gewettigde afwezigheid.

 

§3 Problematische afwezigheden


Alle afwezigheden die niet zijn opgesomd of niet kunnen worden gewettigd zoals beschreven onder §2 worden ten aanzien van de leerling beschouwd als problematische afwezigheden. Ook afwezigheden gewettigd door een twijfelachtig medisch attest, met name de ‘dixit’ -attesten, geantidateerde attesten en attesten die een niet-medische reden vermelden, worden als problematische afwezigheden beschouwd.

 

In deze gevallen zal de directeur contact opnemen met de ouders. De ouders kunnen deze afwezigheid alsnog wettigen. Vanaf  vijf halve schooldagen problematische afwezigheden heeft de school een meldingsplicht ten opzichte van het CLB. Het CLB voorziet begeleiding voor de betrokken leerling, in samenwerking met de school.

 

Artikel 14  Te laat komen

 

§1 Kinderen moeten op tijd op school zijn. Een leerling die toch te laat komt, melden zich aan bij

het secretariaat en worden begeleid naar hun klas.  

De ouders worden bij herhaaldelijk te laat komen van hun kind gecontacteerd door de directie of

zorgcoördinator Ze maken hierover afspraken.

 

§2 In uitzonderlijke gevallen kan een leerling die daarvoor een gewettigde reden heeft, de

school voor het einde van de schooldag verlaten. Dit kan enkel na toestemming van de

directeur.

 

Hoofdstuk 8 Schending van de leefregels, preventieve schorsing, tijdelijke en definitieve uitsluiting

 

Artikel 15 Leefregels

 

Ouders stimuleren hun kind om de leefregels van de school na te leven. De leefregels zijn terug te vinden in de infobrochure.    

 

Artikel 16 Schending van de leefregels en ordemaatregelen

 

§1 Indien een leerling door zijn gedrag de leefregels schendt of de goede orde in de school in

het gedrang brengt, kunnen maatregelen worden genomen.

 

§2 Deze maatregelen kunnen zijn:

        een mondelinge opmerking;

        een schriftelijke opmerking in de schoolagenda die ouders ondertekenen voor gezien of een mail gericht aan de ouders;

        een extra taak die de ouders ondertekenen voor gezien;
 

Deze opsomming sluit niet uit dat een andere maatregel wordt genomen, aangepast aan het onbehoorlijk gedrag van de leerling.
Deze maatregelen kunnen worden genomen door de directeur of elk personeelslid van de school met een kindgebonden opdracht.

 

§3 Meer verregaande maatregelen kunnen zijn:

     een gesprek tussen de directeur en de betrokken leerling. De directeur maakt hiervan melding in de schoolagenda of het heen-en-weerschrift. De ouders ondertekenen voor gezien.

 

     De groepsleraar en/of de directeur nemen contact op met de ouders en bespreken het gedrag van de leerling. Van dit contact wordt een verslag gemaakt. Het verslag wordt door de ouders ondertekend voor gezien;

 

     preventieve schorsing :

Een preventieve schorsing is een uitzonderlijke maatregel die de directeur voor een leerling in het lager onderwijs kan hanteren als bewarende maatregel om de leefregels te handhaven en om te kunnen nagaan of een tuchtsanctie aangewezen is. De leerling mag gedurende maximaal vijf opeenvolgende schooldagen de lessen en activiteiten van zijn leerlingengroep niet volgen. De directeur kan, mits motivering aan de ouders, beslissen om die periode eenmalig met maximaal vijf opeenvolgende schooldagen te verlengen indien door externe factoren het tuchtonderzoek niet binnen die eerste periode kan worden afgerond. De preventieve schorsing kan onmiddellijk uitwerking hebben en de school stelt de ouders in kennis van de preventieve schorsing. De school voorziet opvang voor de leerling, tenzij de school aan de ouders motiveert waarom dit niet haalbaar is.

 

§4 Indien vermelde maatregelen niet het gewenste effect hebben, kan een individueel

begeleidingsplan met meer bindende gedragsregels worden vastgelegd door de directeur.
Dit moet ertoe bijdragen dat een goede samenwerking met personeelsleden en/of medeleerlingen opnieuw mogelijk wordt.
Dit begeleidingsplan wordt opgesteld door de groepsleraar, de zorgcoördinator en de directeur. Het wordt steeds besproken met de ouders. Het wordt van kracht van zodra de ouders het begeleidingsplan ondertekenen voor akkoord.
Indien de ouders niet akkoord gaan met het individueel begeleidingsplan, kan de directeur onmiddellijk overgaan tot het opstarten van een tuchtprocedure.

 

§5 Tegen geen enkele van deze maatregelen is er beroep mogelijk.

 

Artikel 17 Tuchtmaatregelen: tijdelijke en definitieve uitsluiting van leerlingen

 

§1 Het onbehoorlijk  gedrag van een leerling kan uitzonderlijk een tuchtmaatregel noodzakelijk maken.

                         

§2 Een tuchtmaatregel kan worden opgelegd indien de leerling:

het verstrekken van opvoeding en onderwijs in gevaar brengt; de verwezenlijking van het pedagogisch project van de school in het gedrang brengt; ernstige of wettelijk strafbare feiten pleegt; zich niet houdt aan het eventueel opgesteld individueel begeleidingsplan; de naam van de school of de waardigheid van het personeel aantast; de school materiële schade toebrengt.

 

§3 Tuchtmaatregelen zijn:

Tijdelijke uitsluiting

De directeur kan, in uitzonderlijke gevallen, eenleerling in het lager onderwijs tijdelijk uitsluiten. Een tijdelijke uitsluiting is een tuchtsanctie die inhoudt dat de gesanctioneerde leerling gedurende minimaal één schooldag en maximaal vijftien opeenvolgende schooldagen de lessen en activiteiten van zijn leerlingengroep niet mag volgen. Een nieuwe tijdelijke uitsluiting kan enkel na een nieuw feit. De school voorziet opvang voor de leerling, tenzij de school aan de ouders motiveert waarom dit niet haalbaar is.

 

Definitieve uitsluiting.

De directeur kan, in uitzonderlijke gevallen, een leerling in het lager onderwijs definitief uitsluiten. Een definitieve uitsluiting is een tuchtsanctie die inhoudt dat de gesanctioneerde leerling wordt uitgeschreven op het moment dat die leerling in een andere school is ingeschreven en uiterlijk één maand, vakantieperioden tussen 1 september en 30 juni niet inbegrepen, na de schriftelijke kennisgeving.

 

In afwachting van een inschrijving in een andere school mag de gesanctioneerde leerling de lessen en activiteiten van zijn leerlingengroep niet volgen. De school voorziet opvang voor de leerling, tenzij de school aan de ouders motiveert waarom dit niet haalbaar is.

 

§4 Er is geen mogelijkheid tot collectieve uitsluiting: elke leerling wordt afzonderlijk worden behandeld.

 

§5 Het schoolbestuur kan de inschrijving weigeren in een school waar de betrokken leerling het huidige, vorige of het daaraan voorafgaande schooljaar definitief werd uitgesloten.

 

Artikel 18 Tuchtprocedure

 

§1 De directeur kan beslissen tot een tijdelijke of definitieve uitsluiting.            

 

§2 De directeur volgt daarbij volgende procedure:

1° het voorafgaandelijke advies van de klassenraad moet worden ingewonnen. In geval van de intentie tot een definitieve uitsluiting moet de klassenraad uitgebreid worden met een vertegenwoordiger van het CLB die een adviserende stem heeft;

 

2° de intentie tot een tuchtmaatregel wordt na bijeenkomst van de klassenraad aangetekend aan de ouders bezorgd, binnen de drie schooldagen. De school verwijst in de kennisgeving naar de mogelijkheid tot inzage in het tuchtdossier, met inbegrip van het advies van de klassenraad, na afspraak.

De ouders hebben het recht om te worden gehoord, eventueel bijgestaan door een vertrouwenspersoon.

 

Dit gesprek moet uiterlijk vijf schooldagen na ontvangst van de kennisgeving plaatsvinden.

  De tuchtstraf moet in overeenstemming zijn met de ernst van de feiten.

 

4° De genomen beslissing van de directeur wordt schriftelijk gemotiveerd en binnen de drie schooldagen aangetekend  aan de ouders bezorgd. In dit aangetekend schrijven wordt de mogelijkheid vermeld tot het instellen van het beroep, alsook de bepalingen uit het schoolreglement die hier betrekking op hebben.

 

Artikel 19 Tuchtdossier

 

Een tuchtdossier van een leerling wordt opgesteld en bijgehouden door de directeur.

 

Het tuchtdossier omvat een opsomming van:

        de gedragingen

        de reeds genomen ordemaatregelen;

        de gedragingen die niet overeenstemmen met het individueel begeleidingsplan;

        de reacties van de ouders op eerder genomen maatregelen;

        het gemotiveerd advies van de klassenraad;

        het tuchtvoorstel en de bewijsvoering ter zake.

 

Artikel 20 Beroepsprocedure tegen definitieve uitsluiting

 

§1 Ouders kunnen een beslissing tot definitieve uitsluiting betwisten en kunnen een beroepsprocedure instellen. De ouders stellen het beroep in bij het schoolbestuur.

Dit beroep moet binnen de vijf schooldagen na kennisneming van de feiten aangetekend ingediend worden bij het schoolbestuur.

 

Het beroep:

        wordt gedateerd en ondertekend

        vermeldt ten minste het voorwerp van beroep met omschrijving en motivering van de ingeroepen bezwaren.

        kan aangevuld worden met overtuigingsstukken

 

§2 Het beroep wordt behandeld  door een beroepscommissie , opgericht door het schoolbestuur.

 

§3 De beroepscommissie bestaat uit een delegatie van externe leden en een delegatie van interne leden en wordt in functie van een concreet beroep samengesteld door het college van burgemeester en schepenen.

 

§4 De voorzitter wordt door het College van burgemeester en schepenen onder de externe leden aangeduid.

 

Het schoolbestuur bepaalt de samenstelling van de beroepscommissie, met inachtneming van volgende bepalingen:

1° de samenstelling van de beroepscommissie kan per te behandelen dossier verschillen, maar kan binnen het te behandelen dossier niet wijzigen;

2° de samenstelling is als volgt:

        “interne  leden”, zijnde leden intern aan het schoolbestuur of intern aan de school waar de betwiste beslissing tot definitieve uitsluiting is genomen, met uitzondering van de directeur die de beslissing heeft genomen;

Wordt verstaan onder lid van het schoolbestuur of de school en is dus een intern lid van de beroepscommissie in het gesubsidieerd gemeentelijk onderwijs:

een lid van de gemeenteraad

een lid van het college van burgemeester en schepenen

        (in voorkomend geval) een lid van de raad van bestuur van het autonoom gemeentebedrijf

        (in voorkomend geval ) een lid van het directiecomité van het autonoom gemeentebedrijf

        een door de Vlaamse Gemeenschap gesubsidieerd  personeelslid aangesteld in de betrokken school :

◦in een ambt van het  bestuurspersoneel , het onderwijzend personeel    of het ondersteunend personeel

◦ ongeacht het volume of taakinvulling van de opdracht

◦ ongeacht effectieve prestaties worden geleverd of een vorm van dienstonderbreking / verlofstelsel, terbeschikkingstelling (TBS) of tijdelijk andere opdracht (TAO) loopt

        een contractueel personeelslid van de betrokken school.

        externe leden”,  Elk lid van de beroepscommissie dat geen lid is van het betrokken schoolbestuur én geen lid is van de betrokken school is een extern lid van de beroepscommissie.

