De raad voor maatschappelijk welzijn,

 

Overwegende dat het aangewezen is om kosten aan te rekenen voor de inning van laattijdige betalingen van niet-fiscale vorderingen aan het OCMW. De argumentatie hiervoor is dubbel:

 

        Door schuldenaars de door hun toedoen gemaakte kosten te laten betalen zullen ze in de toekomst meer geneigd zijn om tijdig te betalen;

        Als de invorderingskosten niet verhaald worden op de wanbetalers, worden deze gedragen door iedereen, dus vooral door de tijdige betalers, wat uiteraard niet fair is;

 

Overwegende dat volgens artikel 177, tweede lid van het decreet lokaal bestuur, die kosten naast de loutere verzendingskost, ook een kost voor de administratieve opvolging van de betaling kunnen omvatten. Daarvoor kan een forfaitair tarief vastgesteld worden. Voorwaarde luidt dat het tarief redelijk moet blijven;

 

Overwegende dat in navolging van artikel 288 van het decreet lokaal bestuur gekozen wordt voor een onmiddellijke inwerkingtreding;

 

Gelet op de financiële toestand van het OCMW;

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

 

BESLUIT: eenparig.

art. 1

Er wordt een invorderingsreglement voor niet fiscale vorderingen ingevoerd.

 

art. 2

De kosten worden vastgesteld als volgt:

  1. De verzending van de eerste aanmaning is gratis. De betalingstermijn wordt verlengd met 15 dagen;
  2. Voor de verzending van de tweede aangetekende aanmaning wordt een kost van 7,50 EUR aangerekend. De betalingstermijn wordt verlengd met 10 dagen;
  3. Voor de verzending van de laatste aangetekende aanmaning wordt een kost van 15,00 EUR aangerekend. De betalingstermijn wordt verlengd met 5 dagen;
  4. Bij niet betaling van de laatste aanmaning zal het dossier worden overgedragen aan de deurwaarder via de correcte procedure.

 

art. 3

Vanaf heden treedt dit reglement in werking.