De gemeenteraad,

 

Juridische grond:

Gelet op de Grondwet, meer bepaald de artikelen 41, 162 en 170 § 4, waarin o.a. wordt bepaald dat geen last of belasting door de agglomeratie, de federatie van gemeenten en de gemeente kan worden ingevoerd dan door een beslissing van hun raad.

 

GeletophetWetboekvandeInkomstenbelastingenenzijnuitvoeringsbesluiten.

 

Gelet het Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, de artikelen 2, 40 § 3, 41,14°, 56, § 3, 7°, 252, 285 t.e.m. 288, 300 en 326 t.e.m. 335 en latere wijzigingen waarin o.a. bepaald wordt dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen vaststelt, waaronder de gemeentelijke belasting- en retributiereglementen.

 

GeletophetDecreetvan30mei2008betreffendedevestiging,deinvorderingendegeschillen- procedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.

 

Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

 

Het Besluit van de Vlaamse Regering van 20 april 2018 betreffende de bekendmaking en raadpleegbaarheid van besluiten en stukken van het lokaal bestuur, betreffende de wijze waarop de reglementen en verordeningen van het lokaal bestuur worden bijgehouden in het register en betreffende de raadpleegbaarheid van de besluiten van de politiezones en hulpverleningszones.

 

De Omzendbrief BB 2008/07 van 18 juli 2008 aangaande het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Gelet op de omzendbrief KB/ABB 2019/2 van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering,Wonen,GelijkeKansenenArmoedebestrijdingvan15februari2019betreffendede gemeentefiscaliteit.

 

Het gemeenteraadsbesluit van 16 december 2019 houdende de belasting op tweede verblijven.

 

Financiële impact:

De ontvangsten zijn ingeschreven in het meerjarenplan 2026-2031 onder jaarbudgetrekening BP2026_2031-0/ACT-134/0020-00/73770000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN/O/0

en is dus noodzakelijk voor het behoud van een gezonde financiële toestand van de gemeente.

 

Motivering:

Het belastingreglement op tweede verblijven, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad op 16 december 2019 voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025, vervalt op 31 december 2025. De gemeente wenst de belasting op tweede verblijven te hernieuwen en integraal te vervangen door dit belastingreglement op tweede verblijven voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031.

Het voorgaande belastingreglement werd geëvalueerd en bijgesteld om het zo correct mogelijk te kunnen toepassen.

 

De gemeenteraad acht het noodzakelijk om een geldelijke bijdrage te vragen in de financiering van de gemeentelijke uitgaven lastens de eigenaars van woningen die niet als hoofdverblijfplaats worden aangewend.

 

De gemeente levert belangrijke financiële inspanningen om kwaliteitsvolle dienstverlening aan te bieden en om het openbaar domein en de gemeentelijke infrastructuur te onderhouden. Dit heeft een weerslag op het gemeentelijk budget.

 

Iedereen die op het grondgebied van de gemeente woont of verblijft, maar geen bijdrage levert in de financiering van de gemeentelijke uitgaven via de aanvullende gemeentebelasting, moet enigszins geldelijk bijdragen in de financiering van de gemeentelijke uitgaven. Deze belasting geldt dan ook als compensatie voor de derving van inkomsten op het vlak van de aanvullende personenbelasting.

 

De gemeenteraad acht het toegepaste tarief per tweede verblijf gematigd en billijk voor de duur van het belastingreglement.

 

De gemeente is genoodzaakt om belastingen te heffen omwille van haar financiële toestand en de noodzaak om het budget in evenwicht te houden.

 

De vrijstellingen van de belasting die in dit reglement zijn opgenomen sluiten het best aan bij de noden en het beleid van de gemeente.

 

Gelet op de gevoerde bespreking;

 

BESLUIT: 15 stemmen ja: Lobke Michiels, Michel Baert, Annick DeKeyser, Bert Meulemans, Ellen Leaerts, Nick Doms, Daisy De Neef, Ann Morissens, Willy Stroobants, Patrick Pelsmaekers, Johan Neefs, Marc Usewils, Alex De Coninck, Remi Serranne en Wouter Decat.
8 stemmen tegen: Karin Derua, Audrey Bogaerts, Hans Crol, Jurgen Vervaeck, Cynthia Van de Vloet, Brent Vercauter, Vally Mommens en Nele Hiers.
 

art. 1

Het reglement belasting op tweede verblijven voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031 als volgt vast te stellen:

 

Artikel 1 - Heffingstermijn en belastbaar feit

 

Voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031 wordt een jaarlijkse belasting gevestigd op tweede verblijven op het grondgebied van de gemeente Boortmeerbeek.