Personeelsleden van andere scholen van hetzelfde schoolbestuur (of een ander schoolbestuur) die niet aangesteld zijn in de betrokken school zijn externe leden.

 

In voorkomend geval en voor de toepassing van deze bepalingen:

a) wordt een persoon die vanuit zijn hoedanigheden zowel een intern lid als een extern lid is, geacht een intern lid te zijn;

b) wordt een lid van de ouderraad of, met uitzondering van het personeel, de school- raad van de school waar de betwiste beslissing tot definitieve uitsluiting is genomen, geacht een extern lid te zijn, tenzij de bepaling vermeld in punt a) van toepassing is;

 

De werking van de beroepscommissie

4°Het schoolbestuur bepaalt de werking, met inbegrip van de stemprocedure, van een beroepscommissie, met inachtneming van volgende bepalingen:

1° elk lid van een beroepscommissie is in beginsel stemgerechtigd, met dien verstande dat bij stemming het aantal stemgerechtigde interne leden van de beroepscommissie en het aantal stemgerechtigde externe leden van de beroepscommissie gelijk moet zijn; bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend;

2° elk lid van een beroepscommissie is aan discretieplicht onderworpen;

3° een beroepscommissie hoort de ouders in kwestie;

4° een beroepscommissie beslist autonoom over de stappen die worden gezet om tot een gefundeerde beslissing te komen, waaronder eventueel het horen van een of meer leden van de klassenraad die een advies over de definitieve uitsluiting heeft gegeven;

5° de werking van een beroepscommissie kan geen afbreuk doen aan de statutaire rechten van de individuele personeelsleden van het onderwijs;

6° een beroepscommissie oordeelt of de genomen beslissing alleszins in overeenstemming is met de decretale en reglementaire onderwijsbepalingen en met het schoolreglement.

 

Het schoolbestuur aanvaardt de verantwoordelijkheid voor deze beslissing van de beroepscommissie.

 

§5 Het beroep door een beroepscommissie kan leiden tot:

1° de gemotiveerde afwijzing van het beroep op grond van onontvankelijkheid als:

a) de in het schoolreglement  opgenomen  termijn voor indiening van het beroep is overschreden;

b) het beroep niet voldoet aan de vormvereisten opgenomen in het schoolreglement;

2° de bevestiging van de definitieve uitsluiting,

3° de vernietiging van de definitieve uitsluiting.

 

§6 Het resultaat van het beroep wordt gemotiveerd en aangetekend aan de ouders bezorgd binnen de drie schooldagen na de beslissing van de beroepscommissie. Bij de kennisgeving van de beslissing moeten de beroepsmogelijkheden bij de Raad van State worden vermeld .

           

Termijn en modaliteiten:

Het verzoekschrift moet het opschrift "verzoekschrift tot nietigverklaring" dragen. Het moet worden ondertekend door de verzoekende partij of door haar advocaat. Het moet zeker de volgende gegevens en uiteenzettingen bevatten:

        de naam en het adres van elke verzoekende partij;

        een uitdrukkelijk gekozen woonplaats, dit is een adres in België dat zal worden gebruikt voor alle briefwisseling over het beroep;

        de beslissing waarvan de nietigverklaring wordt gevraagd;

        de verwerende partij, dit is de overheid die deze beslissing heeft genomen;

        een uiteenzetting van de feitelijke omstandigheden van de zaak;

        een uiteenzetting van de ‘middelen’, waarin wordt uitgelegd welke rechtsregels er werden geschonden en op welke wijze.

Er moet een kopie van de bestreden beslissing worden bijgevoegd. Als de verzoekende partij een rechtspersoon is, moet er een kopie worden bijgevoegd van de gepubliceerde statuten en van de gecoördineerde geldende statuten. Als het verzoekschrift van een rechtspersoon niet door een advocaat wordt ingediend, moet ook de beslissing van het bevoegde orgaan van de rechtspersoon om het beroep in te dienen worden voorgelegd, evenals een kopie van de aanstelling van dat orgaan. De verplicht bij te voegen stukken, evenals alle andere stukken die ter staving van het beroep zouden worden bijgevoegd, moeten worden genummerd en worden opgenomen in een inventaris.

Het verzoekschrift wordt ofwel per post aangetekend verzonden naar de griffie van de Raad van State, Wetenschapsstraat 33 te 1040 Brussel, ofwel wordt het ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek "e-procedure" op deze website). Bij een verzending per post moeten er naast het origineel verzoekschrift steeds drie eensluidend verklaarde afschriften worden bezorgd, te vermeerderen met een afschrift voor iedere verwerende partij. De beroepen tot nietigverklaring moeten worden ingediend binnen een vrij korte termijn van zestig dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van de beslissing.

Als er verplichte vermeldingen of bij te voegen stukken of afschriften ontbreken zal de behandeling zeker vertraging oplopen, en bestaat bovendien het risico dat het beroep onontvankelijk zal moeten worden bevonden, en dus niet zal kunnen worden behandeld.

Per verzoekende partij moet er een recht van 200 euro worden betaald binnen een termijn van 30 dagen. Na de ontvangst van het verzoekschrift bezorgt de griffie daartoe een overschrijvingsformulier.

 

§7 Bij overschrijding van deze vervaltermijn is de omstreden definitieve uitsluiting van rechtswege nietig.

 

§8 Het beroep schort de uitvoering van de beslissing tot definitieve uitsluiting niet op.

 

Hoofdstuk 9 Getuigschrift basisonderwijs

 

Artikel 21 Het getuigschrift toekennen

 

Het schoolbestuur kan een getuigschrift basisonderwijs uitreiken, op voordracht en na beslissing van de klassenraad
Het getuigschrift wordt toegekend uiterlijk op 30 juni van het lopende schooljaar, of na een beroepsprocedure.

 

De klassenraad beslist op een gemotiveerde wijze of een regelmatige leerling in voldoende mate de doelen uit het leerplan die het bereiken van de eindtermen beogen, heeft bereikt om het getuigschrift basisonderwijs te verwerven.

 

Er bestaat geen minimumleeftijd om het getuigschrift basisonderwijs te behalen.

 

De regelmatige leerling ontvangt het getuigschrift basisonderwijs indien uit het leerlingendossier blijkt dat de leerling bij het voltooien van het lager onderwijs de doelen opgenomen in het leerplan in voldoende mate heeft bereikt.

 

Artikel 22 Het getuigschrift niet toekennen

 

Als de klassenraad het getuigschrift niet toekent, motiveert hij zijn beslissing op basis van het leerlingendossier en deelt het schoolbestuur dit uiterlijk op 30 juni van het lopende schooljaar aangetekend mee aan de ouders.

 

Een leerling die het getuigschrift basisonderwijs niet behaalt, krijgt een verklaring met de vermelding van het aantal en de soort van gevolgde schooljaren lager onderwijs .Naast deze verklaring heeft de leerling recht op een schriftelijke motivering waarom het getuigschrift basisonderwijs niet werd toegekend, alsook aandachtspunten voor de verdere schoolloopbaan.

 

Ouders die niet akkoord gaan met deze beslissing, kunnen uiterlijk binnen de drie werkdagen een overleg vragen met de directeur De bedoeling van dit overleg is om alsnog tot een overeenkomst te komen zonder dat de formele beroepsprocedure opgestart moet worden.

Dit overleg vindt plaats binnen de twee werkdagen na de aanvraag tot gesprek.

 

De school kan dit overleg niet weigeren en er moet een schriftelijke verslag van gemaakt worden.

In dit verslag wordt meteen opgenomen of de directeur de klassenraad al dan niet opnieuw samenroept.

 

Wanneer de ouders niet akkoord gaan met de beslissing (hetzij om de klassenraad niet bijeen te roepen, hetzij om het getuigschrift niet toe te kennen), dan wijst de school de ouders schriftelijk op de mogelijkheid tot beroep bij de beroepscommissie.

 

Indien de klassenraad bij zijn oorspronkelijke beslissing blijft, wordt zij opnieuw gemotiveerd

en door het schoolbestuur aangetekend meegedeeld aan de ouders, uiterlijk binnen de drie

werkdagen . Wanneer de ouders niet akkoord gaan met de beslissing dan wijst de school de

ouders schriftelijk op de mogelijkheid tot beroep bij de beroepscommissie.

 

Artikel 23 Beroepsprocedure

 

§1 Ouders kunnen het niet-toekennen van een getuigschrift door de klassenraad betwisten en kunnen een beroepsprocedure instellen, na voorgaande stappen, zoals beschreven in artikel 23 .

Dit beroep moet door de ouders aangetekend en binnen de vijf werkdagen  ingediend worden bij het schoolbestuur.

 

Het beroep:

        wordt gedateerd en ondertekend;

        vermeldt ten minste het voorwerp van beroep met omschrijving en motivering van de ingeroepen bezwaren;

        kan aangevuld worden met overtuigingsstukken;

 

§2 Het beroep wordt behandeld door een beroepscommissie, opgericht door het schoolbestuur.

 

Het schoolbestuur stelt de beroepscommissie samen, met inachtneming van volgende bepalingen:

1° de samenstelling kan per te behandelen dossier verschillen, doch kan binnen het te behandelen  dossier niet wijzigen;

2° de samenstelling is als volgt:

        interne leden”, zijnde leden van de klassenraad die besliste het getuigschrift basisonderwijs  niet toe te kennen, waaronder alleszins de directeur eventueel aangevuld met een lid van het schoolbestuur

        externe leden”, zijnde personen  die extern zijn aan dat schoolbestuur en extern  aan de school die besliste het getuigschrift basisonderwijs niet uit te reiken.

In voorkomend geval en voor de toepassing van deze bepalingen:

a) wordt een persoon die vanuit zijn hoedanigheden zowel een intern lid als een extern lid is, geacht een intern lid te zijn;

b) wordt een lid van de ouderraad of, met uitzondering van het personeel, de schoolraad van de school die besliste het getuigschrift basisonderwijs niet toe te kennen, geacht een extern lid te zijn, tenzij de bepaling vermeld in punt a) van toepassing is;

3° de voorzitter wordt door het schoolbestuur onder de externe leden aangeduid.

4° Het schoolbestuur bepaalt de werking, met inbegrip van de stemprocedure, van de beroepscommissie, met inachtneming van volgende bepalingen:

1° elk lid van een beroepscommissie is in beginsel stemgerechtigd, met dien verstande dat bij stemming het aantal stemgerechtigde interne leden van de beroepscommissie en het aantal stemgerechtigde externe leden van de beroepscommissie gelijk moet zijn; bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend;

2° elk lid van een beroepscommissie is aan discretieplicht onderworpen;

3° een beroepscommissie hoort de ouders in kwestie;

4° een beroepscommissie beslist autonoom over de stappen die worden gezet om tot een gefundeerde beslissing te komen, waaronder eventueel het horen van een of meer leden van de klassenraad die het getuigschrift basisonderwijs niet toegekend heeft;

5° de werking van een beroepscommissie kan geen afbreuk doen aan de statutaire rechten van individuele personeelsleden van het onderwijs;

6° een beroepscommissie oordeelt of de genomen beslissing alleszins in overeenstemming is met de reglementaire onderwijsbepalingen en met het schoolreglement”.

