De gemeenteraad,

 

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

 

De aanwezigheid van masten, pylonen en andere draagconstructies op het grondgebied van de gemeente betekent een ernstige vorm van visuele vervuiling wegens het doorbreken van de vrije open ruimte en zij brengen hinder mee voor de plaatselijke gemeenschap. Het is derhalve rechtmatig om een compensatie voor de plaatselijke gemeenschap te voorzien;

 

Daarenboven heeft de aanwezigheid van masten, pylonen en andere draagconstructies op het grondgebied van de gemeente een substantiële invloed op de aantrekkingskracht van de gemeente Boortmeerbeek als woonomgeving en toeristische trekpleister;

 

Een belasting op masten en pylonen kan een stimulans zijn om deze te beperken, wat noodzakelijk is voor de vrijwaring van de goede ruimtelijke ordening en de landschappelijke kwaliteit van de gemeente Boortmeerbeek;

 

Het Energiedecreet (het decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid van 8 mei 2009 (BS 7 juli 2009)) en de Europese Richtlijn 2009/28/EG (Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van Richtlijn 2001/77/EG en Richtlijn2003/ 30/EG);

 

Overwegende dat de gemeente zich engageert in het kader van klimaat en milieu en de gemeente dus een bijdrage wenst te leveren aan het stimuleren van de productie van groene stroom, dus zou het niet logisch zijn om constructies die hieraan bijdragen te hinderen en hierop belastingen te heffen. De vrijstelling van belasting kadert in de zogenaamde ‘groene fiscaliteit’;

 

Overwegende dat het wenselijk is de constructies voor diensten van openbare besturen en andere openbare inrichtingen en instellingen vrij te stellen omdat deze constructies worden opgericht om hun dienstverlening zo optimaal mogelijk te kunnen doen en dat deze worden opgericht om ten dienste te staan van het openbaar nut, o.a. in het kader van hulpverlening en veiligheid, wat één van de primaire overheidstaken is. Daarenboven bestaat het risico dat door het belasten van deze constructies, ervoor gekozen wordt om dergelijke constructies slechts minimaal te voorzien, waardoor er blinde vlekken kunnen ontstaan en de gemeente wenst dan ook dat het hele grondgebied voldoende gedekt wordt via deze constructies;

 

Overwegende dat de gemeente o.a. haar verenigingen wenst te ondersteunen in hun activiteiten en dat de vrijstelling van de lokale belasting als steun aan deze organisaties bijdraagt aan het welzijnsidee waarop het bestuur haar beleid afstemt. Gelet op het draagvlak dat zij binnen de gemeente hebben, is het gepast om hiervoor een vrijstelling te voorzien. Mochten ze om deze activiteiten te kunnen uitvoeren constructies (bv. verlichtingspalen, zendmasten,…) nodig hebben die onder dit belastingreglement zouden vallen in het kader van sport- of recreatievoorzieningen dan worden zij hiervoor vrijgesteld;

 

Overwegende dat de gemeente van oordeel is dat het landschapsverstorend karakter van deze vrijgestelde constructies voldoende gecompenseerd wordt door het maatschappelijk belang;

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22  december 2017 en latere wijzigingen.

 

BESLUIT: eenparig.

art.1

Het belastingreglement op masten en pylonen voor de dienstjaren 2024 - 2025 wordt als volgt vastgesteld:

 

Artikel 1 – Heffingstermijn - Belastbaar feit

 

De gemeente Boortmeerbeek heft met ingang van 1 januari 2024 en eindigend op 31 december 2025

een jaarlijkse belasting op allerhande masten en pylonen geplaatst in openlucht en zichtbaar vanaf

de openbare weg.

 

Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

- mast: een vaststaande verticale structuur die geplaatst wordt op een dak of op een andere

bestaande constructie met een minimale hoogte van 18,5 meter.

- pyloon: een individuele en vaststaande constructie of steuntoren die opgericht wordt op het

niveau van het maaiveld en die een minimale hoogte heeft van 18,5 meter.

 

Artikel 2 – Belastingplichtige

De belasting is verschuldigd door de eigenaar van de mast of de pyloon op 1 januari van het

belastingjaar.

 

Artikel 3 – Bedrag van de belasting

 

De belasting wordt vastgesteld op 2.500,00 EUR per mast of pyloon.

 

De belasting is ondeelbaar, er wordt geen vermindering of terugbetaling van de belasting toegestaan als de mast of pyloon in de loop van het jaar wordt weggenomen.

 

Artikel 4 - Aangifteplicht

 

De belastingplichtige ontvangt vanwege het gemeentebestuur een aangifteformulier dat door hem

behoorlijk ingevuld en ondertekend voor 1 oktober van het belastingjaar moet worden teruggestuurd.

 

De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is gehouden uiterlijk op 1 oktober van het belastingjaar aan het gemeentebestuur de voor aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen.

 

Artikel 5 – Vrijstellingen

 

- Constructies voor de productie van windenergie of andere vormen van groene stroom;

- Masten en pylonen geplaatst voor diensten van openbare besturen en andere openbare inrichtingen en herstellingen;

- Masten en pylonen die dienstig zijn voor de verlichting van sport- en recreatievoorzieningen voor erkende verenigingen door gemeente Boortmeerbeek.

 

Vrijstellingen worden aangevraagd en beoordeeld door het college van burgemeester en schepenen, die ook oordelen in geval van betwisting.

 

Artikel 6 - Ambtshalve belasting

 

§1. Bij gebrek aan aangifte binnen de in artikel 5 gestelde termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, kan de belasting ambtshalve worden ingekohierd conform de procedure voorzien in artikel 7 van het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

§2. De ambtshalve ingekohierde belasting zal worden verhoogd met 10%, 100% of 200% al naargelang het een eerste, tweede of derde overtreding betreft.

 

Het bedrag van deze verhoging wordt gelijktijdig met de ambtshalve belasting ingekohierd.

 

Artikel 7 – Invordering

 

De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 8 – Bezwaar

 

De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester

en schepenen.

Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, gemotiveerd en ondertekend zijn.

De indiening van het bezwaarschrift moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van 3

maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het

aanslagbiljet.

 

Artikel 9 – Intrekking voorgaande belastingreglementen

 

Alle voorgaande belastingreglementen met hetzelfde onderwerp worden opgeheven.

 

Artikel 10 - Bekendmaking

 

Het reglement zal worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de gemeente, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd.

 

Dit reglement zal worden bekendgemaakt op de gemeentelijke website en toegezonden worden 

aan de toezichthoudende overheid.