 

Artikel 2 - Definities

 

Als tweede verblijf wordt beschouwd elke private woongelegenheid die niet het hoofdverblijf is van de eigenaar, de huurder of de gebruiker ervan maar die op elk moment door hen kan worden bewoond en waarvoor niemand is ingeschreven in de bevolkingsregisters of het vreemdelingenregister van de gemeente Boortmeerbeek op 1 januari van het aanslagjaar.

 

De hoedanigheid van het tweede verblijf wordt beoordeeld op 1 januari van het aanslagjaar. Ten aanzien van de gebruiker van het tweede verblijf wordt geen rekening gehouden met verdere onderverhuring, tijdelijke verhuring of gratis gebruiksverlening van het woonverblijf.

 

De mogelijkheid tot onmiddellijke bewoning blijkt uit de feiten. Aanwezigheid van voldoende meubilair, eet- en slaapmogelijkheid, sanitaire voorzieningen en recente facturen van elektriciteit en water kunnen hier indicaties zijn.

 

Tweede verblijven zijn landhuizen, bungalows, kleine of grote weekendhuizen of buitengoederen, appartementen, optrekjes, chalets en alle andere vaste woongelegenheden, met inbegrip van de met chalets gelijkgestelde caravans die al of niet ingeschreven zijn in de kadastrale legger.

 

Lokalen die uitsluitend bestemd zijn om een beroepsactiviteit uit te oefenen, garages, tenten en motorhomes   worden niet als tweede verblijf beschouwd.

Als tweede verblijven wordt niet beschouwd:

        de lokalen die vergund zijn voor het uitoefenen van een beroepsactiviteit- of verenigingsactiviteit;

        de verplaatsbare caravans, tenzij ze tenminste zes maanden van het aanslagjaar opgesteld blijven om als woongelegenheid aangewend te worden.

 

Een verblijf dat tegelijk als woongelegenheid en voor de uitoefening van een beroepsactiviteit wordt gebruik of vergund is, wordt eveneens als tweede verblijf beschouwd.

 

Artikel 3 - Belastingplichtige en belastbaar tijdstip

 

De belasting is verschuldigd door de natuurlijke persoon of rechtspersoon die op 1 januari van het aanslagjaar eigenaar is van het tweede verblijf.

 

Zijn belastingplicht geldt ook wanneer het tweede verblijf verhuurd wordt, door een derde feitelijk gebruikt wordt of tijdelijk niet gebruikt wordt.

 

Zijn belastingplicht geldt ongeacht het feit of hij al dan niet is ingeschreven in de bevolkingsregisters van de gemeente.

 

In geval van vruchtgebruik, recht van opstal of recht van erfpacht is de belasting verschuldigd door de vruchtgebruiker, de opstalhouder of erfpachthouder. De eigenaar is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.

 

In geval van mede-eigendom is iedere mede-eigenaar belastingplichtig voor zijn deel. Elke mede-eigenaar is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.

 

In geval van multi-eigendom, is iedere multi-eigenaar belastingplichtig volgens zijn toegewezen deel. Elke multi-eigenaar is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.

 

In geval van eigendomsoverdracht van het onroerend goed zal de belasting verschuldigd zijn door de nieuwe eigenaar met ingang van 1 januari die volgt op de datum waarop de overdracht van het onroerend goed heeft plaatsgehad.

 

Artikel 4 - Berekeningsgrondslag en tarief

 

§1 De belasting is ondeelbaar en voor het ganse aanslagjaar verschuldigd door de belastingplichtige op 1 januari van het aanslagjaar.

 

§2 Debelastingwordtvastgesteldop500,00EURpertweedeverblijfperjaar.

 

Artikel 5 - Aangifteplicht

 

§1. Elke belastingplichtige moet jaarlijks ten laatste op 31 januari van het aanslagjaar een

aangifte indienen bij het gemeentebestuur Boortmeerbeek - financiële dienst – Pastorijstraat 2

te 3190 Boortmeerbeek - op een door het gemeentebestuur voorgeschreven aangifteformulier.

 

§2. Een belastingplichtige die niet spontaan een aangifteformulier gekregen heeft, kan dit op

eenvoudig verzoek bekomen bij het gemeentebestuur of downloaden van de gemeentelijke

website. Het niet spontaan verkrijgen van een aangifteformulier ontslaat de belastingplichtige

niet van de belasting.

 

§3. Als aangiftedatum geldt de postdatum of (bij afgifte) de datum vermeld op het

ontvangstbewijs. Valt de uiterste indieningsdatum op een zaterdag, een zondag of een

wettelijke feestdag, dan wordt de vervaldag verplaatst naar de eerstvolgende werkdag.