 

§3 De beroepscommissie komt bijeen uiterlijk tien werkdagen na het ontvangen van het beroep.

De beroepsprocedure wordt voor de duur van zes weken opgeschort met ingang van 11 juli.

 

§4 Het beroep door een beroepscommissie kan leiden tot:

  1° de gemotiveerde afwijzing van het beroep op grond van onontvankelijkheid als:

a) de in het schoolreglement opgenomen termijn voor indiening van het beroep is overschreden;

b) het beroep niet voldoet aan de vormvereisten opgenomen in het schoolreglement;

                  2° de bevestiging van het niet toekennen van het getuigschrift basisonderwijs;

                  3° de toekenning van het getuigschrift basisonderwijs.

 

Het schoolbestuur aanvaardt de verantwoordelijkheid voor de beslissing van de beroepscommissie.

 

§5 Het resultaat van het beroep wordt gemotiveerd en aangetekend aan de ouders bezorgd, gebracht, uiterlijk op 15 september daaropvolgend, met vermelding van de verdere beroepsmogelijkheid bij de Raad van State (termijn en modaliteiten-zie artikel 20-§6)

 

In de mate van het mogelijke wordt de beslissing vroeger dan de eerste schooldag van september genomen, zodat de leerling op 1 september het schooljaar kan beginnen.

 

§6 De ouders kunnen zich gedurende de procedure laten bijstaan door een raadsman.
Dit kan geen personeelslid van de school zijn.

 

Artikel 24

 

Iedere leerling die bij het voltooien van het lager onderwijs geen getuigschrift basisonderwijs krijgt, heeft recht op een schriftelijke motivering met inbegrip van bijzondere aandachtspunten voor de verdere schoolloopbaan, en eenverklaring met de vermelding van het aantal en de gevolgde schooljaren lager onderwijs, afgeleverd door de directie.

 

Artikel 25

 

Het meegeven van het getuigschrift en rapport kan om geen enkele reden worden ingehouden, ook niet bij verzuim door de ouders van hun financiële verplichtingen.

 

Hoofdstuk 10 Onderwijs aan huis en synchroon internetonderwijs

 

Artikel 26

 

§1 Het onderwijs aan huis en synchroon internetonderwijs is kosteloos.

 

§2 Alle leerlingen van het basisonderwijs (kleuter- en lager onderwijs) die wegens ziekte langdurig of korte opeenvolgende periodes niet op school aanwezig kunnen zijn, hebben onder bepaalde voorwaarden recht op 4 lestijden onderwijs aan huis per week ,synchroon internetonderwijs of een combinatie van beide.

 

§3 Voor tijdelijk onderwijs aan huis dienen volgende voorwaarden gelijktijdig te zijn vervuld:

1. de leerling is meer dan eenentwintig opeenvolgende kalenderdagen afwezig ,vakantieperiodes meegerekend , wegens ziekte of ongeval, of de leerling is chronisch ziek en is negen halve dagen afwezig;

2. De ouders (of de personen die de minderjarige in rechte of in feite onder hun bewaring hebben) dienen een schriftelijke aanvraag in bij de directeur van de school.

3. de afstand tussen de school en de verblijfplaats van de betrokken leerling bedraagt ten hoogste tien kilometer.

4. Bij een chronische ziekte kan het tijdelijk onderwijs aan huis ook gedeeltelijk op school georganiseerd worden. Dit is mogelijk na een akkoord tussen de ouders en de school en vindt plaats buiten de normale schooluren en niet tijdens de middagpauze.

 

§4 De aanvraag voor tijdelijk onderwijs aan huis , gebeurt door de ouders, per brief of via een specifiek aanvraagformulier.

Bij die aanvraag gaat een medisch attest waarop de arts attesteert dat de leerling niet of minder dan halftijds naar school kan gaan (bij langdurige afwezigheid wegens ziekte of ongeval) of waarop de arts-specialist attesteert dat de leerling lijdt aan een chronische ziekte, maar wel onderwijs mag krijgen ,

 

De aanvraag van de ouders en de medische vaststelling van de chronische ziekte door de arts-specialist moet niet bij elke afwezigheid of bij elke periode van 9 halve dagen afwezigheid opnieuw gebeuren, maar blijft geldig gedurende de volledige periode van de inschrijving van de leerling op de school.

 

§5 De school zal de ouders individueel op de hoogte brengen van het bestaan en de mogelijkheden van het TOAH, van zodra duidelijk is dat de leerling in aanmerking zal komen voor het TOAH. Kleuters ,jonger dan 5 jaar , zijn nog niet leerplichtig, dit neemt niet weg dat ook de ouders van deze doelgroep geïnformeerd worden over TOAH.I

Indien aan al deze voorwaarden is voldaan, zal de school de dag na het ontvangen van de aanvraag en vanaf de tweeëntwintigste kalenderdag afwezigheid en voor de verdere duur van de afwezigheid van het kind, voor vier lestijden per week onderwijs aan huis verstrekken.

Bij chronisch zieke kinderen is onderwijs aan huis, mogelijk telkens het kind negen halve dagen (hoeven niet aan te sluiten) afwezig was.

 

§6 Bij verlenging van de afwezigheid moeten de ouders opnieuw een schriftelijke aanvraag, vergezeld van een medisch attest, indienen bij de directeur.

Bij chronisch zieke leerlingen hoeft er niet telkens opnieuw een medisch attest voorgelegd worden en volstaat een schriftelijke aanvraag van de ouders.

 

§7 Kinderen die na een periode van onderwijs aan huis, de school hervatten, maar binnen een termijn van 3 maanden opnieuw afwezig zijn wegens ziekte, hebben onmiddellijk recht op onderwijs aan huis, synchroon internetonderwijs of een combinatie van beiden. Wel moet het onderwijs aan huis opnieuw worden aangevraagd .

 

§8 De concrete organisatie wordt bepaald na overleg met de directeur.

§9 De centrale organisator voor synchroon internetonderwijs is vzw Bednet.  Bednet bepaalt autonoom welke leerlingen in aanmerking komen voor synchroon internetonderwijs op basis van een aantal criteria ,waaronder de ondersteuningsbehoefte van de leerling en het positief engagement van de leerling, de ouders, de school en het CLB.

§10 Bij een langdurige afwezigheid wordt een minimale afwezigheid van 4 weken vooropgesteld vooraleer de leerling recht heeft op synchroon internetonderwijs.

§11 Bij een frequente afwezigheid wordt een minimale geplande afwezigheid van 36 halve dagen op jaarbasis vooropgesteld vooraleer een leerling recht heeft op synchroon internetonderwijs.

§12 Synchroon internetonderwijs kan door alle betrokkenen bij de begeleiding van de leerling aangevraagd worden via de webstek van vzw Bednet: http://www.bednet.be/aanvraag-aanmaken

 

Hoofdstuk 11 Schoolraad, ouderraad en leerlingenraad

 

Artikel 27

 

De schoolraad wordt samengesteld uit vertegenwoordigers van de volgende geledingen:

1° de ouders;

2° het personeel;

3° de lokale gemeenschap

 

Artikel 28

 

Er wordt een ouderraad opgericht, wanneer ten minste tien procent van de ouders erom vraagt. Het moet gaan over ten minste drie ouders.

De leden van de ouderraad worden verkozen door en uit de ouders. Iedere ouder kan zich verkiesbaar stellen en kan één stem uitbrengen. De stemming is geheim.

 

Artikel 29

 

De school richt een leerlingenraad op als ten minste 10% van de leerlingen van het vijfde en zesde leerjaar er om vragen.

 

Hoofdstuk 12 Leerlingengegevens, privacy en gegevensbescherming

 

Artikel 30

 

Gegevensbescherming en informatieveiligheid

De school verwerkt persoonsgegevens van leerlingen en ouders in het kader van haar opdracht. Het schoolbestuur is de eindverantwoordelijke voor deze verwerking en de veiligheid ervan.

 

Het schoolbestuur en de school leven de verplichtingen na die voortvloeien uit de regelgeving inzake privacy en gegevensbescherming en gaan zorgvuldig om met deze persoonsgegevens. Het schoolbestuur zorgt voor een afdoend niveau van gegevensbescherming en informatieveiligheid. Het beschikt hiervoor over een informatieveiligheidsconsulent. De school heeft een aanspreekpunt dat in contact staat met de informatieveiligheidsconsulent en betrokken wordt in het informatieveiligheidsbeleid van het schoolbestuur (wat onderwijs betreft).

 

De school zal enkel gegevens verwerken met de toestemming van de ouders, tenzij er een andere wettelijke grondslag is voor de verwerking. Deze toestemming moet vrij, specifiek, geïnformeerd en ondubbelzinnig zijn.
Over het gebruik van social media in de klas worden afspraken gemaakt.

 

De school is transparant over de verwerking van persoonsgegevens en verstrekt de nodige informatie, al dan niet in detail, met inbegrip van de afspraken die gemaakt zijn met derden en bewerkers die persoonsgegevens ontvangen.

 

Verder hanteert de school een strikt beleid inzake toegangsrechten en paswoorden en reageert ze adequaat op datalekken.

 

De meer concrete regels voor de gegevensverwerking en -bescherming worden vastgelegd in een privacyverklaring die tot doel heeft:

        de persoonlijke levenssfeer van de betrokkenen te beschermen tegen verkeerd en onbedoeld gebruik van de persoonsgegevens;

        vast te stellen welke persoonsgegevens worden verwerkt en met welk doel dit gebeurt;

        de zorgvuldige verwerking van persoonsgegevens te waarborgen;

        de rechten van betrokkene te waarborgen.

De meest recente versie van deze privacyverklaring is te raadplegen via de website van het schoolbestuur.

 

De protocollen die in het kader van de privacy-reglementering worden afgesloten, zijn gepubliceerd op de website van de school en/of de gemeente.

 

Personeelsleden van de school waar de leerling met een verslag of een gemotiveerd verslag ingeschreven is of de lessen volgt, hebben recht op inzage van het verslag of het gemotiveerde verslag uit het multidisciplinaire dossier van de leerling. Dat recht op inzage geldt ook voor de personeelsleden van de school voor buitengewoon onderwijs die in het kader van het ondersteuningsmodel instaan voor de begeleiding van de leerling met een verslag of een gemotiveerd verslag. Bij elke inzage wordt de regelgeving over de bescherming van natuurlijke personen bij de verwerking van persoonsgegevens toegepast.

 

Artikel 31

 

Meedelen van leerlingengegevens aan ouders

 

Ouders hebben recht op inzage en recht op toelichting bij de gegevens die op de leerling betrekking hebben, waaronder de evaluatiegegevens, die worden verzameld door de school. Indien na de toelichting blijkt dat de ouders een kopie willen van de leerlingengegevens, hebben ze kopierecht.

Iedere kopie dient persoonlijk en vertrouwelijk behandeld te worden, mag niet verspreid worden noch publiek worden gemaakt en mag enkel gebruikt worden in functie van de onderwijsloopbaan van de leerling.

