De gemeenteraad,

 

Gelet op artikel 170 § 4 van de grondwet waarin bepaald wordt dat geen last of belasting door de

agglomeratie, de federatie van gemeenten en de gemeente kan worden ingevoerd dan door een beslissing van hun raad;

 

Gelet op artikel 40 § 3 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen

waarin bepaald wordt dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen vaststelt, waaronder de gemeentelijke belasting- en retributiereglementen;

 

Gelet op de omzendbrief KB/ABB 2019/2 van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur,

Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding van 15 februari 2019 betreffende de

gemeentefiscaliteit;

 

Gelet op het feit dat de gemeente en de burgers voortdurend geconfronteerd worden met de plaatsing van en/of onderhoud aan verschillende nutsvoorzieningen op gemeentelijk grondgebied;

 

Gelet op het feit dat deze nutsvoorzieningen werkzaamheden vergen langs de gemeentelijke wegen en aldus een impact hebben op het openbaar domein;

 

Gelet op de goedkeuring door de gemeente van de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeentewegen die tot doel heeft een snelle en vlotte uitvoering van de werken te bevorderen, teneinde de hinder en de duur van de werken tot een minimum te herleiden;

 

Gelet op het feit dat deze Code werd opgemaakt door een overlegplatform bestaande uit een delegatie van nutsbedrijven en een delegatie van de gemeenten;

 

Gelet op het feit dat er op het vlak van het onderhoud en de herstellingen ook geregeld dringende werken moeten worden uitgevoerd die verband houden met de continuïteit van de dienstverlening en dat er daarnaast een aantal werken zijn zoals aansluitingswerken, herstellingen en andere kleine onderhoudswerken die omzeggens constant een impact hebben op het openbaar domein;

 

Gelet op de actualisatie van de code naar aanleiding van meer aandacht voor minder hinder, meer oog voor het totaal concept en het gebruik van nieuwe e-instrumenten GIPOD, KLIP...;

 

Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 16  december 2019  tot vaststelling van het retributiereglement op het gebruik van openbaar domein door nutsmaatschappijen voor de periode van 2020-2025;

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

 

BESLUIT: 19 stemmen ja: Karin Derua, Hans De Locht, Annick DeKeyser, Denis Bosny, Audrey Bogaerts, Hans Crol, Michel Baert, Remi Serranne, Ann Sleyp, Ann Morissens, Wouter Decat, Sigrid Van Obbergen, Maria Luise Altmutter, Willy Stroobants, Gert Verschueren, Vincent Geerts, Iris Schoeters, Emile De Vleeschouwer en Rodrigue Bijlsma.
4 stemmen tegen: Bert Meulemans, Steven Van Loock, Eddy Mortier en Lies Asselman.
 

art. 1 - Algemeen

Er wordt aan de eigenaar van elke nutsvoorziening een retributie aangerekend op de gemeentelijke dienstverlening en het gebruik van het gemeentelijk openbaar domein naar aanleiding van werken aan permanente nutsvoorzieningen op het gemeentelijk openbaar domein, in uitvoering en met toepassing van de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeentewegen.

 

Permanente nutsvoorzieningen omvatten:

- alle installaties (zoals kabels, leidingen, buizen, …), inclusief hun aanhorigheden (zoals kabel-, verdeel-, aansluit-, e.a. kasten, palen, masten, toezichts-, verbindings-, e.a. putten, …) dienstig voor het transport van elektriciteit, gas, gasachtige producten, stoom, drink-, hemel- en afvalwater, warm water, brandstof;

- alle trein- en tramsporen die zich bevinden op de openbare weg. Deze worden eveneens aanzien als nutsvoorzieningen.

 

De retributie is niet verschuldigd indien de werken worden uitgevoerd samen met of onmiddellijk voorafgaand aan wegen- of rioleringswerken uitgevoerd door de stad/gemeente of indien het werken zijn die uitgevoerd worden op verzoek van de stad/gemeente.

 

Deze retributie sluit elke andere heffing, semi-heffing, of waarborgstelling in het kader van werken aan permanente nutsvoorzieningen door de gemeente uit zowel in hoofde van de distributienetbeheerder als van haar werkmaatschappij en ongeacht of voorgenoemden deze werken uitvoeren in eigen naam, dan wel laten uitvoeren door derden in naam en voor rekening van de distributienetbeheerder of de werkmaatschappij.

 

Onderhavig retributiereglement gaat in vanaf 1 januari 2023 voor een termijn eindigend op 31 december 2025.

 

Het voorgaande retributiereglement met hetzelfde onderwerp zoals vastgesteld door de gemeenteraad van 16 december 2019 wordt opgeheven vanaf 1 januari 2023.

 

art. 2  - Retributie naar aanleiding van sleufwerken

De retributie naar aanleiding van sleufwerken is verschuldigd per dag en per meter openliggende sleuflengte voor alle sleufwerken. Zij bedraagt per meter sleuflengte voor werken in rijwegen 10,24 euro, voor werken in voetpaden 7,88 euro en voor werken in aardewegen 4,73 euro. 

Op deze basisbedragen wordt een indexatie toegepast, naar analogie met de door de VREG goedgekeurde niet-periodieke tarieven, zoals  jaarlijks gepubliceerd in augustus.

Indexatie gebeurt aan het begin van een nieuwe cyclus van 3 jaar.

 

Een begonnen dag geldt voor een volledige dag.

 

art. 3 - Retributie voor dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen, kleine onderhoudswerken en ter compensatie van diverse heffingen en belastingen

Voor de hinder veroorzaakt door de dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen en kleine onderhoudswerken met een sleufoppervlakte van maximum 3 m², wordt per kalenderjaar een retributie geheven van 1,00 euro per op het grondgebied van de stad/gemeente aanwezig aansluitingspunt.

 

Ter compensatie van diverse heffingen en belastingen in hoofde van zowel de distributienetbeheerder als zijn werkmaatschappij wordt een retributie voorzien van 0,5 euro per aanwezig aansluitingspunt op het grondgebied van de stad/gemeente.

Op deze basisbedragen wordt een indexatie toegepast., naar analogie met de door de VREG goedgekeurde niet-periodieke tarieven, zoals  jaarlijks gepubliceerd in augustus.

 

 

Deze retributies zijn verschuldigd vóór het einde van ieder jaar. In dit kader doet iedere nutsmaatschappij vóór 15 december van ieder jaar opgave van het aantal aansluitingspunten op het grondgebied van de stad/gemeente.

 

art. 4 – Inning

De retributie dient te worden betaald binnen de 30 kalenderdagen na toezending van de facturen. 

 

art. 5 – Definitief karakter

Dit retributiereglement wordt toegezonden aan de toezichthoudende overheid.

Het retributiereglement wordt overeenkomstig artikel 286 van het Decreet Lokaal Bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.