 

§4. De aangifte kan via elektronische weg worden ingediend, meer bepaald per e-mail naar

fd@boortmeerbeek.be. In dat geval geldt de datum van de elektronische verzending als datum

van indiening van de aangifte.

 

Artikel 6 - Meldingen

 

In geval van eigendomsoverdracht van het onroerend goed in de loop van het jaar moet de nieuwe eigenaar aangifte hiervan doen binnen de maand bij het gemeentebestuur Boortmeerbeek- financiële dienst op volgend adres Pastorijstraat 2 te 3190 Boortmeerbeek of via het mailadres fd@boortmeerbeek.be.

 

Artikel 7 - Controle en onderzoek

 

Het gemeentebestuur controleert de oprechtheid van de aangiften. De belastingplichtigen zijn verplicht deze controle te vergemakkelijken. De gemeente mag de waarachtigheid van de onderschreven aangiften nagaan met al de middelen waarover zij beschikt. Daartoe aangestelde personeelsleden zijn bevoegd elke inbreuk op het huidig reglement vast te stellen en moeten daarvoor toegang krijgen tot alle plaatsen waar de belastbare feiten plaats hebben. De door hen opgestelde processen-verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel.

 

Artikel 8 - Ambtshalve belasting

 

§1. Als er geen, geen juiste of geen volledige aangifte is gedaan vanwege de belastingplichtige op de aangiftedatum vermeld in artikel 6, kan de belasting ambtshalve gevestigd worden overeenkomstig artikel 7 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en haar latere wijzigingen.

 

§2. De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 100%.

 

Het bedrag van deze belastingverhoging wordt gelijktijdig en samen met de ambtshalve belasting ingekohierd.

 

Artikel 9 - Inkohiering

 

De belasting wordt gevestigd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar wordt verklaard door het College van Burgemeester en Schepenen.

 

Artikel 10 - Betalingstermijn

 

De belasting moet betaald worden binnen de 2 maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

Artikel 11 - Bezwaar

 

De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen zijn aanslag en een belastingverhoging een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en schepenen overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen 3 maanden te rekenen vanaf de datum waarop de belastingplichtige het aanslagbiljet heeft ontvangen of vanaf de kennisgeving van de aanslag.

 

Het aanslagbiljet wordt geacht ontvangen te zijn op de derde werkdag die volgt op de datum van de verzending van het aanslagbiljet. Als het aanslagbiljet verzonden werd via elektronische weg, geldt de datum van de elektronische verzending als datum van zijn verzending. Als het bestuur en de belastingplichtige hetzelfde informatiesysteem gebruiken om berichten elektronisch uit te wisselen, wordt het aanslagbiljet geacht ontvangen te zijn op het tijdstip waarop het aanslagbiljet toegankelijk wordt voor de belastingplichtige.

 

Bezwaarschriften kunnen per post Pastorijstraat 2 te 3190 Boortmeerbeek of via elektronische weg er e-mail fd@boortmeerbeek.be worden ingediend binnen de termijn en onder de voorwaarden zoals hierboven vermeld.

 

De indiening van het bezwaarschrift via elektronische weg geldt als uitdrukkelijke instemming van de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger om berichten binnen de bezwaarprocedure via die elektronische weg uit te wisselen. Als het bezwaarschrift verzonden wordt via elektronische weg, geldt de datum van de elektronische verzending als datum van indiening van het bezwaar.

 

Het college van burgemeester en schepenen of het personeelslid dat zij speciaal daarvoor aanwijst, bericht schriftelijk ontvangst binnen vijftien dagen na de indiening van het bezwaarschrift.

Indien de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger dat in zijn bezwaarschrift heeft gevraagd, zal de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger uitgenodigd worden op een hoorzitting.

 

Artikel 12 - Bekendmaking, inwerkingintreding en bestuurlijk toezicht

 

Het belastingreglement wordt afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig de artikelen 286 t.e.m. 288 van het decreet over het lokaal bestuur.

 

Dit besluit vervangt het besluit van de gemeenteraad van 16 december 2019 houdende de belasting op tweede verblijven en treedt in werking op 1 januari 2026.

 

De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht overeenkomstig artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur.

 

 

Disclaimer

Register der bekendmakingen

Deze webpagina vormt het openbare register van gemeentelijke reglementen en verordeningen, in overeenstemming met het besluit van de Vlaamse regering van 28 april 2023 betreffende de bekendmakingen en raadpleegbaarheid van besluiten en documenten van het lokale bestuur met betrekking tot de manier waarop ze moeten worden bijgehouden.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, zal er een expliciete "bundel" van het document worden opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker.

Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan in een aparte publicatie omgeving die beveiligd en toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.