 

Ouders kunnen zich daarnaast beroepen op de wetgeving op openbaarheid van bestuur die voorziet in een recht op inzage, toelichting en/of kopie. Hiertoe richten ze een vraag tot college van burgemeester en schepenen dat bekijkt of toegang kan worden verleend.

Als een volledige inzage in de leerlingengegevens een inbreuk is op de privacy van een derde, dan wordt de toegang tot deze gegevens verstrekt via een gesprek, gedeeltelijke inzage of rapportage.

 

Artikel 32

 

Meedelen van leerlingengegevens aan derden

De school zal geen leerlingengegevens meedelen aan derden, tenzij voor de toepassing van een wettelijke of reglementaire bepaling of in het kader van een overeenkomst die de school afsluit met een verwerker voor leerplatformen, leerlingenvolgsystemen, leerlingenadministratie e.d.m.

 

Gemeenteraadsleden hebben het recht op inzage in alle dossiers, stukken en akten die het bestuur van het gemeentelijk onderwijs betreffen overeenkomstig artikel 29 van het decreet over het lokaal bestuur. Dit betekent dat gemeenteraadsleden inzage hebben in alle dossiers, stukken en akten die nodig zijn om het bestuur van het gemeentelijk onderwijs te controleren en die van gemeentelijk/gemengd belang zijn (individuele leerlingendossiers vallen hier niet onder). Bij de uitoefening van het inzagerecht, kunnen er persoonsgegevens verwerkt worden, in voorkomend geval moet er rekening worden gehouden met de algemene verordening gegevensbescherming.

Ook in het kader van het lidmaatschap bij de Onderwijskoepel van Steden en Gemeenten (OVSG) en de daaruit voortvloeiende dienstverlening kunnen er leerlingengegevens worden meegedeeld.

 

Bij verandering van school door een leerling worden tussen de betrokken scholen leerlingengegevens overgedragen naar de nieuwe school op voorwaarde dat:

 

1° de gegevens enkel betrekking hebben op de leerlingspecifieke onderwijsloopbaan;

2° de overdracht gebeurt in het belang van de leerling;

3° ouders zich niet expliciet verzet hebben, tenzij de regelgeving de overdracht verplicht stelt.

 

Een kopie van een verslag of een gemotiveerd verslag van een CLB  moet verplicht overgedragen worden van de oude school naar de nieuwe school. Ouders kunnen zich tegen deze overdrachten niet verzetten.

 

Gegevens die betrekking hebben op schending van leefregels door de leerling mogen nooit aan de nieuwe school doorgegeven worden.

 

Artikel 33

 

Geluids- en beeldmateriaal gemaakt door de school

 

De school kan geluids- en beeldmateriaal van leerlingen maken en publiceren.

 

Voor het maken en publiceren van niet-gericht geluids- en beeldmateriaal in schoolgerelateerde publicaties zoals de website van de school of gemeente, publicaties die door de school of gemeente worden uitgegeven, wordt de toestemming van de leerlingen/ouders vermoed. Onder niet-gericht geluids- en beeldmateriaal verstaan we geluids- en beeldmateriaal dat een eerder spontane, niet geposeerde sfeeropname weergeeft zonder daarvoor specifiek één of enkele personen eruit te lichten. Het gaat bijvoorbeeld om een groepsfoto tijdens een activiteit van de school. De betrokken leerlingen/ouders kunnen schriftelijk hun toestemming weigeren.

 

Voor het maken en publiceren van gericht geluids- en beeldmateriaal zal voorafgaandelijk de toestemming van de leerling/ouders worden gevraagd. Hierbij worden het soort geluids- of beeldmateriaal, de verspreidingsvorm en het doel gespecificeerd.

 

Hoofdstuk 13 ICT-materiaal ter beschikking gesteld door de school, gebruik van Smartphone, eigen tablet /laptop, trackers of andere gelijkaardige toestellen, internet en sociale media

 

Artikel 34

 

ICT-materiaal ter beschikking gesteld door de school

 

De school stelt een laptop/chromebook/computer (hierna ICT- materiaal) ter beschikking van de leerling. Deze blijft eigendom van de school.

 

De leerling gaat met het ICT-materiaal zorgvuldig (als een goede huisvader) om en is verantwoordelijk voor het correcte gebruik en beheer ervan.

 

De leerling kan aansprakelijk worden gesteld voor schade aan de apparatuur ontstaan door verwijtbare nalatigheid of onachtzaamheid.

 

Bij vervanging van het toestel door diefstal of verlies worden de kosten doorgerekend aan de leerling wanneer er sprake is van bedrog, een zware fout of nalatigheid.

 

Het ICT-materiaal is strikt persoonlijk en de leerling zal deze niet aan derden ter beschikking stellen, verpanden noch op enige andere wijze vervreemden.

 

Het ICT-materiaal wordt uitsluitend gebruikt voor de uitoefening van werkzaamheden en het volgen van lessen. Het is de leerling verboden dit te gebruiken voor activiteiten die in strijd zijn met de doelstellingen van de school.

 

De leerling gebruikt het ICT-materiaal op een wettelijke manier met respect voor het auteursrecht en de privacy.

 

Het is aan de leerling verboden zelf software in de apparatuur in te brengen.

 

Bij beëindiging van het schoolverband wordt het ICT-materiaal in goede staat aan de school teruggegeven. Zoniet verbindt de leerling zich er toe de vervangingswaarde ervan aan de school te betalen.             

 

Artikel 35

 

Alleen buiten de schoolgebouwen mogen smartphone, eigen tablet, eigen laptop, trackers of enige andere gelijkaardige toestellen gebruikt worden. Als ouders of leerlingen elkaar dringend nodig hebben tijdens de schooldag, kunnen ze terecht op het secretariaat van de school. Bij uitzondering kan de school toestemming vragen om toch eigen tablet of smartphone mee te brengen, dit blijft onder de verantwoordelijkheid van ouders en kan niet verplicht worden door de school.

 

Artikel 36

 

Elke leerling draagt zorg voor zijn toestel. Het IMEI nummer van het toestel wordt genoteerd in de schoolagenda. Dit helpt het opsporen van een verdwenen toestel.

 

Artikel 37

 

Elke leerling zorgt ervoor dat de privacy-instellingen van zijn toestel zo afgesteld zijn dat ze de privacy van anderen niet kunnen schenden.

 

Artikel 38

 

Het is niet toegestaan om beeld- of geluidsopnamen te maken op het domein van de school zonder toestemming van de school. Overeenkomstig de privacywetgeving mogen er geen beeld- of geluidsopnamen van medeleerlingen, personeelsleden of andere personen gemaakt worden of verspreid zonder hun uitdrukkelijke toestemming.

 

Artikel 39

 

Onder sociale media worden websites zoals Facebook, Instagram, Twitter, enz. verstaan. Er worden geen films, geluidsfragmenten, foto’s enz. op sociale websites geplaatst die betrekking hebben op de school zonder dat daar uitdrukkelijk toestemming voor wordt gegeven door de school. Dit geldt voor de leerlingen, ouders en grootouders en alle personen die onder hetzelfde dak wonen als de leerling.

 

Artikel 40

 

Bij communicatie via sociale media worden de normale fatsoennormen in acht genomen. Cyberpesten is verboden.

 

Artikel 41

 

Het downloaden, installeren en verdelen van illegale software op school is verboden.

 

Artikel 42

 

Het internet van de school mag alleen gebruikt worden voor schoolse aangelegenheden.

Hoofdstuk 14 Absoluut en permanent algemeen rookverbod

 

Artikel 43

 

Er is een absoluut en permanent verbod op het roken van tabak of van soortgelijke producten (onder andere de shisha-pen, de e-sigaret ,heatsticks,…)

Dit verbod geldt binnen de volledige instelling, met inbegrip van zowel de gebouwen als de speelplaatsen, sportterreinen en andere open ruimten.

 

Er is eveneens een absoluut en permanent verbod op het roken van tabak of van soortgelijke producten tijdens extramuros-activiteiten.

 

Bij overtreding van deze bepaling

        zal de leerling gesanctioneerd worden volgens het orde- en tuchtreglement opgenomen in dit schoolreglement;

        zullen ouders en/of bezoekers verzocht worden te stoppen met roken of het schooldomein te verlaten.

 

Hoofdstuk 15 Leerlingenbegeleiding

 

Artikel 44

 

VISIE ROND LEERLINGENBEGELEIDING

 

Zorgcontinuum

 

Visie op leerlingenbegeleiding (zorg) en optimale onderwijskansen 

 

brede basiszorg = fase 0

 

Wat hebben leerlingen nodig om te leren? Elke school biedt brede basiszorg. Dit is wat alle leerlingen nodig hebben om zich te kunnen ontplooien en gebruik te kunnen maken van hun talenten en mogelijkheden. De school biedt voor alle leerlingen dezelfde brede basiszorg met aandacht voor de noden van elke leerling.

 

Het doel is om binnen een goed uitgebouwd zorgbeleid een leeromgeving mogelijk te maken die tegemoet komt aan de onderwijsbehoeften van een diverse groep leerlingen binnen het gemeenschappelijk curriculum.

 

De krachtlijnen zijn : zie ook pedagogisch project

        actief leren

        totale persoonlijkheidsontwikkeling

        stimuleren, differentiëren, remediëren, verrijken

        aandacht voor de totale persoonlijkheidsontwikkeling van de leerling

Inhoudelijk :

        organisatie van het zorg- en gelijke kansenbeleid

        vorming en ondersteuning van schoolteam

        inschrijving- en onthaalbeleid

        zorgzaam handelen in de klas

        opvolgen van alle leerlingen

        betrekken van alle leerlingen

        samenwerken met ouders en leerlingen

Wanneer de brede basiszorg niet meer volstaat, meldt de leerkracht aan bij het zorgteam en stapt het zorgteam over naar fase 1. We houden hierbij rekening met observaties, evaluaties en onderwijsbehoeften van de leerling.

 

verhoogde zorg = fase 1

Wat als een leerling meer nodig heeft om te leren? Een leerling heeft soms meer begeleiding nodig dan de brede basiszorg. De school beslist dan samen met ouders om over te stappen naar verhoogde zorg (op basis van observaties, onderwijsbehoeften, evaluaties, …). Het zorgteam van de school bekijkt samen met leerling, ouders en leerkracht hoe de leerling op school extra begeleiding kan krijgen.

 

Het doel is om extra begeleiding te bieden aan leerlingen bij wie ongerustheid over de totale persoonlijkheidsontwikkeling ontstaat (zie ook 4 begeleidingsdomeinen verder).

 

Dit gebeurt in samenwerking met school, leerling en ouders, eventueel met ondersteuning van het CLB als coach.

 

De krachtlijnen zijn :

        remediëren

        differentiëren

        compenseren

        dispenseren (bij voorkeur in overleg met CLB)

Zorgoverleg is hierbij heel belangrijk. De leden van het zorgteam komen op regelmatige basis samen en houden een brede kijk op het leren en welzijn en van de leerling. Zo kan er regelmatig geëvalueerd en bijgestuurd worden wat betreft de begeleiding van de leerling. Ouders en leerling worden betrokken en krijgen inspraak om een goede samenwerking en afstemming tussen alle betrokkenen mogelijk te maken.

 

Het zorgteam onderneemt volgende acties:

        verzamelen van informatie

        onderwijs-, opvoedings- en ondersteuningsbehoeften bepalen

        aanpak bepalen

        plannen, handelen en evalueren

Bij een stagnerende of negatieve evolutie informeert de school het CLB. Deze aanmelding kan de start zijn van fase 2.

 

uitbreiding van de zorg = fase 2

 

Wat als extra begeleiding op school niet voldoende is voor een leerling?

 

Of wat als school, leerling of ouders niet goed weten wat de leerling nodig heeft om te leren of zich goed te voelen? Het zorgteam van de school vraagt dan aan de leerling en zijn ouders toestemming om de hulp van het CLB in te schakelen. Het CLB-team gaat na wat de leerling nodig heeft om te leren en zich goed te voelen. Hiervoor werkt het CLB-team samen met de leerling, zijn ouders en de school.

 

De leerling of zijn ouders kunnen ook rechtstreeks aankloppen bij het CLB. Het CLB-team bekijkt dan met de leerling of zijn ouders welke zorg nodig is.

 

Doel is om een beter zicht te krijgen op het functioneren van een kind binnen zijn context. Samen met leerling, ouders, schoolteam, CLB en eventueel andere actoren trachten we het aanbod beter af te stemmen op de noden van de leerling en het team.

 

Krachtlijnen :

 

Individuele leerlingenbegeleiding door het CLB kan in deze fase van uitbreiding van zorg verschillende vormen aannemen:

        een handelingsgericht diagnostisch traject (HGD-traject) met inbegrip van ICF-CY (International Classification of Functioning – Disability and Health for Children and Youth),

        informatie- en adviesverstrekking zonder HGD-traject (bv. onderwijsloopbaanbegeleiding),

        kortdurende begeleiding

        samenwerking met een netwerk (CLB schrijft gemotiveerd verslag)

Doel HGD-traject:

 

Formuleren van:

        langetermijnperspectief en concrete, middellange en korte-termijndoelen voor een leerling

        onderwijs-, opvoedings- en ondersteuningsbehoeften van de leerling en zijn context

        handelingsgericht advies dat gedragen wordt door alle betrokkenen

        afspraken over plannen, handelen en evalueren van dat advies

Op het einde van fase 2 nodigt het CLB-team leerling, ouders en schoolteam uit voor een adviesgesprek. In dit gesprek wordt besproken:

        wat de leerling nodig heeft om de leerdoelen te bereiken

        welke aanpassingen voldoende en redelijk zijn voor school en leerling.

Wanneer in de adviesfase van het HGD-traject (fase 2) blijkt dat de aanpassingen die nodig zijn om een leerling binnen de school mee te nemen binnen een gemeenschappelijk curriculum ofwel niet redelijk ofwel onvoldoende zijn, wordt overgegaan naar een individueel aangepast curriculum (fase 3).

 

individueel aangepast curriculum (IAC) = fase 3

 

Wat als een leerling meer nodig heeft om te leren dan wat zijn school kan bieden?

 

Sommige leerlingen hebben specifieke onderwijsbehoeften. Deze leerlingen hebben langdurige en belangrijke noden om het gemeenschappelijk curriculum te volgen (gemeenschappelijk curriculum = leerdoelen; wat de leerling moet kennen en kunnen om een attest lager onderwijs te halen).

 

Specifieke onderwijsbehoeften vragen om aanpassingen in de school en/of klas. Deze aanpassingen zijn soms niet redelijk voor de school of kunnen er niet voldoende voor zorgen dat de leerling het gemeenschappelijk curriculum kan blijven volgen (zie M-decreet).

Het CLB-team, de leerling, zijn ouders en de school kunnen dan beslissen om een ‘verslag’ op te maken. Het opmaken van een ‘verslag’ houdt geen automatische overstap in naar een school voor buitengewoon onderwijs.

 

Scenario’s voor leerlingen met verslag:

 

Ouders en leerling kiezen voor:

        individueel aangepast curriculum (IAC) in huidige school voor gewoon onderwijs, mits akkoord school

        gemeenschappelijk curriculum (GC) of individueel aangepast curriculum (IAC) in nieuwe school voor gewoon onderwijs, inschrijving onder ontbindende voorwaarde

        tsap naar school voor buitengewoon onderwijs (volgens type / opleidingsvorm-verslag)

Binnen het individueel aangepast curriculum wordt er na observaties en evaluaties nagegaan of een terugkeer naar het gemeenschappelijk curriculum mogelijk is.

 

Een individueel aangepast curriculum (IAC) wil zeggen dat leerdoelen op maat van de leerling worden opgesteld en hij de doelen van het gemeenschappelijk curriculum niet hoeft te halen (Bron: Klasse, M-decreet, 17 moeilijke woorden).

 

CLB : Contactgegevens

 

Het schoolbestuur heeft beleidsplan/beleidscontract afgesloten met het CLB-N Brussel, Technologiestraat 1, 1082 Sint-Agatha-Berchem. Verder is het CLB te bereiken via clbvgc@clbvgc.be of via telefoon 02 / 482 05 72.

Mevr. Eline Sougnez is de contactpersoon voor onze school.

Het CLB behoort tot het stedelijk en gemeentelijk onderwijs.

 

De CLB-contactpersoon is te bereiken op volgend telefoonnummer, 0490 / 47 73 25 of via e-mail: eline.sougnez@clbvgc.be

 

Het CLB heeft de opdracht leerlingen te begeleiden in hun functioneren op school en in de maatschappij. Hiervoor biedt het kwaliteitsvolle leerlingenbegeleiding aan.

Kwaliteitsvolle leerlingenbegeleiding bevordert de totale ontwikkeling, verhoogt het welbevinden, voorkomt vroegtijdig schoolverlaten en creëert meer gelijke onderwijskansen. Op die manier draagt het bij tot het functioneren van de leerling in de schoolse én maatschappelijke context

 

Het CLB  werkt:

              onafhankelijk en stelt het belang van de leerling centraal;

              kosteloos voor de leerling, de ouders en de school;

              multidisciplinair;

              binnen de regels van het beroepsgeheim

              met respect voor het pedagogisch project van de school;

 

Artikel 46

 

Leerlingenbegeleiding

 

Het CLB werkt vraaggestuurd vanuit de leerlingen, de ouders en de scholen, behalve voor de verplichte begeleiding.

 

Vraaggestuurde begeleiding:

 

        Leren en Studeren

        Schoolloopbaanbegeleiding :vragen over schoolloopbaan zoals de overgang naar het secundair, veranderen van school, overstap naar buitengewoon onderwijs,...

        Het psychisch en sociaal functioneren : dit kan bijvoorbeeld gaan over gedragsproblemen, psychische problemen, sociale problemen,….

        Preventieve gezondheidszorg : vragen over gezonde voeding, seksualteit,…

 

Het CLB  zet de individuele leerlingenbegeleiding alleen verder als de betrokken bekwame leerling daarmee akkoord gaat of de ouders van de niet bekwame leerling daarmee akkoord gaan.

 

Verplichte leerlingenbegeleiding:

 

        De controle op de leerplicht:

        De signaalfunctie en de consultatieve leerlingenbegeleiding door het CLB:

-als het CLB noden vaststelt bij de leerling of een probleem of onregelmatigheid  vaststelt in het beleid op leerlingenbegeleiding, dan brengt het CLB de school hiervan op de hoogte

-het CLB  biedt ondersteuning  aan de school bij problemen van individuele    leerlingen of groepen van leerlingen

        De preventieve gezondheidszorg: op bepaalde tijdstippen in de  schoolcarrière wordt de kleuter/leerling onderzocht via medische consulten. Ook wordt het CLB gecontacteerd door de school als er sprake is van een besmettelijke ziekte.

 

Artikel 47

 

Preventieve gezondheidszorg

 

Preventieve gezondheidszorg heeft tot doel de gezondheid, groei en ontwikkeling van leerlingen te bevorderen en te beschermen, het groei- en ontwikkelingsproces op te volgen en tijdig risicofactoren, signalen, symptomen van gezondheids- en ontwikkelproblemen te detecteren.

 

Preventieve gezondheidszorg omvat:

 

1.Systematische contacten - Overzicht van contactmomenten :

 

   3 jaar of in de eerste kleuterklas

   6 jaar of in het eerste leerjaar

   9 jaar of in het vierde leerjaar

   11 jaar of in het zesde leerjaar

 

Het consult gebeurt door dokter Ines van Troyen en mevr. Kathleen Van Delm. Contact: ines.vantroyen@clbvgc.be en kathleen.vandelm@clbvgc.be

 

2.Aanbieden van vaccinaties:

Het CLB houdt toezicht op de vaccinaties van de leerlingen en biedt vaccinaties aan die in het vaccinatieschema zijn opgenomen. Ouders en leerlingen worden hierover geïnformeerd en geven hiervoor hun toestemming.

 

3.Het nemen van profylactische maatregelen waar nodig 

 

De huisarts ,de ouders of de directeur hebben de plicht om de CLB-arts te verwittigen bij besmettelijke infectieziekten.

Het CLB treft de nodige profylactische maatregelen.

De maatregelen zijn bindend voor leerlingen, ouders en personeel.

 

Artikel 48

 

Multidisciplinair leerlingendossier:

 

Van iedere leerling wordt een multidisciplinair dossier aangelegd bij het begeleidend CLB.

Dit dossier omvat:

Alle gegevens van de leerling die de CLB-medewerker nodig heeft voor   leerlingenbegeleiding    (schoolloopbaangegevens, gegevens van systematische contacten, gegevens in kader van leerplichtbegeleiding ...)

Gegevens van Kind en Gezin

Een chronologisch overzicht van alle contacten en tussenkomsten van het CLB

 

Overdracht van het dossier :

Het multidisciplinaire dossier wordt bij schoolverandering overgedragen aan het nieuwe begeleidende CLB.

De ouder, in eigen naam of namens een niet-bekwame minder- of meerderjarige leerling als de bekwame minder- of meerderjarige leerling  kan zich hiertegen verzetten. 

 

art.3       

De meer specifieke regels en afspraken worden door het college van burgemeester en schepenen opgenomen in de infobrochure.

 

art. 4

Dit reglement op de webtoepassing van de gemeente bekend te maken.

 

Publicatiedatum: 04/10/2022
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Zitting van 27 06 2022

 

 

Openbare zitting

 

Facultatieve vrije dagen schooljaar 2022-2023

 

Overwegende dat het schoolbestuur jaarlijks twee facultatieve vrije dagen (vier halve dagen) voor de gemeentelijke basisschool moet vastleggen;

 

Overwegende dat buiten de twee vrije dagen ( vier halve dagen) alle vakanties wettelijk vastgelegd zijn;

 

Overwegende het voorstel van het schoolhoofd;

 

Gelet op de wetten van het basisonderwijs en de onderrichtingen terzake;

 

Gelet op het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997: de artikelen 3, 25°, 6, 14, 14/0, 20, 27 , 27bis, §1, 3° en §4, 37, §2, 12°, 37, §3,17°, 29 , 37bis, 62, §2, 26ter, 47bis, 195;

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

 

BESLUIT: eenparig.
 

art. 1

De eigen vrije dagen van het schooljaar 2022-2023 voor de gemeentelijke basisschool als volgt vast te leggen: maandag 17 oktober 2022 (hele dag) en vrijdag 3 februari 2023 (hele dag).

 

art. 2

Kennis te nemen van het overzicht van de vrije dagen, de pedagogische studiedagen, het schoolfeest, de infomomenten en de openklasavonden voor de nieuwe leerlingen tijdens het schooljaar 2022 - 2023..

 

Publicatiedatum: 04/10/2022
Overzicht punten

Zitting van 27 06 2022

 

 

Openbare zitting

 

Gemeentelijke holding NV - mandatering algemene vergadering van 29 juni 2022

 

Gelet op het feit dat de gemeente Boortmeerbeek aangesloten is bij de Gemeentelijke Holding NV - in vereffening;

 

Gelet op de uitnodigingsbrief van Gemeentelijke Holding NV - in vereffening van 13 mei 2022 voor de algemene vergadering van 29 juni 2022 met agenda en bijhorende documenten;

 

Gelet op het artikel 432, alinea 3 van het decreet over het lokaal bestuur, waarbij bepaald wordt dat de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger dient te worden herhaald voor elke algemene vergadering;

 

Gelet op de gemeenteraad van 24 juni 2019 waarin na geheime stemming is besloten Hans De Locht, schepen, aan te duiden als vertegenwoordiger van de gemeente op de algemene vergaderingen van de Gemeentelijke Holding NV - in vereffening voor de volledige legislatuur;

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

 

BESLUIT: eenparig.
 

art. 1

Het mandaat van de afgevaardigde als volgt te bepalen voor de algemene vergadering van de Gemeentelijke Holding NV - in vereffening op 29 juni 2022:

1. Bespreking van de werkzaamheden van de vereffenaars over het boekjaar 2021

2. Bespreking van de jaarrekening over het boekjaar 2021

3. Bespreking van het jaarverslag van de vereffenaars over het boekjaar 2021 inclusief beschrijving van de vooruitgang van de vereffening en redenen waarom de vereffening nog niet kon worden afgesloten

4. Bespreking van het verslag van de commissaris over de jaarrekening over het boekjaar 2021

5. Voorstel van de vereffenaars tot benoeming van een commissaris

6. Stemming over de benoeming van de commissaris

7. Vraagstelling

 

art. 2

De vertegenwoordiger van de gemeenteraad te mandateren op de algemene vergadering akkoord te gaan met de bij deze agendapunten horende voorstellen en daartoe de nodige handelingen te stellen.

 

art. 3

Het college van burgemeester en schepenen te belasten met de uitvoering van de hierbij genomen beslissing en er kennis van te geven aan de Gemeentelijke Holding NV, Kunstlaan 56 B4C, 1000 Brussel.

 

Publicatiedatum: 04/10/2022
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Zitting van 27 06 2022

 

 

Openbare zitting

 

Aanpassing huishoudelijk reglement vragenhalfuurtje voor burgers

 

Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 25 februari 2019 betreffende het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad en latere wijzigingen;

 

Overwegende dat het gemeentelijk beleid gestoeld moet zijn op het verzekeren van een burgernabije, democratische, transparante en doelmatige uitoefening van de bevoegdheden waarbij de inwoners zo veel mogelijk bij het beleid worden betrokken en er voor openheid van bestuur wordt gezorgd;

 

Overwegende dat het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad bepaalt op welke wijze burgers kunnen participeren aan het bestuur van de gemeente;

 

Overwegende dat de gemeenteraad de betrokkenheid van de inwoners bij het bestuur belangrijk vindt en daartoe burgers de kans wil geven op een zo rechtstreeks mogelijke wijze dialoog te voeren met de raad;

 

Overwegende dat om praktische redenen de thema's die gericht zouden zijn aan de raad voor maatschappelijk welzijn best meegenomen worden in dezelfde organisatie als deze voor de thema's die aan de gemeenteraad gericht zijn aangezien beide organen dezelfde samenstelling kennen en na elkaar vergaderen;

 

Overwegende dat het huishoudelijk reglement de bepalingen moet vastleggen over de voorwaarden waaraan de vragen moeten voldoen, de wijze waarop de indiening gebeurt en wie gerechtigd is de vragen in te dienen, de wijze waarop de vragen zullen worden behandeld en beantwoord;

 

Overwegende dat het decreet voorziet dat het college van burgemeester en schepenen vragen van raadsleden beantwoordt, wordt voor de antwoorden op in deze context gestelde vragen voorzien dat deze worden beantwoord door het lid van het college van burgemeester en schepenen dat de beleidsmaterie opvolgt;

 

Overwegende dat na een praktijkperiode dit reglement zal worden geëvalueerd;

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

 

BESLUIT: eenparig.
 

art. 1

Het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad wordt aangevuld met een hoofdstuk "Rechtstreekse dialoog met de burger".

 

art. 2

Artikel 41 wordt hernummerd als artikel 42.

 

art. 3

Een nieuw artikel 41 wordt ingevoegd, luidend als volgt:

"De gemeenteraad ontvangt voorafgaand aan haar gewone geplande zittingen, in openbare zitting zetelend, inwoners, die een vraag aan de gemeenteraad wensen te stellen onder de hierna opgenomen voorwaarden. Deze ontvangst wordt 'vragenhalfuurtje' genoemd.

§1 Voorwaarden

1. Inwoners van de gemeente Boortmeerbeek die op het ogenblik van de geplande raadszitting de leeftijd van 16 jaar bereikt hebben, kunnen maximaal 1 vraag aan de gemeenteraad indienen.

2. De vraagsteller mag op het ogenblik van de behandeling van de vraag geen politiek mandaat in de gemeente Boortmeerbeek uitoefenen.

3. De vraagsteller is persoonlijk aanwezig op het ogenblik van de behandeling van de vraag door de gemeenteraad. De vraagsteller kan zich laten bijstaan door een begeleider-vertrouwenspersoon onder dezelfde voorwaarden als deze geldt voor zetelende gemeenteraadsleden.

4. Vragen mogen enkel betrekking hebben op de materies die tot de bevoegdheid van de gemeente behoren.

5. Persoonlijke aanvallen of beledigingen zijn niet toegestaan.

6. De vragen moeten het algemene beleid betreffen en mogen daarom niet gaan over individuele of persoonlijke dossiers.
7. Vragen mogen niet racistisch of xenofoob zijn.

8. Vragen mogen geen thema behandelen dat op de agenda van een gemeenteraad staat of voorwerp zijn van een interpellatie die in de laatste twaalf maanden behandeld werd.

9. Bij de zitting waarop de vraagstellende burgers ontvangen worden, wordt geen discussie of debat gevoerd. Raadsleden kunnen wel vragen bijvoorbeeld om verduidelijking stellen.

 

§2 Procedure

§ 2.1 Over de indiening

1. Een vraag aan de gemeenteraad wordt schriftelijk gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad en ingediend bij de algemeen directeur van de gemeente. Een formulier hiervoor wordt ter beschikking gesteld op de gemeentelijke website.

2. De vraag moet uiterlijk 14 werkdagen voor de datum van de gemeenteraadszitting bij de algemeen directeur toegekomen zijn.

3. Bij de indiening van de vraag vermeldt de aanvrager naam, adres, geboortedatum en mailadres. Deze gegevens worden uitsluitend met het doel van de behandeling van de vraagstelling verwerkt en bewaard.

4. De vragen worden gericht aan het college van burgemeester en schepenen.

 

§ 2.2 Over de aanvaarding van de vraag

1. De voorzitter van de gemeenteraad beoordeelt of de vraag aan de voorwaarden van het huishoudelijk reglement voldoet. Zo de vraag voor behandeling door de gemeenteraad geweigerd wordt, wordt de indiener over de motieven ingelicht.

2. De voorzitter van de gemeenteraad stelt de volgorde van de behandeling van de vragen vast. De vragen en de volgorde van behandeling worden samen met de eerste oproep van de gemeenteraad aan de raadsleden bezorgd.

3. De vraagstellers van aanvaarde vragen worden per mail op de hoogte gebracht van datum en uur waarop hun vraag wordt behandeld.

 

§ 2.3 Over de zitting
1. De gemeenteraad ontvangt de vraagstellende burger op het aangegeven uur in openbare zitting ongeacht het aantal aanwezige raadsleden.

2. Bij de zitting waarop de vraagstellende burgers ontvangen worden, wordt geen discussie of debat gevoerd.

3. Indien mogelijk zal de burgemeester of schepen tot wiens bevoegdheid het punt behoort 

een antwoord geven of laten geven volgend op de toelichting van de vraag door de vraagsteller. Indien er meer tijd nodig is om bijvoorbeeld informatie in te winnen, beantwoordt het college van burgemeester en schepenen de vraag schriftelijk binnen de 30 dagen na de zitting waarop het antwoord werd goedgekeurd door de gemeenteraad of op een andere per geval te bepalen werkwijze.

4. Indien niet alle vragen voor het officiële aanvangsuur van de geplande gemeenteraadszitting kunnen behandeld worden, worden de nog resterende vragen verschoven naar een volgend vragenhalfuurtje.

5. Over het vragenhalfuurtje wordt een zittingsverslag opgemaakt onder dezelfde voorwaarden als voor de gemeenteraad.

 

Publicatiedatum: 04/10/2022
Overzicht punten

Zitting van 27 06 2022

 

 

Openbare zitting

 

Intrekking besluit gemeenteraad 24 januari 2022 en de voorlopige vaststelling van de wijziging van de gemeentewegen Goorstraat en Barelweg met ontwerp van rooilijnplan vast te stellen

 

Gelet op de definitieve vaststelling van de wijziging van gemeenteweg Goorstraat en Barelweg met ontwerp van gemeentelijk rooilijnplan zoals door de gemeenteraad besloten in zitting van 24 januari 2022;

 

Gelet op de definitief vastgestelde rooilijn in de Barelweg ter hoogte van woning met nummer 19 en bijhorende inname gekend als inname 20;

 

Overwegende het overleg van de familie Baudet met de dienst grondgebiedzaken op maandag 21 januari 2022 naar aanleiding van de bekendmaking van de definitieve vaststelling van de wijziging van gemeenteweg Barelweg en de behandeling van bezwaar 1 in onderhavig dossier;

 

Overwegende het besluit van het college de visualisatie van de toekomstige rooilijn ter hoogte van de woning met nummer 19;

 

Overwegende dat op woensdag 2 maart 2022 de toekomstige rooilijn door de landmeter Evolta , aangesteld in het project Sanering Goorloop, ter hoogte van huisnummer 19 in de Barelweg werd uitgezet en werd gevisualiseerd.

 

Overwegende de vaststelling dat de toekomstige rooilijn voor het deel tussen de punten 56 en o1 het privatieve deel van de voortuin van de woning snijdt.

 

Overwegende de visualisatie van het hoekpunt o1 niet overstemt stemt met de voorstelling en maatvoering op het rooilijnplan.

 

Overwegende deze vaststelling inhoudt dat de haag en de gemetste afsluiting door de rooilijn getroffen worden in tegenstelling tot de aanduiding op het rooilijnplan waar weergegeven wordt dat de haag en gemetste afsluiting niet getroffen zou worden door de toekomstige rooilijn.

 

Gelet op de besluit van het college zoals besloten in zitting van 7 maart 2022 dat:

         de definitief vastgestelde rooilijn voor de wijziging van gemeenteweg Barelweg NIET zal gepubliceerd worden in het Belgisch Staatsblad en de lopende procedure tot het wijzigen van de gemeenteweg wordt stopgezet;

         Betrokken deel van het rooilijnplan herbekeken wordt met behoud van de huidige haag en gemetste afsluiting en er bijgevolg geen verwerving ontstaat van de delen van het perceel in privaat gebruik;

 

Overwegende de noodzaak de definitieve vaststelling van de wijziging van gemeenteweg Barelweg en Goorweg met ontwerp van gemeentelijk rooilijnplan zoals door de gemeenteraad besloten in zitting van 24 januari 2022, in te trekken;

 

Overwegende dat de gemeenteraad blijft voorzien in de vernieuwing van de riolering en wegverharding in delen van de  Goorstraat en Barelweg, kadastraal gekend als 2de afdeling, sectie B;

 

Overwegende dat de geplande werken gedefinieerd worden in het project ‘Sanering Goorloop’;

 

Overwegende dat de werken in de Goorstraat voorzien zijn vanaf Lisdoddeweg tot aan Molenheidebaan;

 

Overwegende dat de werken in de Barelweg voorzien zijn vanaf de Vaartstraat tot huisnummer 19 en 22;

 

Overwegende dat uit het ontwerp van de voorziene riolerings- en wegenwerken de noodzaak blijkt over te gaan tot de wijziging van het openbaar domein;

 

Overwegende de noodzaak om rioleringsinfrastructuur en bijhorende infrastructuur aan te leggen in het openbaar domein.

 

Overwegende dat in de atlas der buurtwegen van de atlasgemeente Hever, Goorstraat gekend is als buurtweg 4 en dat Barelweg in de atlas gekend is als voetweg 39;

 

Overwegende dat de atlas verschillende breedtematen voor buurtweg 4 aanduidt;

 

Overwegende dat de atlas een breedtemaat van 2,2 meter voor de voetweg 39 aanduidt;

 

Overwegende het gewijzigde rooilijnplan met inbegrip van innametabel voor de getroffen percelen zoals opgemaakt door Landmeter-Expert Bert Milants met Lan 151635 in opdracht van Evolta Engineers nv, Koningsstraat 270 te 1210 Brussel, voor de Barelweg met referentie‘24/93.0001_A_01_WR’ en met planreferentie 1.2/2 index G van 3 juni 2022;

 

Overwegende dat de wijziging van de voorgenoemde gemeentewegen rekening houdt met de principes zoals opgenomen in artikels 3 en 4 van het decreet gemeentewegen;

 

Overwegende het gemeentewegendecreet dat bepaalt dat alle bestaande wegen onder het toepassingsgebied van het decreet vallen (algemeen principe 1 van het overgangsrecht);

 

Overwegende dat de wijziging ten dienste staat van het algemeen belang, namelijk dat het:

         Door het wijzigen van de gemeentewegen zal de toekomstige weginfrastructuur in overeenstemming  worden gebracht met het gemeentelijk beleidskader, gekend als ‘Verkeerleefbaarheidsplan’ en het gemeentelijke actieplan ‘in 20 stappen naar een verkeersleefbare gemeente’, beiden van 11 mei 2020 en het daarin opgenomen afwegingskader voor de uitbouw van een fijnmazig netwerk van zachte verbindingen,

         De voorgestelde maatregel houdt geen wijziging van de ontsluiting van aanpalende percelen in,

         Inzake verkeersveiligheid worden met deze maatregel enkele knelpunten inzake verkeersveiligheid opgelost,

         Het ontwerp van de voorgestelde maatregel geeft invulling aan een  gemeentegrensoverschrijdend perspectief waarbij de ontsluiting van de jaagpaden van de Leuvense Vaart (bv aansluiting met fietssnelweg F8) veiliger kunnen verbonden worden met de bestaande zachte verbindingen en fietspaden in deelgemeente Schiplaken en Hever alsook met de bestaande en de te ontwikkelen zachte verbindingen met deelgemeente Boortmeerbeek,

         De maatregel doet geen afbreuk aan de verschillende planinitiatieven van het college en ondersteunt de verdere duurzame ruimtelijke ontwikkeling in onze gemeente, en houdt hierbij rekening met de noden van de huidige en de toekomstige generaties;

 

Gelet op het bijgevoegd dossier met referentie ‘24/93.0001_A_01_WR’ voor het gedeeltelijk wijzigen van gemeentewegen Goorstraat en Barelweg zoals opgemaakt door opgemaakt door Landmeter-Expert Bert Milants met Lan 151635 in opdracht van evolta Engineers nv, Koningsstraat 270 te 1210 Brussel, met:

         het ontwerp van wijziging van buurtweg 4 te Hever en het ontwerp van rooilijn voor Goorstraat met inbegrip van innametabel voor de getroffen percelen, met planreferentie 1.1/2 – index F van 10 januari 2022 – plan ongewijzigd

 

 

 

 

 

 

         het ontwerp van wijziging van voetweg 39 te Hever en het ontwerp van rooilijn voor Barelweg met inbegrip van innametabel voor de getroffen percelen, met planreferentie 1.2/2 index G van 3 juni 2022:

 

 

Gelet op de  schattingsverslagen opgemaakt door de heer Ludo Cuyt, landmeter-expert, wonende Haachtsestraatje 16 te 3150 Haacht, ter bepaling van de waardevermindering of waardevermeerdering van private gronden waarop de gemeenteweg gesitueerd wordt:

         Goorstraat

 

 

         Barelweg:

 

 

Met een totaal aan te vergoeden waardeverminderingen aan 0,00 euro,

 

Gelet op het Decreet Gemeentewegen van 1 september 2019;

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

 

BESLUIT: eenparig.
 

art. 1

Het besluit van de gemeenteraad zoals besloten in zitting van 24 januari 2022 met de

definitieve vaststelling van de wijziging van gemeenteweg Goorstraat en Barelweg met ontwerp van gemeentelijk rooilijnplan, in te trekken.

 

art. 2

De respectievelijke delen van de gemeentewegen Goorstraat en Anjerweg te wijzigen.

 

art. 3

De wijziging van de respectievelijke delen van de gemeentewegen Goorstraat en Anjerweg, voorheen gekend als buurtweg 4 en voetweg 39 met ontwerp van rooilijnplan voorlopig vast te stellen. De ontwerpen van rooilijnplan hebben volgende referenties:

         Barelweg  - ‘24/93.0001_A_01_WR’ en planreferentie 1.2/1 index F van 10 januari 2022

         Goorstraat - ‘24/93.0001_A_01_WR’ en planreferentie 1.2/2 index G van 3 juni 2022.

 

art.  4

Principieel akkoord te gaan met de innametabel meet bijhorende schatting van de innames nodig voor de realisatie van de gemeenteweg.

 

art. 5

De verworven delen op te nemen in het gemeentelijk patrimonium en toe te voegen aan het openbaar domein.

 

art. 6

Het college van burgemeester en schepenen op te dragen de uitrusting van de gemeentewegen verder uit te werken.

 

art. 7

Het college van burgemeester en schepenen op te dragen het ontwerp van gemeentelijk rooilijnplan aan een openbaar onderzoek te onderwerpen dat,  binnen een ordetermijn van dertig dagen na de voorlopige vaststelling,  minstens wordt aangekondigd door:

1° aanplakking aan het gemeentehuis en ter plaatse, minstens aan het begin- en eindpunt van het nieuwe wegdeel;

2° een bericht op de website van de gemeente of in het gemeentelijk infoblad;

3° een bericht in het Belgisch Staatsblad;

4° een afzonderlijke mededeling die met een beveiligde zending wordt gestuurd naar de woonplaats van de eigenaars van de onroerende goederen die zich bevinden in het ontwerp van gemeentelijk rooilijnplan;

5° een afzonderlijke mededeling aan de aanpalende gemeenten, als de weg paalt aan de gemeentegrens en deel uitmaakt van een gemeentegrensoverschrijdende verbinding;

6° een afzonderlijke mededeling aan de deputatie en het departement;

7° een afzonderlijke mededeling aan de beheerders van aansluitende openbare wegen;

8° een afzonderlijke mededeling aan de maatschappijen van openbaar vervoer.

 

art. 7

De resultaten van het openbaar onderzoek grondig te onderzoeken en deze onder de vorm van een definitief rooilijnplan voor te leggen aan de gemeenteraad.

 

Publicatiedatum: 04/10/2022
Overzicht punten

Zitting van 27 06 2022

 

 

Openbare zitting

 

Festiviteiten uitgaande van de gemeente

 

VRAAG: Naar aanleiding van organisatie uitgaande van de gemeente zelf zoals jaarmarkt vind ik dat tafels of banken voor deze  gelegenheid gebruikt zelf moeten geleverd worden ipv dat de lener ze zelf moet afhalen daar dit over geen privé gebruik gaat.

 

ANTWOORD: Deze beslissing werd al vroeger genomen. Alleen voor jeugdverenigingen en scholen wordt er nog materiaal door de werklieden gebracht. De gemeente voorziet verder dat alle materialen gratis af te halen zijn. Een jaarmarkt is dan wel een gemeentelijke activiteit, maar voor de deelnemers geldt dat zij voor hun eigen stand zorgen.

 

Publicatiedatum: 04/10/2022
Overzicht punten

Zitting van 27 06 2022

 

 

Openbare zitting

 

Aanwerving personeel

 

VRAAG: Onlangs werd een vacature opengesteld voor onderhoud of poetsvrouw in de  gemeente. Naar mijn informatie toe waren er vijf kandidaturen, maar niemand werd aangenomen. Graag een antwoord  om welke reden?

 

ANTWOORD: Niet alle 5 de kandidaten kwamen opdagen voor de proef. Zij die deelnamen werden door de selectiecommissie beoordeeld als niet geschikt. Het raadslid kan het examenkohier inkijken.

 

Bert Meulemans vervoegt de zitting.

 

Publicatiedatum: 04/10/2022
Overzicht punten

Zitting van 27 06 2022

 

 

Openbare zitting

 

Vervuiling gracht Bieststraat

 

VRAAG:

1. Burgemeester (Karin Derua) gaf aan in een krantenartikel in het laatste nieuws (dd. 8/6/2020). Er zal in samenspraak met het agentschap Wegen en Verkeer (AWV) een put gestoken worden met een filter om dit vuil op te vangen. De burgemeester gaf ook aan dat er hiervoor een bouwvergunning aangevraagd moet worden en er een openbare aanbesteding dient te gebeuren. 

Zijn deze procedures ondertussen gebeurd?

Ja? Nee?

 

2. De aannemer die de Bieststraat heeft heraangelegd zou een plan aan het tekenen zijn om het probleem van de vuile gracht op te lossen met beplanting en opvangput. 

Is deze tekening klaar?

Ja? Nee?

 

ANTWOORD: De burgemeester bevestigt de berichtgeving in een krant en stelt dat het dossier nu door de schepen van openbare werken wordt opgevolgd. Er wordt daarbij intens samengewerkt met Fluvius en dialoog gevoerd met AWV. Er wordt een ontwerp opgemaakt door Tractebel en het eerste ontwerp werd te beperkt beoordeeld en is daarom in verderzetting. De betrokkenheid van 28 woningen langsheen de N26 wordt daarbij onderzocht. Verder gaat het zowel om verbreding van de gracht, rietaanplantingen, de baangracht van de N26 als het aanwezig zijn van septische putten. Fundamenteel is het uitblijven van de sanering van de N26 waarvoor, na debat door de gemeenteraad, een aanmaning aan AWV zal worden gezonden.

 

Publicatiedatum: 04/10/2022
Overzicht punten

Zitting van 27 06 2022

 

 

Openbare zitting

 

Uitvoeringsplan huishoudelijk afval 2023 - 2030

 

VRAAG: Advies gemeente op het uitvoeringsplan huishoudelijk afval 2023-2030. Bezwaren en opmerkingen zijn slechts mogelijk en dit ten laatste op 31 juli 2022 bij OVAM.

 

ANTWOORD: Na het uitvoerig relaas van gemeenteraadslid Michel Baert, die een brochure over het onderwerp aan de raadsleden bezorgt, wordt bevestigd dat het college van burgemeester en schepenen in haar zitting van heden besloot de opmerkingen van EcoWerf en VVSG/Interafval integraal te onderschrijven en over te maken in het kader van het openbaar onderzoek.

 

Publicatiedatum: 04/10/2022
Overzicht punten

Zitting van 27 06 2022

 

 

Openbare zitting

 

Besluitvorming bij Fluvius, Interleuven en Zefier

 

Toelichting van de besluitvorming bij Fluvius, Interleuven en Zefier.

 

ANTWOORD: De gemeenteraad neemt kennis van de actualiteiten die gemeenteraadslid Willy Stroobants kon meebrengen uit de afgelopen algemene vergaderingen.

 

Publicatiedatum: 04/10/2022
Overzicht punten

Zitting van 27 06 2022

 

 

Openbare zitting

 

Bloemenversiering

 

VRAAG: Is er een reden dat er geen bloemenversiering werd aangebracht in onze centra.

 

ANTWOORD: Het raamcontract bleek afgelopen te zijn en het was te laat om nog een bebloeming te kunnen plaatsen. Een kopie van het dossier kan aan het raadslid worden bezorgd.

 

Publicatiedatum: 04/10/2022
Overzicht punten

Zitting van 27 06 2022

 

 

Openbare zitting

 

Openingsuren sporthal

 

VRAAG: Wat zijn de openingsuren van de sporthal want indien je gebruik maakt van de buitenactiviteiten op woensdag namiddag met kinderen, is de sporthal niet open en kan je niet naar het toilet gaan.

 

ANTWOORD: Het principe is dat er geen opening is en geen aanwezigheid van personeel als de sportinfrastructuur niet gehuurd is. Momenteel is het een rustiger periode en dus ook minder opening. Er kan bekeken worden of op woensdagnamiddag en in het weekend de toiletten toch bruikbaar zouden zijn voor het publiek in de speeltuin.

 

Publicatiedatum: 04/10/2022
Overzicht punten

Zitting van 27 06 2022

 

 

Openbare zitting

 

Nut fietsstraat

 

VRAAG: Wat is het nut van een fietsstraat waar al fietspaden zijn?

 

ANTWOORD: Het doel is de te smalle fietspaden te bestemmen voor voetgangers en de fietsers op de fietsstraat te brengen. Het verkeer zal in de centra meer op het ritme van de fietsers en voetgangers moeten worden afgestemd.

 

Publicatiedatum: 04/10/2022
Overzicht punten

Zitting van 27 06 2022

 

 

Openbare zitting

 

Beloningssysteem voor fietsende en stappende kinderen

 

VRAAG: Op de gemeenteraad van 31 mei 2021 keurde de gemeenteraad de princiepsbeslissing goed om een beloningssysteem in te voeren voor kinderen die fietsend of te voet naar school gaan.

We vragen vandaag of er al stappen ondernomen zijn om dit verder uit te werken. We deden zelf alvast wat opzoekingswerk.  Onze buurgemeenten Zemst en Bonheiden werken met het Buck-e systeem. https://buck-e.be

Het wordt vooral gebruikt voor scholen, maar ook werkgevers kunnen van dit systeem gebruik maken. Omdat we het systeem ook graag willen uitbreiden naar verplaatsingen naar de sportclub of jeugdbeweging, willen we vragen om ook de mogelijkheid te onderzoeken om het beloningssysteem ook hiervoor in te zetten, dit eventueel in een latere fase.

 

We herhalen graag de meerwaarde van dit systeem:

 

-draagt bij aan de autonomie  en zelfvertrouwen van kinderen,

-stimuleert kinderen, maar ook ouders om de fiets te nemen, of te voet te gaan,

-resulteert in minder auto’s in de schoolomgeving en dus een veiligere schoolomgeving,

- minder luchtverontreiniging,

- mooie samenwerking met en steun voor de lokale economie,

-draagt bij aan de gezondheid van kinderen en hun ouders,

-past in de doelstelling van het verkeersleefbaarheidsplan,

- een project dat verschillende bevoegdheidsdomeinen combineert (mobiliteit, onderwijs, sport, jeugd, lokale economie)

 

We vragen daarom aan het college om zo snel mogelijk de nodige stappen te zetten om dit beloningssysteem concreet vorm te geven. We zouden dit graag in het voorjaar van 2023 van start zien gaan.

 

Hierbij aansluitend vragen we ook naar de stand van zaken rond de schoolroute fietskaart die we ook al geruime tijd geleden eens op de agenda hebben gezet.

 

ANTWOORD: De eerste mobiliteitsambtenaar is pas begonnen en een eerste overleg is deze week voorzien. Daar zal dit thema zeker aan bod komen zodat hij ermee aan de slag kan. Het initiatief zou nu haalbaar moeten zijn. De schoolroutefietskaart situeert zich geheel in het TrageWegenproject en ook dat zal nu opnieuw in een stroomversnelling geraken.

 

Publicatiedatum: 04/10/2022
Overzicht punten

Zitting van 27 06 2022

 

 

Openbare zitting

 

Voorstel herbestemming/restauratie oud rusthuis Ravestein naar bezoekerscentrum Pikhakendonk/Park Rivierenland

 

VOORSTEL

Toelichting en motivatie:

Het domein Ravestein met het oude rusthuis heeft een enorm potentieel dat echter sinds de sluiting in 2008 grotendeels onderbenut is. Het is hoog tijd dat we hier iets moois van maken dat de inwoners ten goede komt. Daarom willen we voorstellen om een kleinschalig natuurbezoekerscentrum te realiseren in het voormalig rusthuis. Het aangrenzende Natura2000 gebied Pikhakendonk is een populaire wandelplek die jaarlijks heel wat bezoekers aantrekt. Het is ook de plaats waar de Pimpernel groeit. Daarnaast wordt er gewerkt aan Park Rivierenland, waar Pikhakendonk een deel van wal uitmaken,  zal de interesse  van wandelaars en natuurliefhebbers wellicht nog doen toenemen. Door een bezoekerscentrum op te richten in het voormalig rusthuis Ravestein wordt er een meerwaarde voor zowel de inwoners als de bezoekers.

 

We pleiten voor een renovatie die zoveel mogelijk materialen hergebruikt (circulair) met respect voor het historisch karakter van het gebouw en met aandacht voor de omgeving. In het bezoekerscentrum is er plaats voor informatie over het park en fauna en flora. Het bezoekerscentrum kan zich ook richten naar scholen en verenigingen met een aanbod  (bv. lezingen, workshops, geleide wandelingen, een documentaire…

Daarnaast kan er bv. ook een museumkamer zijn, gewijd aan Emile de Meester de Ravestein en eventueel een kleine tentoonstellingsruimte voor diverse kunstvormen, waar o.m. lokale kunstenaars kunnen tentoon stellen. Op die manier wordt er een mooie ontmoetingsplek gecreëerd, die onze gemeente een positieve , maar ook toeristische dynamiek kan geven.

Op het domein zelf kunnen bv. natuurlijke speelelementen  (bv. in thema natuur en dier) worden voorzien. Er kan ook gedacht worden aan het inzetten van maatwerkbedrijven of ook een sociale economie project hierbij te betrekken.

 

Voorstel van beslissing:

 

Overwegende de recente beslissing van VBS De Kringeling zich niet te vestigen in het oud rusthuis de Ravestein;

 

Overwegende dat het domein en het gebouw een belangrijke historische waarde hebben;

 

Overwegende dat het domein en het gebouw centraal gelegen zijn t.a.v. Pikhakendonk dat NATURA2000 gebied is;

 

Overwegende dat er een ambitie is om een Park Rivierenland op te richten waar Pikhakendonk deel van uitmaakt en dat onze gemeente hiervoor ook reeds een engagement is aangegaan;

 

Gelet op het feit dat er een RUP Ravestein in opmaak is;

 

BESLUIT:

 

art. 1

De gemeenteraad besluit principieel om het voormalig rusthuis Ravestein te restaureren en er een multifunctioneel ontmoetingscentrum Natuurpark Rivierenland te vestigen.

 

art.2

Het gemeentebestuur neemt zo snel mogelijk contact op met de relevante organisaties en betrokkenen om dit voorstel te bespreken.

 

art. 3

Het gemeentebestuur neemt het initiatief om zo snel mogelijk de nodige stappen te zetten om een zicht te krijgen op de omvang van de restauratiekost en subsidiemogelijkheden.

 

BESLUIT

 

De gemeenteraad besluit dit punt uit te stellen tot de gemeenteraadszitting van 3 oktober 2022.

 

Publicatiedatum: 04/10/2022
Overzicht punten

Zitting van 27 06 2022

 

 

Openbare zitting

 

Gevolgen hoge energieprijzen en toenemende rente

 

VRAAG: Welke zijn de gevolgen van de hoge energieprijzen en de toenemende rente voor de financiën van onze gemeente. Moeten er bepaalde projecten die voorzien zijn worden bijgestuurd of geannuleerd worden? Zijn hierover al beslissingen genomen?

 

ANTWOORD: Momenteel moesten nog geen projecten omwille van de genoemde reden worden gestopt. Inflatie-effecten zijn er zeker, bijvoorbeeld voor de lonen, bijdragen aan derden, energieverbruik en openbare verlichting. De overschotten op de rekening kunnen voorlopig de schokken opvangen. Bij de aanpassing van het meerjarenplan in december 2022 zal er meer zicht zijn op de effecten.

 

Publicatiedatum: 04/10/2022
Overzicht punten

Zitting van 27 06 2022

 

 

Openbare zitting

 

Serviceflats Stationsstraat

 

VRAAG: Kan het college de plannen voor de realisatie van de serviceflats ter hoogte van de Stationsstraat toelichten? Wij stellen ons ernstige vragen rond de inplanting van het gebouw, de parking en de verbinding met het rusthuis.

 

ANTWOORD: De vergunning werd heden afgeleverd. Qua parking wordt voorzien dat nu in de Bovylaan enige parkeergelegenheid, die toch genomen werd, aanwezig zal zijn. Er werden geen ondergrondse parkings opgelegd. Wel bredere toegangswegen. Er is geen ondergrondse tunnel. Waar geparkeerd wordt, wordt in een duurzame groene aanleg voorzien. Voor de doorgang tussen de beide complexen zal een 'karvriendelijke' verharding worden voorzien. Verder wordt vastgesteld dat de aanvrager, die een zorgspecialist is, de gesuggereerde infrastructuur niet heeft aangevraagd.

 

Publicatiedatum: 04/10/2022